Plan: | Kerkrade West I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0928.BPKerkradeWestI-Vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Kerkrade West I' van de gemeente Kerkrade;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0928.BPKerkradeWestI-Vg01 met de bijbehorende regels en bijlagen; in analoge versie: de op papier verbeelde wijze, zijnde een kaart, met tekening nummer 252-1, met als ondergrond de Grootschalige BasisKaart Nederland (GBKN), aangevuld met kadastrale gegevens en indien nodig met informatie uit de luchtfoto's alsmede met de bijbehorende regels en bijlagen;
gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht zodanig aansluit op het hoofdge-bouw, dat het van het hoofdgebouw deel is gaan uitmaken; onder aanbouw wordt me-de verstaan een uitbouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar inge-volge de 'regels' regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bijgebouw dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aangebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en);
het in een woning en/of daarbijbehorend, al dan niet vrijstaand, bijgebouw uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen beroep, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en waarbij degene die het beroep uitoefent ook bewoner van de woning is, en waarbij de beroepsactiviteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: detailhandel, een af-haalzaak, een horecabedrijf en een raamprostitutiebedrijf;
de gevel van een gebouw, die is gesitueerd tegenover de hoofdvoorgevel van het be-treffende gebouw;
Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals de-ze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;
het in een woning en/of daarbij behorend, al dan niet vrijstaand, bijgebouw uitoefenen van een op zakelijke dienstverlening gericht ambachtelijk bedrijf, waarbij de activiteiten geheel of overwegend geschieden door middel van handwerk, en dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een kapper, schoenmaker of goudsmid of hiermee gelijk te stellen bedrijf, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en waarbij degene die het bedrijf uitoefent ook bewoner van de woning is, en waarbij de bedrijfsactiviteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: detailhandel, een afhaalzaak, een horecabedrijf en een raamprostitutiebedrijf;
de aan het gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een percentage ter plaatse van de aanduiding of in de regels aangegeven, dat de groot-te van het bouwperceel of bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het ser-veren van ontbijt, als toeristisch recreatieve activiteit, aan maximaal zes personen per nacht, die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming. Onder een bed and breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
een -gedeelte van een- niet voor bewoning bestemd gebouw, dat dient voor de uitoefe-ning van één of meer bedrijfsactiviteiten, niet zijnde detailhandel, horeca, kantoren en maatschappelijke doeleinden;
een woning in of bij een bouwwerk of terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het bijbehorende terrein of bouwwerk(en) noodzakelijk is;
objecten, niet zijnde een kwetsbaar of bijzonder kwetsbaar object bestemd voor regel-matig of vast verblijf van mensen;
-bebouwing: aanwezig op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestem-mingsplan, dan wel die op dat tijdstip op basis van een afgegeven vergunning mag worden gebouwd, tenzij de regels anders bepalen;
-gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming;
een gedeelte van een bestemmingsvlak dat geheel of gedeeltelijk wordt begrensd door een scheidingslijn bestemmingsvlak;
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
een kwetsbaar object zijnde:
a een gebouw met bijbehorende grond dat bestemd is voor gebruik door of verblijf van personen met lichamelijke of geestelijke beperkingen of voor het opsluiten van personen voor langere tijd, waardoor deze personen geen of een gering vermogen hebben zich zelfstandig binnen korte tijd in veiligheid te brengen of bescherming te zoeken voor dreigend gevaar door het vrijkomen van een gevaarlijke stof;
b een kinderdagverblijf;
c een school voor basisonderwijs;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het ver-groten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder/onderbouw, dak-opbouw, set-back en de ruimte(n) in de kapverdieping/zolder (en met een maximale hoogte van 3,50 m voor woningen respectievelijk woongebouwen en 4,50 m voor ande-re gebouwen);
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de re-gels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig verstrekken van soft-drugs, al dan niet in combinatie met eetwaren en alcoholvrije dranken bestemd en gereed voor direct gebruik ter plaatse. Het afhalen van waren is hieronder eveneens begrepen. Het verstrekken in welke vorm dan ook van ecodrugs, in casu opwekkende en hallucineren-de middelen, als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet is hieronder begrepen;
zie onder begrip 'ambachtelijke en consument verzorgende bedrijfsactiviteiten';
een instelling waar mensen gedurende de dag worden begeleid, verzorgd en bezigge-houden, zonder de mogelijkheid tot overnachting;
ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw ten behoeve van voorzienin-gen zoals noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties;
het bedrijfsmatig aan particulieren te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop of ten verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen, te weten caravans en campers, een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling;
bedrijfsmatige activiteiten waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van pu-blieksgerichte, administratieve, zakelijke of financiële diensten, zoals wasserette, kap-salon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-telegraaf- of telexdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, reparatiebedrijf voor mu-ziekinstrumenten, cateringbedrijf, alsmede naar aard en uitstraling daarmee gelijk te stellen bedrijven;
verzamelnaam voor plantaardige producten met een sterke stimulerende werking. De betreffende producten zoals onder andere psychedelische paddestoelen, sommige cactussen, yohimbe en kava kava hebben een psycho-actieve werking;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een ge-bouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een ruimtelijke situatie waar activiteiten plaatsvinden of mogelijk worden gemaakt op daartoe bestemde gronden die voor de gebruikers van de ruimte buiten die gronden een specifiek risico inhoudt. Het specifieke risico betreft een bepaalde overlijdenskans die de gebruikers afzonderlijk lopen door de gevolgen van het vrijkomen van een ge-vaarlijke stof bij een ongeval met de betreffende activiteit, als mede de kans dat een groep van bepaalde omvang onder de gebruikers in één keer tegelijk dodelijk wordt ge-troffen door het bedoelde ongeval. Beide kansen hebben betrekking op het direct of op korte termijn overlijden door de effecten en worden veroorzaakt door bij het ongeval vrijkomende gevaarlijke stof;
een inrichting vallend onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) c.q. een bedrijf, dat overeenkomstig bijlage 1 van dit bestemmingsplan (Staat van bedrijfsactivi-teiten) is aangewezen èn dat één van de volgende installaties gebruikt:
een ammoniakkoelinstallatie met een inhoud van meer dan 1500 kilogram ammoniak;
een propaantank met een inhoud van meer dan 13 kubieke meter;
een opslagplaats die bestemd is voor verpakte gevaarlijke stoffen in de zin van artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 10 ton;
één of meer baden die een cyanidezout in oplossing bevatten met een totale hoeveel-heid van meer dan 100 liter;
een installatie voor de opslag of gebruik van meer dan 1000 liter zeer giftige dan wel giftige vloeistof;
een opslagvoorziening voor meer dan 100 ton meststoffen groep 2 conform de PGS 7;
een gebouw, uitsluitend bestemd en geschikt voor het stallen van één motorvoertuig, waarvan de goothoogte en oppervlakte maximaal 3m, respectievelijk maximaal 20m² mag bedragen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het gebruiken, doen en laten gebruiken;
bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken zoals bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, nr. 99, laatst gewijzigd Stb. 2001, nr. 29) en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, nr. 50, laatst gewijzigd Stb. 2002, nr. 604);
een kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is maar dat in de feitelijke situatie nog niet aanwezig is;
een bijzonder kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is maar dat in de feitelijke situatie nog niet aan-wezig is;
een gebouw, niet zijnde een gestapelde woning, dat uitsluitend één woning omvat en waar op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen en dat direct grenst aan en toegankelijk is vanaf de weg;
verzamelnaam voor producten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren, lectuur;
een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is be-stemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder be-grepen uitstalling, verkopen of leveren van grow-producten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
verzamelnaam voor producten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne;
een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is be-stemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder be-grepen uitstalling, verkopen of leveren van head-producten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een gebouw, dat op een perceel door zijn constructie en/of afmetingen als het belang-rijkste bouwwerk valt aan te merken. Onder een hoofdgebouw wordt hier verstaan de hoofdmassa, zoals die door zijn architectonische verschijningsvorm herkenbaar is;
omvattend, c.q nader onder te verdelen in de navolgende categorieën:
horeca A: horecabedrijven gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse ver-strekken van etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken, zoals cafetaria, tearoom, snackbar, koffie-corner, croissanterie, ijssalon, lunchroom, broodjeszaak en daarmee ver-gelijkbare horecabedrijven;
horeca B: horecabedrijven gericht op het verstrekken van maaltijden voor consump-tie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet- alcoholische dranken, zoals restaurants, bistro's, grillrooms en daar-mee vergelijkbare horecabedrijven;
horeca C: horecabedrijven gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, pub, taverne, feestzaalaccommodaties, met uitzondering van discotheken/bar-dancings en nachtclubs;
horeca D: horecabedrijven die als hoofddoel hebben het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequen-tie met name gedurende de late avond en de nachtelijke uren, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gele-genheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals disco-theken/bar-dancings, nachtclubs;
horeca E: horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactivi-teiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions;
horeca F: horecabedrijven als omschreven onder horeca C, evenwel uitsluitend voor zover deze horecabedrijven in de directe relatie staan, c.q. ondersteunend en ondergeschikt zijn aan de ter plaatse geldende hoofdbestemming, zo-als een kantine bij een sporthal;
een tijdelijke - ondergrondse - buffer voor regenwater, zoals bijvoorbeeld een verzame-ling infiltratiekratten, van waaruit geleidelijke infiltratie van regenwater in de ondergrond plaats kan vinden;
verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen;
opbouw op dakvlak van bovenste bouwlaag, die wordt opgericht met minimaal twee schuine zijden waarvan de hellingen maximaal 60° bedragen; in functioneel opzicht mag de kapverdieping gelijke gebruiksmogelijkheden hebben als de eronder gelegen bouw-laag;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0.50 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gele-gen;
a een gebouw waarbinnen zich gemiddeld meer dan 50 personen bevinden gedurende meer dan 8 uur per dag en meer dan 5 dagen van de week, gedurende een groot deel van het jaar, niet zijnde een kantoor of andersoortig gebouw dat hoort bij een externe veiligheid inrichting;
b een of meerdere woningen in een gebied dat de bestemming 'Wonen' heeft;
c een water waar woonboten zijn toegestaan;
d een winkelcentrum, waarbij de begrenzing wordt gevormd door de gebouwen waarin de winkels zijn gevestigd, voor zover dat het gedeelte betreft dat toegankelijk is voor het publiek;
e gebouwen op een terrein dat specifiek bestemd is voor het concentreren van detail-handelsverkopen voor particuliere consumenten;
f gebouwen met onderwijsvoorzieningen, niet zijnde scholen voor basisonderwijs;
g een terrein of gebouw dat bestemd is voor recreatieve of culturele voorzieningen, waar zich gemiddeld grote aantallen mensen bevinden, gedurende meerdere aan-eengesloten dagen of gedurende een aanmerkelijk deel van de dag als dit met re-gelmaat plaatsvindt gedurende een groot deel van het jaar;
h objecten niet eerder genoemd waarvan in redelijkheid is vast te stellen dat daar met regelmaat grote aantallen mensen verblijven, gedurende een aantal uren per dag tij-dens een groot deel van het jaar;
verkeersverbinding, die uitsluitend bedoeld is voor fietsers en voetgangers en verge-lijkbare verkeersdeelnemers;
onderwijsvoorzieningen, medische voorzieningen, daaronder mede begrepen een apo-theek, sociaal-culturele voorzieningen, religieuze- en levensbeschouwelijke voorzienin-gen, justitiële voorzieningen, overdekte sportvoorzieningen, dagopvangvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerau-to's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recrea-tief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut zoals transformatorhuisjes, gasredu-ceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, riolerin-gen, ondergrondse locale leidingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) af-valinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie dan wel naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maai-veld;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
voorzieningen ten behoeve van recreatie, hieronder mede begrepen sport- en spelac-commodaties, al dan niet verharde sportvelden, sportveldencomplex, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, een kantine alsmede ac-commodaties voor administratieve functies ten dienste van de bestemming;
een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin hande-lingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfs-matig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder mede begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan;
bo set-back:
een gedeelte van een gebouw, dat op de bovenste bouwlaag is gesitueerd en waarvan de gevels aan alle zijden tenminste 1,5m achter de gevels van de daaronder liggende bouwla(a)g(en) worden gebouwd;
bp smart-producten:
verzamelnaam voor producten met een sterke stimulerende werking. De betreffende producten zoals onder andere herbal, XTC, frisdranken met guarana, producten met efedrine en paddo's kunnen zijn samengesteld uit meerdere, oppeppende, psychotrope stoffen;
bq smartshop:
een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is be-stemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder be-grepen uitstalling, verkopen of leveren van smart-, en ecoproducten voor gebruik, ver-bruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
br softdrugswinkel:
een winkel of een gedeelte van een gebouw dat wordt gebruikt voor het verkopen van softdrugs en/of artikelen voor het vervaardigen van deze waren;
bs speelautomaat:
een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld, mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het re-sultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
bt speelautomatenhal:
een inrichting, toegankelijk vanaf de openbare weg, waar kansspelautomaten staan op-gesteld, hieronder is eveneens begrepen diverse vormen van het biljartspel;
bu Staat van bedrijfsactiviteiten:
bij onderhavig plan als bijlage 1 gevoegde lijst met binnen het bestemmingsplan in voorkomend geval toegestane bedrijfsactiviteiten, al dan niet via afwijken;
bv stedenbouwkundig beeld:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's ter plaatse bepaald beeld in samenhang met de ter plaatse aanwezige beelden gevormd door de infrastruc-tuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen ge-vormde ruimte(n);
bw straatprostitutie:
het zich op de openbare weg resp. in openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. in openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. be-stemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan;
bx voorgevel:
de gevel van een hoofdgebouw, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt en die gekeerd is naar de weg of het openbaar gebied;
by Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo):
Wet van 6 november 2008, inhoudende regels inzake een vergunningstelsel met betrek-king tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handha-ving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan;
bz Wet geluidhinder:
Wet van 16 februari 1979, Stb. 99, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan;
ca Wet ruimtelijke ordening (Wro):
Wet van 20 oktober 2006, in werking getreden 1 juli 2008, houdende nieuwe regels om-trent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage leg-ging van het ontwerp van het plan;
cb wonen:
wonen, het gehuisvest zijn, daaronder mede begrepen een aan huis verbonden beroep;
cc woning:
een (gedeelte van een) gebouw met inbegrip van aangebouwde bijgebouwen, dat dient voor de huisvesting van één huishouden, met dien verstande dat:
- onder een meergezinswoning (gestapeld) wordt verstaan een gebouw, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
- onder een vrijstaande woning wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen hoofdgebouw is aangebouwd en waarvan de zijgevels ook niet in de zijdelingse perceelgrens zijn aangezet;
- onder een halfvrijstaande woning wordt verstaan een woning, waarvan een zijgevel van het hoofdgebouw aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen hoofdgebouw is aangebouwd en waarvan een zijgevel in de zijdelingse perceelgrens is aangezet;
- onder een gesloten (tussen) woning wordt verstaan een woning, waarvan beide zijge-vels van het hoofdgebouw aan de op de aangrenzende bouwpercelen gelegen hoofd-gebouwen zijn aangebouwd en waarvan de zijgevels in de zijdelingse perceelgrenzen zijn aangezet;
- onder een zorgwoning wordt verstaan een woning waar personen, met name ouderen en/of gehandicapten, wel zelfstandig wonen, maar waar te bieden dan wel benodigde professionele zorg in directe nabijheid aanwezig is en waarbij de primaire functies (ver-blijf, koken, slapen en natte cel) zich bevinden in één bouwlaag en waarbij de woning rolstoeltoe- en doorgankelijk is;
cd zijgevel:
een gevel van een gebouw, die niet een hoofdvoorgevel of een achtergevel is.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenzijde van de gevels en/of hart van de gemeenschappelijke schei-dingsmuur;
vanaf peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen ge-bouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorste-nen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf de bovenzijde van de vloer tot aan de buitenzijde, c.q. bovenkant van het pla-fond;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neer-waarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouw-perceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;
vanaf peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord of een daar-mee gelijk te stellen constructiedeel.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
- externe veiligheid inrichtingen;
- geluidshinderlijke inrichtingen;
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan de bedrijfswoning, daaronder mede begrepen de van het gebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van voorzieningen voor openbare verlichting die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Ten behoeve van het bedrijf zijnde een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg met vulpunt lpg, welk bedrijf aanwezig is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan voorzover niet voorkomende in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' geldt een veiligheidszone - lpg ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn geen kwetsbare, beperkt kwetsbare, bijzonder kwetsbare, geprojecteerd kwetsbare en/of geprojecteerd bijzonder kwetsbare objecten toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' mogen ten behoeve van de veiligheidscontouren behorende tot de propaaninstallatie geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden (tot het moment dat sanering van de propaaninstallatie heeft plaatsgevonden).
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglichttoetreding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de be-langen van derden niet onevenredig geschaad;
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig ge-schaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omgevings-vergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende bouwwerken en overige voorzieningen zoals tuinen, erven en straatmeubilair.
Bouwlocatie: | Bouwtitel: | Voorwaarden: o.a.: |
sloop met terugbouw woning | rechtstreeks | binnen bestaand bouwvlak, waarbij toevoeging aan woningvoorraad: =< 0, met inachtneming geldende bouwregels (4.2) |
sloop hoofdgebouw, anders dan woning, met terugbouw hoofdgebouw, anders dan woning | rechtstreeks | binnen bestaand bouwvlak met inachtneming geldende bouwregels (4.2) |
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw, daaronder mede begrepen de van het hoofdgebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van voorzieningen voor openbare verlichting die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglichttoetreding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de be-langen van derden niet onevenredig geschaad;
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig ge-schaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omgevings-vergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende bouwwerken en overige voorzieningen zoals tuinen, erven en straatmeubilair.
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw, daaronder mede begrepen de van het hoofdgebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van voorzieningen voor openbare verlichting die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglichttoetreding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de be-langen van derden niet onevenredig geschaad;
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig ge-schaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omgevings-vergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
wonen, met uitzondering van het gebruik van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dub-belbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende, c.q. daarmee verbandhoudende bouwwerken en voor-zieningen, zoals een prieel.
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van verlichtingsarmaturen die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van antennes en vlaggenmasten die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende bouwwerken en overige voorzieningen zoals tuinen, erven en straatmeubilair.
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw, daaronder mede begrepen de van het hoofdgebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van voorzieningen voor openbare verlichting die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglichttoetreding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aan-grenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de be-langen van derden niet onevenredig geschaad;
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig ge-schaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omgevings-vergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals tuinen, erven, speel- en straatmeubilair.
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw, daaronder mede begrepen de van het hoofdgebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van verlichtingsarmaturen die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Geen bouwwerken mogen worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'beschermzo-ne monumentale boom', zijnde binnen een straal van 7,5 m vanuit het hart van de stam van dergelijke monumentale boom.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglicht-toetreding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de belangen van derden niet onevenredig geschaad.
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig geschaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omge-vingsvergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
De goothoogte en oppervlakte van één (service) gebouw ten behoeve van de bestemming mag maximaal 3 m respectievelijk 50 m² bedragen.
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 m bedragen.
Tot strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in elk geval gerekend het gebruik ten behoeve van de uitoefening van enige vorm van handel (incl. de-tailhandel) en/of bedrijf.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende, c.q. daarmee verbandhoudende bouwwerken en voor-zieningen.
De hoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut bedraagt maximaal 3 m respectievelijk 25 m², met uitzondering van verlichtingsarmaturen die maximaal 18 m hoog mogen zijn.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende kunstwerken, speel- en straatmeubilair en overige voorzieningen ten behoeve van of ten dienste van het wegverkeer, zoals abri's en stallingruimten, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstof met en zonder lpg en/of propaan c.a.
De hoogte en oppervlakte van een gebouw ten behoeve van de bestemming 'Verkeer' mag maximaal 3 m respectievelijk 25 m² bedragen.
De hoogte en oppervlakte van bouwwerken ten dienste van het openbare nut mag maximaal 3 m respectievelijk 25 m2 bedragen, met uitzondering van bouwwerken rechtstreeks ten behoeve van de verlichting alsmede van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer dienend, waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen.
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van antennes en vlaggenmasten die maximaal 8 m hoog mogen zijn.
Geen bouwwerken mogen worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'beschermzone monumentale boom', zijnde binnen een straal van 7,5 m vanuit het hart van de stam van dergelijke monumentale boom.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
Ten behoeve van het bedrijf zijnde een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg met vulpunt lpg, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder j van de regels van dit plan en welk bedrijf aanwezig is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan voorzover niet voorkomende in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg', zijn de aanduidingen 'veiligheidzone - lpg' en 'veiligheidszone - bevi' opgenomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn geen kwetsbare, beperkt kwetsbare, bijzonder kwetsbare, geprojecteerd kwetsbare en/of geprojecteerd bijzonder kwetsbare objecten toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' mogen ten behoeve van de veilig-heidscontouren behorende tot de propaaninstallatie geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden (tot het moment dat sanering van de propaaninstallatie heeft plaatsgevon-den).
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de van toepassing zijnde dubbelbestemming(en), bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals tuinen, erven en straatmeubilair.
Bouwlocatie: | Bouwtitel: | Voorwaarden: o.a.: |
bouw woning | rechtstreeks | binnen bouwvlak, met inachtneming geldende bouwregels (art. 12.2) |
sloop met terugbouw woning | rechtstreeks | binnen bouwvlak, waarbij toevoe-ging aan woningvoorraad: ? 0, en met inachtneming geldende bouwre-gels (12.2) |
splitsen woning; bouw meergezinswoningen | rechtstreeks | Uitsluitend ter plaatse van een bouw-vlak met minimaal drie bouwlagen, waarbij maximum aantal wooneenhe-den/ woningen gelijk is aan aange-duide maximum aantal bouwlagen, en met inachtneming geldende bouwre-gels (12.2) |
woningklasse: | minimale breedte hoofd-gebouw: | minimale afstand hoofdgebouw tot zijdelingse perceelgrens: | ||
- | grondgebonden: vrijstaand: | 6 m | 3 m | |
- | grondgebonden: halfvrijstaand: | 5,5 m | 3 m (aan één zijde) | |
- | grondgebonden: gesloten: | 5,5 m | - | |
- | meergezins: gestapeld: | 5,5 m | - |
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw, daaronder mede begrepen de van het hoofdgebouw deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
De hoogte en oppervlakte van bouwwerken ten dienste van het openbare nut mag maximaal 3 m respectievelijk 25 m2 bedragen, met uitzondering van bouwwerken rechtstreeks ten behoeve van de verlichting alsmede van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer dienend, waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen.
Geen bouwwerken mogen worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'beschermzone mo-numentale boom', zijnde binnen een straal van 7,5 m vanuit het hart van de stam van dergelijke monumentale boom.
Ten behoeve van het scheppen van overdekte parkeergelegenheid voor aan- en omwonenden kan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' over-dekte autostalling worden gerealiseerd.
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 14 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
Ten behoeve van het bedrijf zijnde een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg met vulpunt lpg, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder j van de regels van dit plan en welk bedrijf aanwezig is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan voorzover niet voorkomende in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg', is de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' opgenomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' mogen ten behoeve van de veiligheids-contouren behorende tot de propaaninstallatie geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden (tot het moment dat sanering van de propaaninstallatie heeft plaatsgevonden).
ten aanzien van de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangren-zende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de ver-keers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding;
ten aanzien van de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimte-lijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse.
mits met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- er ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor bezonning en daglichttoetre-ding op aangrenzende percelen;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt worden de belangen van derden niet onevenredig geschaad;
- de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld worden niet onevenredig ge-schaad;
- het verlenen van, c.q. toepassing geven aan de in dit artikellid bedoelde omgevings-vergunning is uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord.
- zelfstandige bewoning, voor zover het betreft bijgebouwen;
- een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop, softdrugswinkel en speelautomatenhal;
- het in overwegende mate gebruik van particuliere - althans niet openbare - gronden, gelegen vóór de voorgevel van de woningen, ten behoeve van het stallen van motorvoertuigen en de opslag van caravans.
Dubbelbestemmingen
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, aanleg, instandhouding en onderhoud van het riool (Gemeente Kerkrade).
Op en in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden is het niet toegestaan te bouwen.
dubbelbestemming | artikel | volgorde in voorrang |
Leiding - Riool | 13 | 2 |
Waarde - Archeologie | 14 | 1 |
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden, c.q. gelden als archeologisch verwachtingsgebied.
- worden uitgevoerd voor het realiseren van een bouwwerk waarop artikel 14.2.1 van toepassing is;
- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning of een ontgrondingsvergunning;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van dit plan;
- behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen;
- op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.
archeologisch aspect | volgorde in voorrang | |
Waarde - Archeologie (basis) | 3 | |
historische dorpskern | 2 | |
archeologische vindplaats | 1 | |
dubbelbestemming | artikel | volgorde in voorrang |
Leiding - Riool | 13 | 2 |
Waarde - Archeologie | 14 | 1 |
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
het beloop van de begrenzing van de aangeduide bouwvlakken beperkt te wijzigen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
de in paragraaf 3.2 van de Wabo geregelde procedure van toepassing.
de in artikel 3.9a van de Wro geregelde procedure van toepassing.
Alvorens tot afwijking of wijziging als bedoeld in artikel 18.1 te besluiten dient in ieder geval door mid-del van onderzoek aangetoond te zijn, dat de onderscheiden milieuaspecten, zoals geluid, bodem en lucht geen belemmering opleveren, c.q. dat de voor de onderscheiden milieuaspecten geldende nor-men niet zullen worden overschreden; dat afwijking of wijziging uit oogpunt van externe veiligheid ver-antwoord is; dat in voorkomend geval grenswaardenprocedures succesvol zijn doorlopen en/of af-schermende voorzieningen/mitigerende maatregelen zullen worden getroffen; dat de watertoetsproce-dure is gevolgd teneinde de effecten en kansen voor water te onderzoeken.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wetten, verordeningen of enige andere algemeen verbindende regeling, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Kerkrade West I.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kerkrade,
d.d. 24 november 2010