direct naar inhoud van Artikel 5 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Aansluiting A76/A79 - Kunderberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP031800W000001-0401

Artikel 5 Verkeer - Wegverkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaand verkeer, met dien verstande dat:

  • a. de wegas van het knooppunt A76/A79 en de hier op aangesloten wegen uitsluitend mag worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'as van de weg';
  • b. het knooppunt A76/A79 niet meer dan 2 x 2 rijstroken mag bevatten.

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • c. de bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en andere bijbehorende voorzieningen;
  • d. retentiebekkens en andere waterhuishoudkundige voorzieningen voor het vasthouden, het bergen en het afvoeren van regenwater;
  • e. onderdoorgangen, zoals wild- en faunapassages, rasters en ecovoorzieningen;
  • f. geluidwerende voorzieningen (waaronder begrepen geluidsschermen en geluidwallen);
  • g. bebossing;
  • h. uitsluitend een geluidwal ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  • i. verhardingen en bijbehorende voorzieningen, zoals bouwwerken voor verkeersgeleiding, straatverlichting, bermsloten en straatmeubilair.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dient te geschieden binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering mag maximaal 20 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 10 meter bedragen;
  • d. de aard van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde dient bij de bestemming te passen.

5.3 Afwijken van de gebruiksregels
5.3.1 Wegas

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 en toestaan dat de wegas maximaal 1 meter naar beide zijden verschoven mag worden, onder de voorwaarde dat uit het onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet Geluidhinder of andere relevante wetgeving.

5.3.2 Rijstroken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 sub f en sub h en toestaan dat het aantal rijstroken vermeerderd mag worden, onder de voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet Geluidhinder of andere relevante wetgeving.