direct naar inhoud van 4.4 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Wijzigingsplan Bientjesweg 2, Ospel
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.WPBientjesweg22013-VA01

4.4 Archeologie en cultuurhistorie

4.4.1 Archeologie

Op 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat, waar nodig, die waarden veilig gesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.

De gemeente Nederweert heeft een eigen archeologiebeleid vastgesteld, waarbij de kans op het aantreffen van archeologische resten in de bodem in beeld is gebracht op een archeologische verwachtingskaart. Afhankelijk van de waarde stelt de gemeente voorwaarden voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.

Zoals te zien op de archeologische verwachtingskaart, welke is weergegeven in de volgende figuur, is de planlocatie gelegen in een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0946.WPBientjesweg22013-VA01_0012.jpg"
Archeologische verwachtingswaarde.
Bron: Gemeente Nederweert.

Ten aanzien van gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde stelt de gemeente in haar beleid dat onderzoek noodzakelijk is voor ontwikkelingen waarbij dieper dan 40 cm in de grond wordt gegraven en waarbij een grotere oppervlakte dan 2.500 m2 wordt verstoord.

In onderhavig geval zal uitsluitend een nieuwe voeropslag worden opgericht. Hierbij zal niet dieper dan 40 cm in de grond worden gegraven. Daarnaast is geen sprake van een oppervlakte van meer dan 2.500 m2, waarmee aan de vrijstelling voor onderzoek wordt voldaan.

Gezien aan de voorwaarden tot vrijstelling van archeologisch onderzoek wordt voldaan, kan verder onderzoek naar archeologische waarden achterwege blijven. Hiermee kan worden gesteld dat met de voorgenomen ontwikkeling geen archeologische resten zullen worden geschaad. Mochten tijdens de werkzaamheden alsnog vondsten worden gedaan, dan zullen deze worden gemeld bij het bevoegd gezag.

4.4.2 Cultuurhistorie

Het cultuurhistorisch erfgoed van Nederland bestaat uit monumentale panden, historische zichtlijnen, kenmerkende landschappen en waardevolle lijn- en/of vlakelementen. Het cultuurhistorisch erfgoed geeft een beeld van de geschiedenis van het landschap. Daarom is bescherming van deze elementen van belang. Om de cultuurhistorisch waardevolle elementen in beeld te brengen is de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) opgesteld.

Volgens de CHW, zoals weergegeven in de volgende figuur, is de planlocatie niet in een gebied met cultuurhistorisch waardevolle elementen gelegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0946.WPBientjesweg22013-VA01_0013.jpg"
CHW.
Bron: Provincie Limburg.

De planlocatie is op voldoende afstand van cultuurhistorisch waardevolle elementen gelegen. Hierdoor zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen cultuurhistorische waarden worden aangetast.

4.4.3 Aardkundige waarden

Het doel van het beleid met betrekking tot aardkundige waarden is om de ontstaansgeschiedenis van het aardoppervlak zichtbaar, beleefbaar en begrijpelijk te houden. Om aardkundige waarden te beschermen zijn aardkundig waardevolle gebieden aangewezen.

Zoals te zien in de volgende figuur is de planlocatie niet in een aardkundig waardevol gebied gelegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0946.WPBientjesweg22013-VA01_0014.jpg"
Aardkundig waardevolle gebieden.
Bron: Provincie Limburg.

Gezien de planlocatie niet in een aardkundig waardevol gebied is gelegen zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen aardkundige waarden worden aangetast.

4.4.4 Conclusie

Met de voorgenomen ontwikkeling mogen geen archeologisch waardevolle elementen worden aangetast. De planlocatie is gelegen in een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde. Aan de voorwaarden voor vrijstelling van archeologisch onderzoek kan met de voorgenomen ontwikkeling echter worden voldaan, waardoor verder onderzoek achterwege kan blijven. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen archeologische waarden worden aangetast.

In het kader van de cultuurhistorie is het van belang dat cultuurhistorisch waardevolle elementen behouden en, waar mogelijk, versterkt worden. De planlocatie is niet in een gebied met cultuurhistorisch waardevolle elementen gelegen. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen cultuurhistorisch waardevolle elementen worden geschaad.

Een nieuwe ontwikkeling mag geen nadelige gevolgen hebben op de aardkundige waarden van een gebied. De planlocatie is niet in een aardkundig waardevol gebied gelegen. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen aardkundige waarden worden aangetast.

Hiermee kan worden gesteld dat ten aanzien van het aspect archeologie en cultuurhistorie geen belemmeringen te verwachten zijn.