direct naar inhoud van 2.2 Functionele structuur
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

2.2 Functionele structuur

Het huidige gebruik binnen de Lus van Linne is gemengd en bestaat uit de hoofdgroepen zoals deze in navolgende figuur zijn weergegeven.

In het bestemmingsplangebied van circa 245 ha bevindt zich momenteel bijna 50% open water (exclusief rivier), meer dan 40% wordt nog agrarisch gebruikt en op een gedeelte van de overige 10% is spontaan een waardevolle natuur ontstaan. Daarmee vertoont de Lus van Linne kenmerken van een rustgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01_0007.png"

De plassen en oevers van de Lus van Linne hebben momenteel overwegend een extensief medegebruik voor recreatie. Er zijn geen toeristisch-recreatieve voorzieningen of bebouwing aanwezig. Meestal ligt het gebied er verlaten bij.

Doordat het meeste oppervlak privaat eigendom is, zijn toegangswegen afgesloten voor algemeen autoverkeer, en alleen nog toegankelijk voor 'eigen' landbouwverkeer of verkeer ten behoeve van toezicht en beheer als natuurterrein. Er komen mede daarom slechts weinig vissers en wandelaars en oeverrecreanten. Vanaf sluis Linne leidt een fietspad naar en over de stuw van Linne. Dit fietspad heeft een infrastructurele functie tussen de beide Maasoevers, maar ook wordt er (natuur)recreatief gebruik van gemaakt.

Van de waterplassen is de noordelijke Gerelingsplas feitelijk toegankelijk voor (kleine) recreatievaart. Een groeiende zandbank verhindert doorgang voor gemotoriseerde schepen. Momenteel wordt van de Maas, en de daarop aansluitende zuidwestelijke plas (Den Hollander) gebruikt gemaakt door snelle motorboten. De Lus van Linne wordt nagenoeg alleen gebruikt ten behoeve van de recreatievaart. Bij Linne is een steiger ingericht voor ligplaatsen van jachten.

Beroepsvaart maakt gebruik van de westelijk gelegen Sluis Linne, en ook het Lateraalkanaal doet dienst als vaarweg voor de beroepsvaart. Er is dus geen doorgaande beroepsvaart over de Lus van Linne. Wel vindt incidenteel nog transport plaats van (sloop)schepen naar een aanlegplaats bij een bedrijf ten zuidwesten van de Lus van Linne. De gemeentelijke loswal ten het oosten van het plangebied is niet meer in gebruik.

Het bedrijf Solvay bij Linne kent geen watertransport (meer) en is als droog industrieterrein in gebruik.

De Lus van Linne fungeert als winterbed bij hoogwater. Dit geeft een breder doorstromingsprofiel en waterberging. Naast de Stuw van Linne is een overlaat aangelegd waarvan de afloop zich kort na de stuw weer samenvoegt met het zomerbed. In het gebied zelf zijn geen werken uitgevoerd of voorzien in het kader van hoogwaterbescherming. Bij lage afvoeren bestaat een groot peilverschil over de stuw Linne. Dan is er benedenstrooms een beperkt verhang in de Maaslus. Bij stijgende afvoeren draait dit om: het verhang over de stuw wordt kleiner, maar het daaropvolgende verhang rond de Lus van Linne wordt groter. Deze dynamiek ter hoogte van de stuw Linne loopt nog verder op met waterstanden tussen 22 m+NAP bij een 50-jaars hoogwater en bij de maatgevende afvoer (MHW, eens in de 1250 jaar) iets meer dan 23 m+NAP.

Het droge deel van het plangebied wordt intensief gebruik voor landbouw als weiland en akker. Meer dan 80 ha terrein en kaden zijn (kortlopend) verpacht. Percelen maïsteelt wisselen af met beweiding door koeien.

De delfstofwinning in het gebied is begin jaren '90 geheel tot stilstand gekomen. De winning van spoorgrind en de belading bij Linne in kantelbakwagons werd al in de jaren '70 beëindigd om economische redenen en omdat de voorkeur ontstond voor de toepassing van hoekig gebroken rots als ballastbed.

afbeelding "i_NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01_0008.png"