direct naar inhoud van Artikel 5 Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden
Plan: Banendijk 4, Nederweert-Eind
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPBanendijk42012-VAST

Artikel 5 Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de natte milieuomstandigheden in de natuurgebieden de Groote Peel, Sarsven/de Banen, De Zoom en de Groote Moost.

5.2 Bouwregels

5.2.1. Algemeen

Op de voor Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.

5.2.2. Uitzonderingen op verbod

Het bepaalde in 5.2.1. is niet van toepassing op:

  • 1. bouwprojecten met een grondbeslag van niet meer dan 100 m²;
  • 2. activiteiten waarvoor geen of een lichte omgevingsvergunning vereist is;
  • 3. bouwprojecten waarvoor een reguliere omgevingsvergunning is verleend en waarvoor advies is ingewonnen bij het Waterschap Peel en Maasvallei;
  • 4. binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak.
5.3 Afwijken van de bouwregels

5.3.1. Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen een afwijking verlenen van het bepaalde in 5.2.1. en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de overige voor deze gronden aangewezen bestemming(en) .

5.3.2. Afwegingskader

Een in 5.3.1. genoemde afwijking kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de natte milieuomstandigheden in de in 5.1. genoemde natuurgebieden geen bezwaar bestaat, hetgeen blijkt uit een integrale gemeentelijke afweging, waarbij expliciet de natuurwaarden van het hydrologisch gevoelig gebied worden betrokken.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

5.4.1. Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bevoegd gezag de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren:

  • 1. het afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • 2. het diepploegen of diepwoelen dieper dan 30 cm;
  • 3. het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk;
  • 4. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • 5. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van waterlopen.

5.4.2. Uitzonderingen op verbod

Het in 5.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. ten dienste van de in 5.2.2. genoemde (bouw)werkzaamheden;
  • d. binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken.

5.4.3. Afwegingskader

Een in 5.4.1. genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen bezwaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van natte milieuomstandigheden, hetgeen blijkt uit een integrale gemeentelijke afweging, waarbij expliciet de natuurwaarden van het hydrologisch gevoelig gebied worden betrokken.

5.4.4. Strafregel

Overtreding van het verbod in 5.4.1. is een strafbaar feit.