Plan: | Schinkelsweg 8a-Hagelkruisbaan ongenummerd |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0946.WPSchinkelsw8a2011-VA01 |
Voor het realiseren van een aanvaardbare woon- en leefklimaat en om te voorkomen dat agrarische bedrijven in hun ontwikkeling belemmerd worden, is het bepaalde in de Wet geurhinder en veehouderij van belang. De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. De Wgv vervangt de Wet stankemissie veehouderijen die van toepassing was in reconstructiegebieden en de drie 'stankrichtlijnen' die van toepassing waren in de rest van Nederland: de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996, de Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985 en het Cumulatierapport.
De gemeente Nederweert heeft een geurverordening en een gebiedsvisie opgesteld. De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) biedt de mogelijkheid door middel van een verordening en een gebiedsvisie af te wijken van de geurnormen genoemd in de Wgv, zodat er een meer op de gemeente toegepast toetsingskader voor geur ontstaat. De gemeente heeft verschillende normen toegekend aan verschillende gebieden binnen de gemeente. Voor het plangebied (Buitengebied) is echter de wettelijke geurnorm van 14 OUE/m3 als maximale voorgrondbelasting blijven gelden.
Voor de berekening van streefwaarden voor achtergrondbelasting kent de gebiedsvisie de volgende uitgangspunten:
In de Handreiking Wgv, Infomil 2007 wordt aangegeven hoe de milieukwaliteit van een gebied kan worden gekwalificeerd aan de hand van het percentage geurgehinderden als gevolg van de optredende voor-en achtergrondgeurbelasting door veehouderijen in een bepaald gebied. In bijlagen 6 en 7 van de Handreiking Wgv worden daartoe de optredende achtergrondbelasting aan percentages geurgehinderden gekoppeld. Op basis van deze percentages aan geurgehinderden in een bepaald gebied, kan een oordeel geveld worden over de milieukwaliteit in dat gebied. Volgens deze bijlagen ligt het percentage geurgehinderden bij de bovengenoemde streefwaarden voor achtergrondgeurbelasting in het buitengebied van 20 ouE/m3 tussen de 15 - 20 %. Daarmee is het in het buitengebied aanwezige, na te streven en in ieder geval te behouden woon-en leefklimaat te kwalificeren als 'matig'.
Door ROBA Advies te Deurne is zowel de voorgrond- als de achtergrondgeurbelasting van intensieve veehouderijen op het plangebied bepaald (Rapport: ROBA, Wet geurhinder en veehouderij, Omgekeerde werking oprichting groepsaccommodatie Schinkelsweg 8a Ospel, d.d. 2 oktober 2012). Voor de volledige inhoud van de rapportage wordt verwezen naar het onderzoek dat als bijlage 6 onderdeel van deze plantoelichting uitmaakt.
Bij de veehouderijen waar dieren worden gehouden waarvoor géén geuremissiefactoren gelden, moet worden getoetst aan een vaste astand van 50 meter tot de rand van het bouwblok. Binnen het te onderzoeken gebied, bevinden zich enkele bedrijven met dieren zonder geuremissiefactor, echter deze bevinden zich allen buiten de 50 meter vanaf het plangebied.
De voorgrondgeurbelasting op het plangebied van de meest maatgevende veehouderij (Horick 34) bedraagt maximaal 13,3 OUE/m3 . De achtergrondgeurbelasting bedraagt maximaal 16,58 OUE/m3 . Omdat de voorgrondgeurbelasting meer dan de helft bedraagt van de achtergrondgeurbelasting, is de voorgrondgeurbelasting maatgevend. Deze ligt ruim onder de geldende wettelijke norm van 14 OUE/m3 .
Uit de berekening middels V-stacks gebied blijkt dat de achtergrondbelasting op het plangebied kan worden beoordeeld als een 'matig' woon-en leefklimaat. Hiermee wordt voldaan aan de streefwaarde zoals de gemeente Nederweert deze heeft opgenomen in de gebiedsvisie, waar de streefwaarde voor het buitengebied ligt op maximaal 20 ouE/m3
Conclusies