Plan: | Geluidsschermen A73 toerit |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0957.BP00000234-VG01 |
In opdracht van Rijkswaterstaat Limburg heeft ingenieursbureau Oranjewoud B.V. een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd naar de effecten op de luchtkwaliteit van de aanpassing van de toerit Koninginnelaan (zie bijlage 7, 'Toerit Koninginnelaan Roermond A73 Zuid - Een luchtkwaliteitsonderzoek'). Bij het bepalen van de effecten van luchtkwaliteit is van dit onderzoek gebruik gemaakt.
De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen) van de Wet milieubeheer (Wm). De grenswaarden voor de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht zijn vastgelegd in bijlage 2 behorende bij titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen) van de Wm. Deze grenswaarden zijn gericht op de bescherming van de gezondheid van mensen en dienen op voorgeschreven data te zijn bereikt. In tabel 5.1 zijn de grenswaarden weergegeven.
Tabel 5.2: Grenswaarden met ingang van 1 augustus 2009
Component | Concentratiesoort | Grenswaarde | Opmerking |
NO2 | Jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m3 | Geldig vanaf 1 januari 2015 |
NO2 | Uurgemiddelde concentratie | 200 µg/m3 | Geldig vanaf 1 januari 2015, overschrijding maximaal 18 maal per kalenderjaar toegestaan |
PM10 | Jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m3 | Geldig vanaf 11 juni 2011 |
PM10 | 24-uurgemiddeld concentratie | 50 µg/m3 | Geldig vanaf 11 juni 2011 overschrijding maximaal 35 maal per kalenderjaar toegestaan |
PM2,5 | Jaargemiddelde concentratie | 25 µg/m3 | Geldig vanaf 1 januari 2015 |
Naast grenswaarden zijn voor de stoffen benzo(a)pyreen, ozon, arseen, cadmium en nikkel richtwaarden opgenomen in Bijlage 2 behorende bij titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen) Wm. Richtwaarden geven een kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat zo veel mogelijk moet zijn bereikt. De verwachting is dat de richtwaarden voor deze stoffen nergens in Nederland worden overschreden. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit bij wegen zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) het meest kritisch. Bij deze stoffen is de kans het grootst dat een grenswaarde wordt overschreden.
Voor de overige stoffen waarvoor grenswaarden gelden (koolmonoxide, zwaveldioxide, lood en benzeen) is, voor zover relevant voor het wegverkeer, het verschil tussen de grenswaarde en de som van de bijdrage van het wegverkeer en de achtergrondconcentratie zo groot, dat overschrijding van de hiervoor geldende grenswaarden redelijkerwijs kan worden uitgesloten.
Ten aanzien van PM2,5 dient daarnaast te worden opgemerkt dat de beschikbare cijfers en onderzoeksmethoden op dit moment nog met te veel onzekerheden omgeven zijn om een goede berekening uit te kunnen voeren. Vooralsnog mag echter worden aangenomen dat als voldaan wordt aan de grenswaarden voor PM10 ook aan de voor PM2,5 vastgestelde norm van 25 µg/m3 wordt voldaan.
In het luchtkwaliteitonderzoek is langs alle relevante wegvakken rond de toerit Koninginnelaan de luchtkwaliteit in beeld gebracht. Ten behoeve van de berekeningen zijn alle wegvakken van de toerit Koninginnelaan gemodelleerd en is de A73 in het model meegenomen vanaf de Roertunnel tot circa drie kilometer ten noordoosten van de toerit Koninginnelaan. Dit laatste is nodig voor een correcte berekening van de dubbeltellingcorrectie.
De luchtkwaliteit is in beeld gebracht voor de volgende scenario's:
• 2014, autonome situatie;
• 2014, na aanpassing van de toerit Koninginnelaan;
• 2015, autonome situatie;
• 2015, na aanpassing van de toerit Koninginnelaan;
• 2020, autonome situatie;
• 2020, na aanpassing van de toerit Koninginnelaan;
Als autonome situatie is overigens de oorspronkelijke toerit naar de Roertunnel gehanteerd en niet de tijdelijke toerit verder naar het noorden. Hiervoor is gekozen vanwege het tijdelijke karakter van deze huidige situatie. Voor wat betreft de uitkomsten van het onderzoek is deze keuze overigens niet van belang. Immers met name van belang is de situatie ter plaatse van de 'nieuwe toerit' waar sprake is van toevoeging van infra en daarmee wegverkeer.
Rekenmodel
De luchtkwaliteitberekeningen zijn uitgevoerd met het rekenmodel Pluim Snelweg 1.4 (2009). Dit rekenmodel is geschikt om te rekenen overeenkomstig standaardrekenmethode 2 en is ook als zodanig geaccrediteerd door het ministerie van VROM.
Met het verspreidingsmodel is het mogelijk een prognose te maken van de concentraties luchtverontreinigende stoffen langs wegen. Pluim Snelweg geeft een prognose voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Pluim Snelweg 1.4 berekent de immissieconcentraties voor de aangegeven stoffen voor een grid van punten of een aantal vooraf gedefinieerde punten.
Invoergegevens
Voor het berekenen van de luchtkwaliteit zijn een aantal invoergegevens nodig. Tot deze gegevens behoren onder meer verkeersintensiteiten en weg- en omgevingskenmerken, alsmede enkele algemene invoerparameters ten behoeve van de berekening. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de meest recente inzichten ten aanzien van achtergrondconcentraties, emissiefactoren, dubbeltellingcorrectie en de correctie voor fijn stof (PM10) van natuurlijke oorsprong.
Voor de overige in dit onderzoek gehanteerde algemene en specifieke gegevens worden verwezen naar het rapport 'Toerit Koninginnelaan Roermond A73 Zuid - Een luchtkwaliteitsonderzoek' (bijlage 7).
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide
In tabel 5.2 is een tweetal receptorpunten uitgelicht (in bijlage 1 van het rapport 'Toerit Koninginnelaan Roermond A73 Zuid - Een luchtkwaliteitsonderzoek' is de locatie van de receptorpunten weergegeven):
Tabel 5.3 Berekende jaargemiddelde concentraties NO2 (µg/m3)
Jaar | 2014 | 2015 | 2020 | |||
Autonoom | Plan | Autonoom | Plan | Autonoom | Plan | |
Receptorpunt J | 37,20 | 36,74 | 35,74 | 35,35 | 29,53 | 29,40 |
Receptorpunt C | 26,17 | 27,67 | 25,41 | 26,80 | 20,50 | 21,57 |
In alle scenario's is de hoogste concentratie berekend aan de zuidoost-zijde van de A73 ten zuiden van de toerit Koninginnelaan (receptorpunt J). De hoogste concentratie is berekend in de autonome situatie in 2014 en bedraagt 37,20 µg/m3. Deze relatief hoge waarde ten opzichte van de overige punten is te verklaren uit de ligging nabij de tunnelmond. De afname in concentratie NO2 in de plansituatie is het gevolg van een af name van de verkeersintensiteit van een paar honderd voertuigen. Er wordt geen grenswaarde overschreden.
Op receptorpunt C, dat het dichtst bij de woonbebouwing ligt, bedraagt de hoogst berekende concentratie 27,67 µg/m3 in 2014 in de plansituatie. De concentratie neemt in dat jaar toe met 1,50 µg/m3 als gevolg van de planontwikkeling. Zoals eerder aangegeven is er geen sprake van een overschrijding van de grenswaarde.
Uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide
Naast de berekening van de jaargemiddelde NO2-concentratie dient in een luchtkwaliteitstudie ook het aantal maal dat de uurgemiddelde grenswaarde voor NO2 wordt overschreden te worden bepaald. Per jaar mag gedurende 18 uren een uurgemiddelde concentratie van 200 µg/m3 worden overschreden (tussen 1 augustus 2009 en 1 januari 2015 is dit 300 µg/m3). In de praktijk blijkt dat de kans dat het aantal overschrijdingen meer dan 18 bedraagt zeer klein is. Uit analyses van TNO kan worden geconcludeerd dat meer dan 18 overschrijdingen van de uurnorm statistisch plaatsvinden bij een jaargemiddelde NO2-concentratie van 82 µg/m3 of hoger. Langs de onderzochte wegen is de hoogste berekende jaargemiddelde NO2 concentratie 37,20 µg/m3. Hieruit kan worden geconcludeerd dat overschrijding van de uurgemiddelde norm in de onderzochte jaren niet voor zal komen.
Jaargemiddelde concentratie fijn stof
In tabel 5.3 is een tweetal receptorpunten uitgelicht (in bijlage 1 van het rapport 'Toerit Koninginnelaan Roermond A73 Zuid - Een luchtkwaliteitsonderzoek' is de locatie van de receptorpunten weergegeven):
Tabel 5.4 Berekende jaargemiddelde concentraties PM10 (µg/m3), inclusief zeezoutcorrectie.
Jaar | 2014 | 2015 | 2020 | |||
Autonoom | Plan | Autonoom | Plan | Autonoom | Plan | |
Receptorpunt J | 26,64 | 23,59 | 23,36 | 23,32 | 21,90 | 21,91 |
Receptorpunt C | 21,94 | 22,17 | 21,71 | 21,93 | 20,18 | 20,37 |
In alle scenario's is de hoogste concentratie berekend aan de zuidoost-zijde van de A73 ten zuiden van de toerit Koninginnelaan (receptorpunt J). De hoogste concentratie is berekend in de autonome situatie in 2014 en bedraagt 26,64 µg/m3. De afname in concentratie PM10 in de plansituatie is het gevolg van een afname van de verkeersintensiteit van een paar honderd voertuigen. Er wordt geen grenswaarde overschreden.
Op receptorpunt C, dat het dichtst bij de woonbebouwing ligt, bedraagt de hoogst berekende concentratie 22,17 µg/m3 in 2014 in de plansituatie. De concentratie neemt in dat jaar toe met 0,23 µg/m3 als gevolg van de planontwikkeling. Zoals eerder aangegeven is er geen sprake van een overschrijding van de grenswaarde.
Etmaalgemiddelde concentratie fijn stof
Het aantal overschrijdingen van de etmaalgemiddelde PM10-concentratie (de dagnorm) wordt afgeleid van de jaargemiddelde concentratie. De afgeleide grenswaarde (en daarmee de waarde waaronder het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de etmaalgemiddelde concentratie van 50 µg/m3 (75 µg/m3 tot 11 juni 2011) niet wordt overschreden) bedraagt 32,5 µg/m3 inclusief zeezoutcorrectie
De hoogst berekende (ongecorrigeerde) jaargemiddelde concentratie PM10 bedraagt 26,64 µg/m3 (2014, autonome situatie). Dit betekent dat er langs de doorgerekende wegen in geen van de scenario's sprake is van een overschrijding van het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de etmaalgemiddelde fijn stof concentratie (35 keer).
Uit de rekenresultaten blijkt dat de aanpassing van de toerit Koninginnelaan geen overschrijding van de grenswaarden, zoals gesteld in bijlage 2 van de Wet milieubeheer, tot gevolg heeft. Er wordt voldaan aan de eisen van de Wm.
De luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de aanpassing van de toerit Koninginnelaan. De toerit kan gerealiseerd worden op grond van artikel 5.16, eerste lid onder a, juncto artikel 5.16, tweede lid onder c, Wm.