direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Binnenstad Roermond
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000150-VG01

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en pleinen met een verblijfsfunctie, alsmede ter ontsluiting van de nabijgelegen gronden;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. verkeersvoorzieningen;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, waaronder begrepen de stalling van fietsen en scooters, brommers etc., met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend bovengrondse parkeervoorzieningen in één laag zijn toegestaan;
  • e. bevoorrading;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. terrassen ten behoeve van de horecafunctie;
  • i. het houden van markt;
  • j. standplaatsen;
  • k. een busstation;
  • l. evenementen;
  • m. een tunnel voor het wegverkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tunnel'.
16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de als ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 16.1 genoemde functies worden gebouwd.

16.2.1 Gebouwen
  • a. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt ten hoogste 15 m2;
  • b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn fietsenstallingen toegestaan met een gezamenlijk oppervlakte van ten hoogte 250 m2 en een maximale bouwhoogte van 4 meter.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen bedraagt ten hoogste 5 meter;
  • b. de bouwhoogte van licht- en andere masten, aanwijsborden, reclametekens, verkeerstekens en -regelinstallaties en beeldende kunstwerken bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' ten hoogste 10 meter;
  • c. ten behoeve van pleinterrassen mogen uitsluitend parasols worden geplaatst;
  • d. ten behoeve van pleinterrassen mogen op het Stationsplein tevens losse, niet permanent met de grond verbonden, terrasafscheidingen, met een hoogte van maximaal 150 cm worden geplaatst, mits deze terrasafscheidingen doorzichtig zijn (met uitzondering van de constructie die maximaal 10 % van het gevelvlak in beslag mag nemen);
  • e. ten behoeve van gevelterrassen mogen haaks op de gevel van een pand met een horeca-aanduiding terrasafscheidingen worden geplaatst met een hoogte van maximaal 150 cm. De onderste 75 cm van deze afscheiding mag ondoorzichtig zijn, daarboven dient de afscheiding doorzichtig te zijn (met uitzondering van de constructie die maximaal 10 % van het gevelvlak in beslag mag nemen);
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 meter, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 6 meter.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Afwijken ten behoeve van gevelterrassen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.2 voor het plaatsen van een terrasafscheiding parallel aan de gevel bij gevelterrassen die aan een plein zijn gelegen, mits:

  • a. de terrasafscheiding maximaal 70 cm hoog is;
  • b. de terrasafscheiding doorzichtig is (met uitzondering van de constructie die maximaal 10 % van het gevelvlak in beslag mag nemen);
  • c. de ontvluchting vanuit de horecagelegenheid niet negatief wordt beïnvloed;
  • d. de terrasafscheiding voldoet aan de dubbelbestemming Waarde - Beschermd stadsgezicht.
16.3.2 Afwijken ten behoeve van winterterrassen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2, voor het realiseren van een winterterras op de Markt, het Stationsplein, het Munsterplein, aan de Roerkade of aan de Roersingel, mits:

  • a. het winterterras voldoet aan de dubbelbestemming Waarde - Beschermd stadsgezicht;
  • b. het winterterras een hoogwaardige architectonische vormgeving en een maximale transparantie heeft, waarbij het aangezicht van de achtergelegen panden in belangrijk mate onaangetast blijft;
  • c. voorzover het winterterras grenzend aan een plein wordt gerealiseerd: de relatie met het plein en de functie van het plein behouden blijft;
  • d. de hoogte, diepte en dakhelling op elkaar en de omgeving worden afgestemd, waarbij het dakvlak van het winterterras het hoogste punt moet hebben aan de gevel van het achtergelegen pand;
  • e. voldoende ruimte overblijft voor loop- en/ of bevoorradingsstroken;
  • f. hemelwater op deugdelijke wijze wordt afgevoerd;
  • g. kabels en leidingen te allen tijde bereikbaar blijven.

Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden stellen ten aanzien van de hierboven bedoelde bouwwerken, teneinde een ruimtelijk verantwoorde inpassing van deze bouwwerken te waarborgen.

16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied' te wijzigen ten behoeve van de realisatie van een gebouwde parkeervoorziening ten behoeve van het Designer Outlet, met maximaal 1 laag ondergronds en bovengronds maximaal 4 lagen (zijnde parkeerdekken), ten behoeve van het scheppen van parkeervoorzieningen met een zodanige omvang en op een zodanige wijze dat op eigen terrein van het Designer Outlet voldaan kan worden aan de parkeernorm als opgenomen in Bijlage 4, uitsluitend indien dit nodig is als gevolg van de ontwikkeling van de bezoekersaantallen van het Designer Outlet.