direct naar inhoud van Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
Plan: Mook en Molenhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.BPMOOKMOLENHOEK-VA01

Artikel 30 Waterstaat - Waterkering

30.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.

30.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

30.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikelĀ 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting van het doelmatig functioneren van de waterkering plaatsvindt en in verband daarmee advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

30.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.4.1 omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikelĀ 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verrichten van graafwerkzaamheden of (ont-)gravingen;
  • b. het aanbrengen of verwijderen van bomen, heggen, heesters of struiken;
  • c. het verrichten van boringen;
  • d. het aanleggen of verwijderen van kabels en leidingen, inclusief mantelbuizen en drainagevoorzieningen;
  • e. veranderingen aanbrengen in de hoogteligging van het maaiveld;
  • f. het aanleggen of wijzigen van paden;
  • g. het aanleggen van voorzieningen voor recreatief medegebruik.
30.4.2 verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 mag alleen worden verleen indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de waterkering, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.

30.4.3 advies

In verband met de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 wordt de beheerder van de waterkering om advies gevraagd.

30.4.4 uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.