direct naar inhoud van Artikel 20 Water
Plan: Mook en Molenhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.BPMOOKMOLENHOEK-VA01

Artikel 20 Water

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • b. de scheepvaart;
  • c. de beheersing van de waterstand en de stroomvoerende functie van de rivier de Maas;
  • d. het behoud en herstel van natuurwaarden;
  • e. een brug ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  • f. een passantenhaven ter plaatse van de aanduiding 'passantenhaven';

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder bruggen, steigers, dammen, duikers en lichten en bakens ten behoeve van de scheepvaart.

20.2 bouwregels
20.2.1

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

20.2.2

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering dan wel voor de passantenhaven, maximaal:

  • a. bruggen en viaducten 15 m;
  • b. rivierkundige bouwwerken 8 m;
  • c. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 4 m.
20.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2.2 voor de bouw van openbare aanlegplaatsen en/of steigers ten behoeve van bestaande bebouwing en functies die grenzen aan het water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. in rietkragen en groene oeverzones met een breedte van meer dan 2 meter mogen geen steigers worden aangebracht;
  • b. met de aanleg van de steiger mag geen onevenredige (blijvende) schade worden aangebracht aan ter plekke aanwezige rietkragen of andere met oever- en moerasplanten begroeide oevers;
  • c. er dient schriftelijke toestemming te zijn verkregen van de waterbeheerder en van de eigenaar van de betreffende oeverzone en/of het water;
  • d. de lengte van de steiger mag niet meer bedragen dan 3 meter en de breedte niet breder zijn dan 1 meter. De steiger mag niet meer dan 0,75 meter boven het wateroppervlakte (streefpeil) uitsteken;
  • e. per steiger mogen niet meer dan 2 afmeerpalen gerealiseerd worden met een onderlinge afstand van maximaal 3 meter;
  • f. de steiger dient 'onderloops' te zijn, hetgeen betekent, dat het water onder de steiger en het plankier vrije doorloop moet hebben;
  • g. de steiger wordt bij voorkeur aangelegd in combinatie met een natuurvriendelijke inrichting achter de steiger.