5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden, de verbetering van het milieu en de natuurlijke levensgemeenschappen;
b. water en waterinfiltratie;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
5.2.1 Algemeen
Ter plekke van deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
5.3 Landschappelijke inpassing en beeldkwaliteitsplan
5.3.1.
De landschappelijke inpassing en mitigerende maatregelen van de locatie Grijzegrubben 2 op de gronden met de bestemming ‘Natuur’ moet binnen een termijn van twee jaar na de het onherroepelijk worden van onderhavig bestemmingsplan zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden;
5.3.2.
Onder landschapsplan wordt in deze planregels verstaan de ‘Landschappelijke inpassing en mitigerende maatregelen ‘Ruimte-voor-Ruimteplan Grijzegrubben 2’, Grijzegrubben 2, 6361 GM Nuth - PNR 6361GM2-041011/030512’ gedateerd 4 oktober 2011/3 mei 2012, opgesteld door Ir. Guido Paumen, Tuin- en landschapsarchitect Bnt (bijlage 8 van de toelichting).
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
5.4.1 Algemeen
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van waterlopen;
c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, het egaliseren, het verwijderen van graften;
d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
f. het kappen, vellen- en of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas en/of doornstruweel ten gevolge kunnen hebben.
5.4.2 Uitzonderingen op verbod
Het onder 5.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
b. werken of werkzaamheden van ongeschikte betekenis;
c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, zulks met uitzondering van het blijvend scheuren van grasland;
d. werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins kunnen worden uitgevoerd;
e. zover de Boswet of krachtens die Wet gestelde voorschriften van toepassing zijn aanvulling bos;
f. het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
g. het periodiek kappen van griendhout en ander hakhout voor zover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestaande bodemgebruik;
h. werken en werkzaamheden waarop de verordening op ontgrondingen in Limburg van toepassing is;
i. werken of werkzaamheden die worden uitgevoerd in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet en handelingen opleveren waarvoor ingevolge artikel 12 van die Wet een vergunning van de Minister van Landbouw, Natuur en Visserij is vereist, dan wel handelingen welke zijn voorzien in een beheersplan, als bedoeld in artikel 14 van die Wet;
j. het aanplanten van dicht doornstruweel in een strook met een breedte van 5 meter aan de zuidzijde van deze bestemming.