4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een bed & breakfastvoorziening
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor de vestiging van een bed & breakfastvoorziening ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat:
-
a. de voorziening uitsluitend mag worden gevestigd in de bedrijfswoning, of in een bijgebouw, op een afstand van maximaal 25,00 meter van de woning;
-
b. de voorziening ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie, wat inhoudt dat de voorziening maximaal 4 kamers mag omvatten;
-
c. een kamer een minimale oppervlakte dient te hebben van 12m2 en dat de maximale totale oppervlakte maximaal 70 m2 mag bedragen;
-
d. aan maximaal 8 personen gelijktijdig onderdak mag worden geboden, voor een maximale aaneengesloten verblijfsduur van 1 week;
-
e. de hoofdbewoner tijdens het nachtverblijf aanwezig is;
-
f. overnachting ten behoeve van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid niet is toegestaan;
-
g. de voorziening dient te voldoen aan het Bouwbesluit, de bouwverordening en brandveiligheidseisen;
-
h. er geen (onevenredig) nadeel mag ontstaan voor omliggende bedrijven;
-
i. de voorziening niet mag worden voorzien van een eigen kookgelegenheid;
-
j. dat middels een privaatrechtelijke overeenkomst wordt geborgd dat permanente bewoning is uitgesloten.
4.6.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een kleinschalige toeristische verblijfseenheid
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of van een bijgebouw voor een kleinschalige toeristische verblijfseenheid, met dien verstande dat:
-
a. de kleinschalige toeristische verblijfseenheid uitsluitend is toegestaan in bestaande bebouwing;
-
b. de kleinschalige toeristische verblijfseenheid dient te worden gesitueerd op een perceel, grenzend aan de toeristisch recreatieve hoofdstructuur;
-
c. het een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit betreft, welke behoort bij en ondergeschikt is aan de (agrarische) woonfunctie ter plaatse;
-
d. kleinschalige toeristische verblijfseenheden geen onevenredige afbreuk mogen doen aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen;
-
e. de totale gezamenlijke oppervlakte van de verblijfseenheid/-heden bij één woning niet meer mag bedragen dan 70m2;
-
f. per bouwperceel maximaal twee verblijfseenheden toegestaan;
-
g. de tijdelijke bewoning door dezelfde bewoner(s) zich dient te beperken tot een aaneengesloten periode van maximaal 3 weken;
-
h. overnachting in verband met het verrichten van seizoensgebonden arbeid niet is toegestaan;
-
i. de verblijfseenheid dient te voldoen aan het Bouwbesluit, de bouwverordening en de brandveiligheidseisen.
-
j. reclameuitingen dienen te voldoen aan redelijke eisen van welstand;
-
k. de ontwikkeling slechts een geringe ruimtelijke uitstraling mag hebben en niet mag leiden tot een onaanvaardbare toename van de verkeers- en parkeerdruk;
-
l. op eigen terrein dient te worden voorzien in de aanleg van voldoende parkeerplaatsen;
-
m. indien de verblijfseenheid wordt gevestigd in een vrijstaand bijgebouw tenminste 1 gevel van dit gebouw binnen een afstand van 25 meter van de (bedrijfs)woning dient te staan;
-
n. het afwijken van de bestemmingsplanbepalingen op grond van dit artikel niet mogelijk is indien de ontwikkeling op grond van het bepaalde in de op 25 februari 2011 door de gemeenteraad vastgestelde structuurvisie Het Lierdal dient bij te dragen aan de kwaliteitsverbetering van het plangebied Het Lierdal.
4.6.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder g voor het tijdelijk gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
-
a. het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. de afhankelijke woonruimte qua oppervlakte past in de voor deze bestemming geldende regeling voor bijgebouwen;
-
c. in geval het een vrijstaand bijgebouw betreft, de afstand daarvan tot de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning maximaal 25,00 meter mag bedragen;
-
d. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beëindigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist;
-
e. het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, indien de bij het verlenen van de vergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.