direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Het Lierdal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.bp10005LIELDL-VA01

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een manege;
  • b. onderwijsvoorzieningen;
  • c. medische voorzieningen.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': opslag;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. aan de manege gelieerde horeca.Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.2.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • 1. gebouwen ten behoeve van de in artikel 8.1 genoemde bestemming;
  • 2. één bedrijfswoning per bedrijf
  • 3. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • 4. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
8.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één manege, onderwijsvoorziening of medische voorziening toegestaan;
  • b. binnen het bouwvlak mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag voor maximaal 100 % worden bebouwd;
  • d. het gebouw wordt in of maximaal 3,00 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd;
  • e. de goothoogte mag maximaal 4,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte mag maximaal 8,00 m bedragen.
8.2.3 Overige regels
  • a. Buiten het bouwvlak mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. Overkappingen en dergelijke (waaronder ook begrepen overdekte rijbakken) met een dakoppervlakte van meer dan 10 m2 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 5,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van omheiningen (waaronder begrepen omheiningen behorende bij rijbakken) en erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 m mag bedragen en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 m mag bedragen.
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van de bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
  • d. de aard, situering en oppervlakte van verhardingen.
8.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 8.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en van omliggende waarden.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van lichtmasten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.3 onder c ten behoeve van het oprichten van lichtmasten, met dien verstande dat:

  • a. deze uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte maximaal 8,00 m bedraagt;
  • c. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik van gronden en opstallen voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • b. opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik en behoudens ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • c. bedrijfsdoeleinden, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. woondoeleinden, waaronder ook stageverblijven en logiesverblijven worden begrepen;
  • e. detailhandelsdoeleinden anders dan zeer beperkte, aan de manege gelieerde en daaraan ondergeschikte detailhandel;
  • f. horecadoeleinden anders dan aan de manege gelieerde en daaraan ondergeschikte horeca.
8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Gemengd' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen of wijzigen van oppervlakteverhardingen buiten het bouwvlak;
  • b. het aanleggen van rijbakken buiten het bouwvlak.
8.6.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 8.6.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
8.6.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 8.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.