direct naar inhoud van Artikel 6 Leiding - Water
Plan: Aansluiting A76/A79 - Kunderberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP031800W000001-0401

Artikel 6 Leiding - Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding-Water' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de transmissie van water alsmede voor het onderhoud en het bedrijfsveilig functioneren van deze waterleiding en secundair voor andere ingevolge dit plan aan deze gronden gegeven enkelbestemmingen.

6.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in andere bestemming(en) mogen alleen bouwwerken ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van bouwwerken die zijn toegestaan ingevolge de enkelbestemming, mits:

  • a. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterleiding alsmede van de veiligheid;
  • b. vóór het verlenen van de afwijking de beheerder schriftelijk is gehoord.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het plaatsen van steigers en/of masten anders dan ten behoeve van de desbetreffende waterleiding;
  • b. het ophogen of afgraven van gronden;
  • c. het aanbrengen van beplantingen en/of bomen;
  • d. het opslaan van materiaal;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse leidingen;
  • f. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

6.4.2 Uitzonderingen

Het in 6.4.1 bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. werken en werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen;
  • b. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. het periodiek kappen van hakhout, voorzover het gaat om de normale uitoefening van het toegelaten bodemgebruik;
  • d. het rooien of vellen van hoogopgaande beplantingen of bomen met het doel om de voor de bedrijfsvoering vereiste veilige afstand tot de geleiders van de waterleiding te waarborgen.

6.4.3 Toelaatbaarheid

De vergunning, bedoeld in 6.4.1, wordt slechts verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterleiding alsmede van de veiligheid;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterleiding.