direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22a Rijksweg 19 Molenhoek
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.TAMRijksweg19-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Toepassingsbereik

1.1 Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar

Dit plan wijzigt het Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar in die zin dat na hoofdstuk 22 van het Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar [een hoofdstuk 22a] wordt ingevoegd, bestaande uit de regels van dit plan.

De hoofdstukken in dit plan moeten gelezen worden als paragrafen van [hoofdstuk 22a] van het Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar. In de artikelkop van de artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer [22a] worden gelezen. In de kop van de bijlagen moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage [22a] worden gelezen.

1.2 Tijdelijk omgevingsplan - bestemmingsplan

De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in 1.4.

1.3 Tijdelijk omgevingsplan - bruidsschat (vangnetbepaling)

De regels in afdeling 22.2 en afdeling 22.3 van het Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar zijn, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit plan.

1.4 Verwijzing naar verbeelding

De regels van dit plan zijn van toepassing op de locatie TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22a Rijksweg 19 Molenhoek, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0944.TAMRijksweg19-ON01.

Artikel 2 Begripsbepalingen

2.1 Van toepassing verklaring

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan.

2.2 Aanvullende begrippen

In aanvulling op het bepaalde in 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit plan de begrippen als bedoeld in 2.3 tot en met 2.7 gehanteerd.

2.3 Plan

het TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22a Rijksweg 19 Molenhoek met identificatienummer NL.IMRO.0944.TAMRijksweg19-ON01 van de gemeente Mook en Middelaar.

2.4 TAM-omgevingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

2.5 Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar

het omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet.

2.6 Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

2.7 Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

2.8 Aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep op zakelijk, administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

2.9 Aan huis verbonden bedrijf

een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de bewoner van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;

2.10 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

2.11 Bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van (een deel van) het bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;

2.12 Bed & breakfast

een kleinschalige bedrijfsmatige overnachtingaccommodatie voor toeristisch-recreatieve doeleinden, welke gericht is op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt, gevestigd in of bij de (agrarische) woning van de bewoner die tevens eigenaar is en wordt gerund door de bewoner. De bewoner is tijdens het nachtverblijf aanwezig;

2.13 Bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

2.14 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

2.15 Bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

2.16 Bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

2.17 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

2.18 Bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

2.19 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

2.20 Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

2.21 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

2.22 Erker

een bijbehorend bouwwerk met de omvang en uitstraling van een uitgebouwd venster, veelal gelegen voor het verlengde van de voorgevel;

2.23 Gebouw

een gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.24 Gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

2.25 Hoofdgebouw

een hoofdgebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.26 Huishouden

Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;

2.27 Kleinschalige toeristische verblijfseenheid

een accommodatie voor kleinschalige bedrijfsmatige verblijfsmogelijkheden voor toeristisch-recreatieve doeleinden, welke gericht is op een verblijf met een beperkte duur door steeds wisselende gasten, gevestigd in of bij de (agrarische) woning van de bewoner die tevens eigenaar is en wordt gerund door de bewoner;

2.28 Locatiegrens

de grens van een locatievlak;

2.29 Locatievlak

een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel;

2.30 Overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of ten hoogste aan drie zijden is voorzien van een (bestaande) wand;

2.31 Peil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: de gemiddelde hoogte van het wateroppervlak ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
  • d. voor een bouwwerk, gelegen in het talud van een dijk: de hoogte van de weg ter plaatse van de voorgevel.
2.32 Prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

2.33 Seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

2.34 Sekswinkel

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;

2.35 Uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

2.36 Voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;

2.37 Voorgevelrooilijn

de bouwgrens die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;

2.38 Vrijstaande woning

een woning waarvan het hoofdgebouw aan beide zijden niet in de zijdelingse bouwperceelsgrens is gebouwd;

2.39 Wonen

Het gehuisvest zijn in een woning;

2.40 Woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

3.1 Meetbepalingen

In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van het Omgevingsplan gemeente Mook en Middelaar, gelden de volgende meetbepalingen:

3.2 afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

3.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

3.4 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

3.5 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

3.6 hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;

3.7 horizontale diepte van een gebouw

de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;

3.8 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

3.9 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

3.10 oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;

3.11 toepassing van maten
  • a. bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,25 m bedraagt;
  • b. bij toepassing van de meetbepalingen wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn.

Hoofdstuk 2 Specifieke regels over functies

Artikel 4 Wonen

4.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0944.TAMRijksweg19-ON01 is aangewezen als 'Wonen'.

4.2 Functieomschrijving Wonen
4.2.1 Algemeen

Een locatie die is aangewezen als 'Wonen' heeft de volgende functies:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

4.3 Gebruiksactiviteiten
4.3.1 Algemeen

Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 4.2 genoemde functies van de gronden.

4.3.2 Aan huis verbonden beroep

Voor het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep beslaat maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 70 m2;
  • b. het aan huis verbonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning;
  • c. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het aan huis verbonden beroep.

4.4 Bouwactiviteiten
4.4.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:

  • a. bouwwerken staan ten dienste van de functies genoemd in artikel 4.2;
  • b. er zijn hoofdgebouwen in de vorm van woningen; bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.

4.4.2 Beoordelingsregels bouwactiviteit
a Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het maximum aantal wooneenheden mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand', mogen woningen uitsluiten vrijstaand worden gebouwd;
  • d. indien binnen het bouwvlak meerdere van de onder c genoemde bouwwijzen zijn aangeduid, geldt dat de bouwwijzen naast elkaar zijn toegestaan;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand', aan beide zijden minimaal 3 m;
  • f. de goot- en bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • g. de inhoud van een hoofdgebouw, inclusief de binnen het bouwvlak gebouwde bijbehorende bouwwerken, mag niet meer zijn dan 1.200 m3, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)' de inhoud maximaal de aangegeven inhoud mag bedragen;

b Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken mag niet meer zijn dan 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken per woning, met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingspercentage van het gedeelte van het bouwperceel waarop het hoofdgebouw niet mag worden gebouwd maximaal 60% bedraagt;
    • 2. voor de berekening van de oppervlakte en het bebouwingspercentage niet worden meegerekend bijbehorende bouwwerken die zijn gebouwd op gronden waar tevens het hoofdgebouw mag worden gebouwd;
  • c. bijbehorende bouwwerken moeten minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat erkers zijn toegestaan voor de voorgevelrooilijn, mits:
    • 1. de diepte maximaal 1,5 m is;
    • 2. de breedte niet meer is dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 3. de hoogte niet meer is dan het vloerpeil van de eerste verdieping dan wel, als het hoofdgebouw slechts uit één verdieping bestaat, de hoogte niet meer is dan het hoofdgebouw;
    • 4. de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal 3,5 m is;
    • 5. in geval van een hoekwoning, aan maximaal 1 gevel een erker wordt gebouwd;
  • d. de goothoogte is maximaal 3,3 m;
  • e. de bouwhoogte is maximaal 6 m;
  • f. indien gebouwd aan de zijgevel van het hoofdgebouw mogen bijbehorende bouwwerken in de zijdelingse bouwperceelgrens worden gebouwd met uitzondering van bijbehorende bouwwerken aan één zijde van het hoofdgebouw ten behoeve van een vrijstaande woning waarbij de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 3 m is.

c Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van antennes is maximaal 15 m;
  • b. de bouwhoogte van pergola's, tuinmeubilair, vlaggenmasten is maximaal 4 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' is maximaal 1 m;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' is maximaal 2 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 2 m.

4.4.3 Maatwerkvoorschrift

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een maatwerkvoorschrift nadere eisen te stellen ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit ten aanzien van:

  • a. de situering van bijbehorende bouwwerken ten opzichte van het hoofdgebouw;
  • b. de situering en afmetingen van bouwwerken geen gebouwen zijnde.

4.5 Omgevingsplanactiviteiten
4.5.1 Aan huis verbonden bedrijf
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf;
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. het aan huis verbonden bedrijf wordt uitgeoefend door een bewoner van de woning;
    • 2. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
    • 3. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt voor het aan huis verbonden bedrijf, tot een maximum van 70 m2;
    • 4. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende bedrijf;
    • 5. het aan huis verbonden bedrijf geen onevenredige aantasting oplevert van het woon- en leefklimaat en geen onevenredige afbreuk doet aan het (woon)karakter van de wijk of buurt;
    • 6. geen sprake is van een onaanvaardbare toename van verkeers- en parkeerdruk;
    • 7. parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

4.5.2 Internetverkoop
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van internetverkoop;
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. de internetverkoop wordt uitgeoefend door een bewoner van de woning;
    • 2. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
    • 3. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt voor internetverkoop, tot een maximum van 70 m2;
    • 4. geen detailhandel plaatsvindt, waaronder mede wordt verstaan het met of zonder afspraak ontvangen van klanten aan huis voor bezichtiging, verkoop en/of het afhalen van producten;
    • 5. de internetverkoop geen onevenredige aantasting oplevert van het woon- en leefklimaat en geen onevenredige afbreuk doet aan het (woon)karakter van de wijk of buurt;
    • 6. geen sprake is van een onaanvaardbare toename van verkeers- en parkeerdruk;
    • 7. parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

4.5.3 Bed & Breakfast
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van een Bed & Breakfast;
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. de Bed & Breakfast een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit betreft die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie wonen;
    • 2. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt voor een Bed & Breakfast, tot een maximum van 70 m2;
    • 3. ingeval de Bed & Breakfast wordt gevestigd in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, ten minste 1 gevel van dit bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 10 m van de woning staat;
    • 4. de Bed & Breakfast door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneert als een zelfstandige wooneenheid en binnen de Bed & Breakfast geen keukeninrichting aanwezig is;
    • 5. de Bed & Breakfast maximaal 4 kamers omvat;
    • 6. de oppervlakte van een kamer minimaal 12 m2 bedraagt, exclusief sanitaire ruimte;
    • 7. verblijf wordt geboden aan maximaal 8 personen tegelijkertijd voor een aaneengesloten periode van gebruik van maximaal 1 week per gebruiker;
    • 8. geen overnachting plaatsvindt in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid;
    • 9. de Bed & Breakfast geen onevenredige afbreuk doet aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven;
    • 10. de Bed & Breakfast geen onevenredige aantasting oplevert van het woon- en leefklimaat en geen onevenredige afbreuk doet aan het (woon)karakter van de wijk of buurt;
    • 11. geen sprake is van een onaanvaardbare toename van verkeers- en parkeerdruk;
    • 12. parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

4.5.4 Kleinschalige toeristische verblijfseenheden
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van kleinschalige toeristische verblijfseenheden;
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. de toeristische verblijfseenheden een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit betreffen die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie wonen;
    • 2. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt voor toeristische verblijfseenheden, tot een maximum van 70 m2;
    • 3. ingeval een toeristische verblijfseenheid wordt gevestigd in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, ten minste 1 gevel van dit bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 25 m van de woning staat;
    • 4. het aantal toeristische verblijfseenheden niet meer bedraagt dan 2 per bouwperceel;
    • 5. verblijf wordt geboden voor een aaneengesloten periode van gebruik van maximaal 3 weken per gebruiker;
    • 6. geen overnachting plaatsvindt in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid;
    • 7. de toeristische verblijfseenheden geen onevenredige afbreuk doen aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven;
    • 8. de toeristische verblijfseenheden geen onevenredige aantasting opleveren van het woon- en leefklimaat en geen onevenredige afbreuk doen aan het (woon)karakter van de wijk of buurt;
    • 9. geen sprake is van een onaanvaardbare toename van verkeers- en parkeerdruk;
    • 10. parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

Hoofdstuk 3 Algemene regels over functies

Artikel 5 Toepassingsbereik

De regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing binnen het plangebied zoals opgenomen in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0944.TAMRijksweg19-ON01.

Artikel 6 Aanvraagvereisten

  • a. De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit plan. In het bijzonder geldt dat:
    • 1. het bepaalde in artikel 22.284 van toepassing is op een aanvraag om omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit in dit plan; en
    • 2. het bepaalde in artikel 22.286 van toepassing is op een aanvraag om omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit in dit plan.
  • b. In aanvulling op het bepaalde onder 1 worden bij de aanvraag om omgevingsvergunning die gegevens en bescheiden overlegd die naar het oordeel van het bevoegde gezag noodzakelijk zijn voor een toets aan de beoordelingsregels.

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Bestaande maatvoering

Het in stand houden van bouwwerken waarvan de maatvoering afwijkt van het bepaalde in dit plan is toegestaan indien de bestaande maatvoering bestond op het moment dat dit artikel in werking is getreden en het bouwwerk is gerealiseerd overeenkomstig een daartoe verleende omgevingsvergunning.

Artikel 9 Parkeren

9.1 Beoordelingsregel parkeren op eigen terrein
  • 1. Indien uit het gebruik van een bouwwerk een behoefte aan parkeergelegenheid voortvloeit kan alleen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 worden verleend, indien op het bijbehorende bouwperceel in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden;
  • 2. Van voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan de parkeerkencijfers zoals opgenomen in CROW-publicatie 'Parkeerkencijfers 2024' Daarbij worden de gemiddelde parkeerkencijfers in de categorie 'rest bebouwde kom' gehanteerd. Als ten tijde van de indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 een nieuwe parkeernormering wordt vastgesteld, wordt rekening gehouden met de dan vastgestelde parkeernormering.

9.2 Afwijken beoordelingsregel parkeren op eigen terrein

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 te verlenen in afwijking van artikel 9.1 indien:

  • a. er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied is, of;
  • b. er door andere omstandigheden mede verband houdende met de aard en omvang van de nieuwe functie of het bouwwerk zoals dubbelgebruik, aanwezigheidspercentages en fietsgebruik volstaan kan worden met een lagere norm;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
    • 2. de woon- en leefsituatie.

Artikel 10 Gebruiksactiviteiten - algemeen

10.1 Strijdig gebruik

Het is in ieder geval verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van:

  • a. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de functie gerichte gebruik en onderhoud;
  • b. het gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de functie gerichte gebruik en onderhoud;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

10.2 Landschappelijke inpassing
  • a. Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen met de functie 'Wonen' conform het bepaalde in artikel 4 is slechts toegestaan:
    • 1. indien binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van dit artikel, de landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van de planregels;
    • 2. zolang de landschappelijke inpassing als bedoeld onder a, duurzaam in stand wordt gehouden.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij maatwerkvoorschrift afwijken van het bepaalde onder 1, waarbij op ondergeschikte punten wordt afgeweken van het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van de planregels.

Artikel 11 Bouwactiviteiten - algemeen

11.1 Beoordelingsregels bouwactiviteit - algemeen
11.1.1 Ondergrondse werken en werkzaamheden

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

11.1.2 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m2;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder peil;
  • d. bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak dan wel inhoud, wordt de oppervlakte dan wel inhoud van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.

11.2 Afwijken beoordelingsregels bouwactiviteit - algemeen
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit te verlenen in afwijking van:
    • 1. het bepaalde in artikel 11.1.2 sub c, ten behoeve van het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil, mits de waterhuishouding niet wordt verstoord en geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden;
  • b. Indien de aanvrager in zijn aanvraag een beroep doet op het bepaalde onder 1, overlegt de aanvrager de gegevens en bescheiden die nodig zijn voor de beoordeling in lid 1.

Hoofdstuk 4 Overgangsregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

12.1.2 Maatwerkvoorschrift

Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift eenmalig afwijken van het bepaalde in artikel 12.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.

12.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd zijn met het Omgevingsplan zoals dat gold voor inwerkingtreding van dit plan.

12.2 Overgangsrecht gebruik
12.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

12.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

12.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

12.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het Omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit plan.