Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
De gemeenteraad van Nederweert heeft bij besluit van 17 december 2013 het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert 2e herziening" vastgesteld. Tegen dit besluit is door een aantal partijen beroep aangetekend. Op 29 april 2015 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRvS) uitspraak gedaan (zaaknummer 201401570/1/R1). In die uitspraak zijn enkele onderdelen vernietigd. De gemeente heeft naar aanleiding van die uitspraak de onherroepelijke versie van het plan op www.ruimtelijkeplannen.nl gepubliceerd.
Verder heeft de ABRvS in de eerder aangehaalde uitspraak aangegeven dat op het terrein van het bedrijf Fixet, gevestigd op het perceel Houtsberg 16 te Leveroy, niet geladen en gelost mag worden omdat zulks uitdrukkelijk uitgesloten is volgens de planregels gelezen in samenhang met de verbeelding. Dit terwijl het juist de bedoeling was van het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert 2e herziening" om laden en lossen op het gehele perceel van het bedrijf mogelijk te maken.
Het voorliggende plan voorziet in de benodigde herziening van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 2 De herziening
In het vigerende bestemmingsplan wordt ingevolge artikel 6, lid 6.5, onder k, van de planregels tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in ieder geval begrepen het laden en lossen van vrachtwagens op het perceel Houtsberg 16 of op de openbare weg grenzend aan de voorzijde van dat perceel, tenzij dit laden en lossen plaatsvindt ter plaatse van de aanduiding "laad- en losplaats". Op de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert 2e herziening" ontbreekt evenwel een dergelijke aanduiding, zodat laden en lossen ter plaatse nu nergens is toegestaan.
Dit terwijl het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert 2e herziening" laden en lossen juist wel mogelijk wilde maken. In de toelichting van het "Buitengebied Nederweert 2e herziening" is een onderbouwing opgenomen waaruit blijkt dat de betreffende laad- en losmogelijkheden ruimtelijk aanvaardbaar zijn. Om dit aan te tonen is onder meer een akoestisch onderzoek uitgevoerd dat als bijlage is opgenomen bij het toelichting van het vigerende bestemmingsplan. Naar aanleiding van de uitkomsten van het akoestisch onderzoek is in de planregels van het vigerende bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting opgenomen die erop toeziet dat er maatregelen worden getroffen die de effecten van geluid beperken. Voor de uitgebreidere onderbouwing wordt verwezen naar paragraaf 2.1 van de toelichting van het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert 2e herziening" en het bij de toelichting van dat plan als bijlage gevoegde onderzoek "Akoestische aspecten Fixet Nederweert"; kenmerk 077201325:C1 - Definitief". Beide genoemde stukken zijn ook opgenomen in bijlagen 1 en 2 behorende bij deze toelichting.
Hoofdstuk 3 Juridisch plan
In de planregels wordt verwezen naar de vigerende planregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 2e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 17 december 2013, zoals onherroepelijk geworden bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 29 april 2015 (zaaknummer 201401570/1/R1), waarbij wordt opgemerkt dat het artikel inzake het verbod op laden en lossen (artikel 6, lid 6.5 onder k) wordt geschrapt.
Zienswijzen kunnen enkel worden ingediend tegen de in de voorliggende herziening opgenomen veranderingen ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening.
Hoofdstuk 4 Vooroverleg en zienswijzen
De voorliggende herziening van het bestemmingplan Buitengebied 3e herziening, betreft een marginale aanpassing. Gelet hierop, is besloten om het bestemmingsplan tegelijkertijd ter inzage te leggen in het kader van de zienswijzenprocedure en te doen toekomen aan de vooroverlegpartners.
In het kader van de zienswijzenprocedure is een tweetal zienswijzen binnengekomen. Zie voor de 'Nota van zienswijzen op ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Nederweert, 3e herziening' bijlage 1 bij het raadsbesluit.
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is het onderhavige bestemmingsplan op 29 september 2015 gewijzigd vastgesteld. De aanpassing betreft het toevoegen van een bouwhoogte van maximaal 3 meter voor het te bouwen geluidscherm. Voor de onderbouwing hiervan wordt opnieuw verwezen naar de voornoemde Nota van zienswijzen.
Bijlage
Bijlage 1 Excerpt paragraaf 2.1 van het bestemmingsplan Buitengebied Neerweert 2e herziening, onderdeel Fixet
- De regeling voor het perceel Houtsberg 16 te Leveroy waar een betonwarenbedrijf/bouwmaterialenhandel is gevestigd, is vernietigd omdat voor vrijwel het gehele perceel de aanduiding 'laad- en losplaats' is toegekend, terwijl niet inzichtelijk is gemaakt dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van het tegenover liggende woonpand inzichtelijk is gemaakt.
Van belang in dat kader zijn met name de aspecten luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en geluidhinder.
Ten aanzien van luchtkwaliteit kan worden opgemerkt dat de regeling hiervoor is neergelegd in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Het doel is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmeringen voor ruimtelijke ontwikkelingen als een project “niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM)” aan de luchtverontreiniging. In de algemene maatregel van bestuur „Niet in betekenende mate bijdragen" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Een project draagt niet in betekenende mate bij indien aannemelijk is gemaakt dat de toename van de concentraties in de buitenlucht van zowel zwevende deeltjes (PM10) als stikstofdioxide niet de 3% grens overschrijdt. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als het bevoegd gezag op een andere wijze aannemelijk kan maken dat het geplande project niet in betekenende mate bijdraagt bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bedrijfsactiviteiten op de betreffende locatie aan de Houtsberg. Concreet is het de bedoeling dat het bestaande betonwarenbedrijf/bouwmaterialenhandel ruimere mogelijkheden krijgt voor de locatie van het laden en lossen. Het aspect van de bedrijfsvoering van dit bedrijf die een mogelijke nadelige invloed zou kunnen hebben op de luchtkwaliteit, zijn verkeersbewegingen van en naar de bedrijfslocatie. Deze veranderen echter niet door het verruimen van de locatie voor het onderdeel het laden en lossen. Immers het aantal verkeersbewegingen zal daardoor niet toenemen ten opzichte van de reeds toegestane planologische situatie. Verder kan worden opgemerkt dat het om maximaal 21 vrachtwagens per dag gaat. Uit verkeerscijfers van 2008 blijkt dat er 3896 motorvoertuigen per etmaal over deze weg rijden. In deze cijfers zijn 168 zware vrachtwagens begrepen en 333 middelzware vrachtwagens. Het aandeel van Fixet is verwaarloosbaar ten opzichte van de heersende verkeerscapaciteit en de daarmee gepaard gaande emissie. Daarmee is het aannemelijk dat de grenswaarde van 3% voor NO2 en PM10 niet zal worden overschreden.
Met betrekking tot de aspecten manoeuvreren en stationair draaien van vrachtwagens kan worden opgemerkt dat deze evenmin in betekenende mate zullen bijdragen aan de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit wordt in principe op gebiedsniveau wordt beschouwd en de afstand tussen laden op voor- en achterzijde op dit niveau is daarin niet of nauwelijks onderscheid. Daarbij kan er nogmaals op worden gewezen dat het aantal vrachtwagens door de verandering van het bestemmingsplan niet zal toenemen.
Geconcludeerd wordt dat daarom dat de wijziging bij het bedrijf niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit is niet noodzakelijk.
Ten aanzien van het aspect verkeersveiligheid kan worden opgemerkt dat Fixet is gelegen aan de Houtsberg. Dit is een weg waar maximaal 80 km/u mag worden gereden. De Houtsberg is een overzichtelijke weg en biedt van beide zijden uit voldoende zicht op de toegang naar het terrein van Fixet. Het bedrijf is weliswaar gelegen in een bocht, doch dit is een overzichtelijke buitenbocht waarbij op grote afstand de situatie zichtbaar is.
De toegang naar het terrein is voldoende breed om veilig in te steken. Gezien het gebruik van het terrein draagt het feit dat het terrein aan twee zijden inritten heeft, bij aan de verkeersveiligheid. Op deze wijze kan een vrachtwagen rond rijden en hoeven er geen manoeuvres te worden gemaakt om een vrachtwagen te keren. In de toelichting zal dit nader worden onderbouwd.
Voorts wordt opgemerkt dat het hier om een bestaand bedrijf gaat waarbij slechts een verandering intreedt ten aanzien van de laad- en losmogelijkheden. Aangezien die op eigen terrein plaatsvinden zijn die niet van invloed op de verkeersveiligheid op de openbare weg.
Alhoewel het niet kan worden verplicht, is het bedrijf verzocht om zoveel mogelijk te bevorderen om de vrachtwagens aan de achterzijde te laten laden en lossen. In overleg met het bedrijf zal worden bezien of hiervoor een betere bewegwijzering kan worden aangebracht.
Ten aanzien van het aspect geluid is een akoestisch onderzoek uitgevoerd ('Akoestische aspecten Fixet Nederweert"; kenmerk 077201325:C1 - Definitief).
Onderzocht is de geluidimmissie ten gevolge van Fixet ter plekke van omringende woningen van derden. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen lossen van goederen aan de voorzijde en achterzijde. Concreet zijn de volgende varianten beschouwd:
I. Lossen zoals dat in de praktijk gewenst is
II. Lossen aan de achterzijde van het terrein
III. Losmogelijkheid op het hele terrein
Uit de berekeningen blijkt dat de geluidbelasting ter plekke van de voormalige bedrijfswoning aan de Houtsberg 14 meer dan de norm van 50 dB(A) bedraagt. Teneinde deze geluidbelasting te reduceren tot maximaal 50 dB(A) is het noodzakelijk om en geluidscherm met een hoogte van 2.8 meter te plaatsen op de erfgrens. Bij de verdere beoordeling is rekening gehouden met dit scherm. Dit scherm heeft ook een positief effect op de geluidbelasting bij de woningen aan de overzijde van de Houtsberg.
Het blijkt dat variant I bij enige woningen tot een hogere geluidbelasting leidt dan variant II. Bij andere woningen is dat net andersom. Bij alle varianten, ook bij variant III waarbij lossen op zowel aan de voorals achterzijde plaatsvindt, wordt aan de waarde van 50 dB(A) bij woningen voldaan. Deze geluidbelasting treedt alleen in de dagperiode op. Hiermee wordt voldaan aan de geluideisen uit het Activiteitenbesluit.
Geconcludeerd kan worden dat er in het kader van een omgevingsvergunningen voor het aspect milieu geen belemmeringen zijn voor lossen aan de voor- en achterzijde. Ook in het kader van een goede ruimtelijke ordening is een geluidbelasting van 50 dB(A) zonder meer toelaatbaar voor woningen gelegen langs een drukke doorgaande weg met een geluidbelasting van verkeerslawaai van orde 60 dB(A) in de dagperiode.
Uit de rekenresultaten blijkt dat bij alle woningen wordt voldaan aan de norm voor het maximale geluidniveau van 70 dB(A) (Activiteitenbesluit). Indien daaraan voldaan wordt dan wordt ook voldaan aan de uitgangspunten voor een goede ruimtelijke ordening. Vrachtwagens van derden op de openbare weg rijden op kortere afstand van de voorzijde van de woningen Houtsberg 14 en 25-35 en leiden tot hogere piekniveaus, niet alleen in de dagperiode.
De 21 vrachtwagens te behoeve van Fixet zijn verwaarloosbaar ten opzichte van de heersende verkeersintensiteit op de Houtsberg (3.896 motorvoertuigen per etmaal). De verkeersaantrekkende werking is daarmee niet relevant.
In de planregels is de aanleg van het de akoestische afscherming ter hoogte van Houtsberg 14 als voorwaardelijke verplichting opgenomen. De regeling komt als volgt te luiden:
"1. Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidscherm’ dient een akoestische afscherming met een hoogte van ten minste 2,8 meter en maximaal 3 meter te worden opgericht en in stand gehouden.
2. Het bepaalde onder 1 mag ook achterwege blijven of worden opgeheven indien via andere maatregelen een met het bepaalde onder 1 vergelijkbaar akoestisch resultaat wordt verkregen en in stand gehouden.
3. Indien binnen een half jaar na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan niet wordt voldaan aan het bepaalde onder 1 respectievelijk 2 dan dienen de bedrijfsactiviteiten op het buitenterrein te worden gestaakt, totdat wel voldaan wordt aan het bepaalde onder 1 respectievelijk 2."