direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Kern Stein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0971.BPKernStein-0003

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • b. bibliotheek;
  • c. gezondheidszorg;
  • d. jeugd- en kinderopvang;
  • e. onderwijs;
  • f. sociale-culturele doeleinden;
  • g. openbare dienstverlening;
  • h. religie;
  • i. verenigingsleven;
  • j. welzijnsinstelling;
  • k. zorginstelling;
  • l. het uitoefenen van sport- en spelactiviteiten;
  • m. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' alsmede ondergeschikte horeca;
  • n. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

met daarbij behorende:

    • 1. groenvoorzieningen;
    • 2. parkeervoorzieningen;
    • 3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 30.1.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 12.1 genoemde bestemming;
  • b. één woning per bestemmingsvlak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • d. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
12.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mogen maximaal het aantal aangeduide woningen worden gebouwd
  • c. de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • d. gebouwen worden plat of met een kap van minimaal 30o en maximaal 60o afgedekt;
  • e. de goothoogte maximaal 10,00 m mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte maximaal 15,00 m mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' mogen maximaal het aangeduide aantal bouwlagen worden gerealiseerd in combinatie met de aangeduide bouwhoogte;
  • h. voor de maatvoering met betrekking tot de bedrijfswoning wordt verwezen naar artikel 12.2.3;
  • i. voor de maatvoering met betrekking tot bijgebouwen wordt verwezen naar artikel 12.2.4 ;
  • j. voor de maatvoering met betrekking tot bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 12.2.5.
12.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 750 m³ mag bedragen of maximaal de bestaande inhoud indien deze groter is;
  • c. de bedrijfswoning wordt plat of met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • d. de goothoogte van de bedrijfswoning maximaal 6,50 meter mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van de bedrijfswoning maximaal 10,50 meter mag bedragen.
12.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen en carports behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van vergunningsplichtige bijgebouwen en carports mag maximaal 100 m² bedragen;
  • b. bijgebouwen worden plat of met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen maximaal 3,50 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen maximaal 5,50 meter mag bedragen;
  • e. carports worden op een afstand van minimaal 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte van carports maximaal 3,00 m mag bedragen.
12.2.5 Bouwwerken geen gebouw zijnde
  • a. buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 5,00 m mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter bedraagt en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter bedraagt;
    • 2. lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8,00 meter bedraagt;
12.3 Nadere eisen
12.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van de bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
  • d. de aard, situering en oppervlakte van verhardingen;
  • e. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan.
12.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 12.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwen buiten bouwvlak

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.2 voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van gebouwen, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 100 m2 mag bedragen;
  • b. de afstand tot de perceelsgrens minimaal 3,00 m mag bedragen;
  • c. de gebouwen niet voor de voorgevelrooilijn mogen worden opgericht;
  • d. de bouwhoogte maximaal 10,00 m mag bedragen,
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel;
  • b. gebouwen voor recreatieve bewoning;
  • c. wonen, anders dan bedoeld in artikel 12.1.1 ;
  • d. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

12.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

12.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.