Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpCentrum-vg01

Artikel 16 Water

16.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. doeleinden die betrekking hebben op de natuurlijke afvloeiing en (tijdelijke) berging van water in de vorm van watergangen en rivieren; 
  2. beroeps- en recreatievaart;
  3. aanlegsteigers ten behoeve van de recreatieve scheepvaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' (as); 
  4. aanlegsteigers ten behoeve van de rederij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-aanlegsteiger rederij' (sw-ar); 
  5. een walradar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-walradar (sw-wr)';
  6. horeca van categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2 (h=2)';
  7. detailhandel in nautische producten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-nautische producten' (sd-np);
  8. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding-rijksmonument [sba-rm]’ tevens voor de bescherming van het (de) op deze gronden aanwezige Rijksmonument(en).
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen
 
Op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten dienste van de in artikel 16 lid 1 genoemde doeleinden. Hieronder worden in ieder geval begrepen steigers, toegangsbruggen en aanmeerpalen ten behoeve van verankering in de bodem. Voor het bouwen gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van aanmeerpalen mag maximaal 6,00 meter bedragen;
  2. de bouwhoogte van walradars mag maximaal 12,00 meter bedragen;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3,00 meter bedragen;
  4. de totale oppervlakte aan overkappingen/carports mag per bouwperceel maximaal 30 m² bedragen, met dien verstande dat:
    1. deze niet vóór de voorgevellijn van het hoofdgebouw mogen worden opgericht;
    2. maximaal 50% van de gronden gelegen achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw met overkappingen/carports mag worden bebouwd;
    3. de maximale bouwhoogte van overkappingen/carports niet meer dan 3,5 meter mag bedragen..
16.2.3 Drijvende objecten
 
Voor het bouwen van drijvende objecten gelden de volgende regels: 
  1. deze mogen alleen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-nautische producten' (sd-np) worden gebouwd;
  2. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan twee, waarbij de bouwhoogte, gerekend vanaf het wateroppervlak, niet meer mag bedragen dan 6 meter.