direct naar inhoud van Regels
Plan: Zorgvallei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP030800W000001-0401

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Zorgvallei met identificatienummer NL.IMRO.0917.BP030800W000001-0401 van de gemeente Heerlen;

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aanduidingsvlak

een vlak begrensd door aanduidingsgrenzen;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bebouwingspercentage

een in dit plan aangegeven percentage, dat de omvang van het deel van een bouwperceel, bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.8 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, uitgezonderd detailhandel;

1.9 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.10 bedrijfswoning/dienstwoning

een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting;

1.11 begane grond

een bouwlaag geen verdieping zijnde;

1.12 bestaande situatie
  • bebouwing, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  • het gebruik van gronden en opstallen, zoals dat werd uitgeoefend ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming;

1.15 bijgebouw

een vrijstaand gebouw behorende bij en bouwkundig ondergeschikt aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.23 bouwwerk geen gebouw zijnde

de categorie bouwwerken die niet onder de definitie van "gebouw" valt;

1.24 bruto-vloeroppervlak

de som van de horizontale vloeroppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimte, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten;

1.25 dagrecreatie

recreatieve activiteiten die plaats vinden buiten de woning zonder dat daar een overnachting elders/buiten de woning mee gepaard gaat;

1.26 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.27 dakopbouw

een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw, met een oppervlakte van maximaal 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag;

1.28 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.29 dienstverlening
  • commerciële dienstverlening, het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten, seksinrichtingen uitgezonderd;
  • publieke dienstverlening, het verlenen van diensten voortvloeiend uit de overheidstaken;
  • maatschappelijke dienstverlening, het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting;
1.30 dove gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering - conform NEN 5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (in geval van weg- en railverkeerslawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.31 erf- of perceelsafscheiding

fysieke begrenzing van een erf of perceel van een aangrenzend erf, perceel of van de openbare ruimte;

1.32 functieaanduiding

een aanduiding waarmee wordt aangegeven dat binnen een bestemming specifieke gebruiksmogelijkheden zijn toegestaan of juist niet;

1.33 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.34 hoofdgebouw

een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen valt aan te merken als belangrijkste gebouw op een bouwperceel;

1.35 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf niet zijnde prostitutie, waarbij de volgende onderverdeling wordt gehanteerd:

  • Horeca 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt;

  • Horeca 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood-, broodjeszaken en lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant, kantine alsmede cateringbedrijf;

  • Horeca 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar;

  • Horeca 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning);

  • Horeca 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers;

1.36 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;

1.37 kantoor

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van kantooractiviteiten;

1.38 kantooractiviteiten

activiteiten die in overwegende mate bestaan uit administratieve werkzaamheden, dan wel werkzaamheden die worden uitgevoerd uit hoofde van juridische, bancaire, ontwerptechnische of hiermee vergelijkbare dienstverlenende beroepsgroepen, dan wel werkzaamheden welke verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen of hiermee vergelijkbare instellingen;

1.39 kap

de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°;

1.40 landschappelijke waarde

waarden in landschappelijk-esthetische en geomorfologische zin;

1.41 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, woonzorgcomplex en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en maatschappelijke dienstverlening;

1.42 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen;

1.43 omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.44 ondergeschikte functie

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en financieel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge de bestemming toegestane hoofdfunctie;

1.45 ondergrondse bouwlaag

een volledig onder peil gelegen doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;

1.46 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van prostitutie zijn in ieder geval de volgende gebiedstyperingen en omschrijvingen relevant:

  • woonbuurt

een gebied, ten minste bestaande uit 10 of meer aaneengesloten bouwpercelen met daarop woningen en de daarbij behorende ontsluitingswegen en groenvoorzieningen;

  • maatschappelijke voorziening

een functie op het gebied van openbaar bestuur, dienstverlening van overheidswege, godsdienstuitoefening, verenigingsleven, onderwijs, volksgezondheid en andere culturele of daarmee gelijk te stellen doeleinden;

  • prostitué(e)

degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

  • prostitutiebedrijf

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vorm waaronder begrepen een seksclub en een erotische massagesalon;

  • seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

  • sekswinkel

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht dan wel verhuurd;

  • straatprostitutie

een vorm van prostitutie waarbij degene zich op de openbare weg respectievelijk in de openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

  • thuisprostitutie

een vorm van prostitutie waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostitué(e) en waarbij ook alleen door deze prostitué(e) op dit adres wordt gewerkt als prostitué(e);

1.47 verblijfsrecreatie

recreatief nachtverblijf voor een korte aaneengesloten periode van maximaal 6 weken, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen of recreatiewoningen, uitsluitend door diegenen die hun woonadres elders hebben;

1.48 verdieping

een bouwlaag niet zijnde de begane grond;

1.49 vloeroppervlakte

de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;

1.50 voorgevellijn

de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;

1.51 voorgevelrooilijn

de naar de openbare weg gekeerde grens van één of meerdere bouwvlakken, of indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grens, die grenzen die kennelijk als zodanig moeten worden aangemerkt;

1.52 Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.53 water en waterhuishoudkundige voorzieningen

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;

1.54 weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

1.55 woning of wooneenheid

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

1.56 Wro

de Wet ruimtelijke ordening.

1.57 zorgwoning

een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor huisvesting van mensen met een lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beperking en voor wie al dan niet op afroep 24 uur per dag begeleiding en zorg beschikbaar is.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.2 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;

2.6 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het in de regels bepaalde ten aanzien van het bouwen, meer in het bijzonder bouwhoogte en bouwdiepte, worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, lichtkoepels, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de aangegeven bouwmogelijkheid met niet meer dan 0,50 meter worden overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouwgrens met niet meer dan 1,00 meter mag worden overschreden;

2.7 peil
  • a. voor bouwwerken op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld,
    plus/minus 0,50 meter.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.1.1 Doeleinden

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen;

3.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn tevens toegelaten:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. speelplaatsen en speelvoorzieningen;
  • c. verhardingen, zoals in- en uitritten, fiets- en/of voetpaden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. plantsoenen, bomen en beplantingsstroken;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

gebouwen zijn niet toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende eis:

de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 meter;

Artikel 4 Groen - Landschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen;

4.1.1 Doeleinden

en daarnaast geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bos' tevens een bos is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' tevens voor het behoud en/of het herstel van de aldaar voorkomende waarden, dan wel de ontwikkeling van natuurlijke, landschapsecologische of landschappelijke waarden, voor langzaamverkeersroutes, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding alsmede voor extensieve (dag)recreatie.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad' tevens een fietspad is toegestaan;
4.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn tevens toegelaten:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. speelplaatsen en speelvoorzieningen;
  • c. verhardingen, zoals in- en uitritten, fiets- en/of voetpaden;
  • d. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • e. plantsoenen, bomen en beplantingsstroken;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen
  • g. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels


Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

4.2.1 Gebouwen


Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende eis:

gebouwen zijn niet toegestaan.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde


Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende eis:

de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 meter;

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 ten behoeve van het bouwen van speeltoestellen met een maximale hoogte van 8 meter.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Parkeren is niet toegestaan, uitgezonderd voor zover en daar waar de aanduiding 'parkeerterrein' is opgenomen.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Ter plaatse van de aanduiding 'bos' en 'natuurwaarden' geldt dat het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden of picknick plaatsen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • 2. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • 3. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • 4. het wijzigen van de grondwaterstand of het uitvoeren van werkzaamheden die direct of indirect de grondwaterstand beïnvloeden;
  • 5. het vellen of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden die de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas tot gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
  • 6. het bebossen van gronden die ten tijde van het van kracht worden van het plan niet als bos konden worden aangemerkt.
4.5.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden genoemd in 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk doen aan de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke waarden van de gronden.

4.5.3 Uitzonderingen op het verbod

Het in 4.5.2 bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. werkzaamheden die behoren tot de normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of vrijstelling mogen worden uitgevoerd;
  • e. het periodiek kappen van griendhout en ander hout, voorzover het betreft de normale uitoefening van het ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande bodemgebruik;
  • f. werken of werkzaamheden die gericht zijn op het behoud of de versterking van de bestemming.

Artikel 5 Horeca

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.1.1 Doeleinden

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca, tot en met categorie 3;

en daarnaast geldt dat:

  • a. tevens de exploitatie van een zaalaccomodatie is toegestaan;
  • b. tevens 1 bedrijfswoning is toegestaan binnen de bouwvlakken van het gebouwencomplex ter plaatse van de figuur 'relatie' met dien verstande dat de totale inhoud van de bedrijfswoning minimaal 150 m3 en maximaal 500 m3 bedraagt.
5.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • g. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwwerken uitgesloten' zijn geen gebouwen toegestaan.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - bouwwerken uitgesloten' zijn geen bouwwerken toegestaan.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub d ten behoeve van het bouwen van een overkapping met een maximale hoogte van 7 meter indien uit bouwhistorisch onderzoek blijkt dat hierdoor het cultuurhistorische karakter van de omliggende gebouwen niet onevenredig worden geschaad.

5.4 Specifieke gebruiksregels

De exploitatie van een zaalaccommodatie zoals bedoeld in horeca categorie 4 is toegestaan. De overige functies van horeca categorie 4 zijn niet toegestaan.

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.1.1 Doeleinden

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;

en daarnaast geldt dat:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens maximaal 1.000 m² bruto vloeroppervlak commerciële dienstverlening is toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens horeca, tot en met categorie 3;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' tevens horeca, tot en met categorie 3 met dien verstande dat deze uitsluitend ten dienste van en ondergeschikt is aan de ter plaatse aanwezige maatschappelijke voorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een ondergrondse parkeergarage is toegestaan.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zorgwoningen' zijn tevens maximaal 21 zorgwoningen toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad' tevens een fietspad is toegestaan;

 

6.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • g. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

6.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de gevels van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' dienen uitgevoerd te worden c.q. in stand gehouden worden als dove gevel;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • d. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 100% van het bouwvlak, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' een ander percentage is aangegeven.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende eis:

  • a. voor overkappingen:
    • 1. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,5 meter;
    • 2. ten minste 1 meter achter de voorgevelrooilijn;
  • b. voor erfafscheidingen:
    • 1. de bouwhoogte bedraagt maximaal 2 meter achter de voorgevelrooilijn;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 1 meter voor de voorgevelrooilijn;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3,00 meter.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 onder b. teneinde af te zien van het uitvoeren met een dove gevel, indien wordt gebouwd met toepassing van een andere (bouwkundige) maatregelen, waardoor de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai de wettelijke grenswaarde niet overschrijdt.

Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.1.1 Doeleinden

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met hoofdzakelijk een functie voor verblijf, alsmede ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;

7.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. gebouwen, waaronder tunnels;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. geluidsafschermende en veiligheidsvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. verhardingen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelplaatsen en speelvoorzieningen;
  • h. in- en uitritten;
  • i. kruisende wegen en water;
  • j. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • k. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. situering, binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' een andere bouwhoogte is aangegeven.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen en schermen bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 10,00 meter.

Artikel 8 Verkeer - Wegverkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.1.1 Doeleinden

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaand verkeer;

8.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. gebouwen waaronder tunnels;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. geluidsafschermende en veiligheidsvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. verhardingen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelplaatsen en speelvoorzieningen;
  • h. in- en uitritten;
  • i. kruisende wegen en water;
  • j. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • k. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. situering, binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' een andere bouwhoogte is aangegeven.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen en schermen bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 10,00 meter.

Artikel 9 Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.1.1 Doeleinden

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden;

9.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. taluds;
  • c. verhardingen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. overige bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
9.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende eisen:

gebouwen zijn niet toegestaan.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende eis:

de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 meter.

Artikel 10 Waterstaat - Waterlopen met een waterhuishoudkundige en/of waterstaatkundige functie

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.1.1 Doeleinden

De voor 'Waterstaat - Waterlopen met een waterhuishoudkundige en/of waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het beheer van de watergang, met inbegrip van een strook van 4,00 meter aan weerszijden van de watergang.

10.1.2 Inrichting

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. overige bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels

10.2.1 Gebouwen

Op en in deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende eis:

de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 meter.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2, indien:

  • a. in overeenstemming met de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) wordt gebouwd;
  • b. het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken;
  • c. de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid;
  • d. gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering, en
  • e. voorafgaand aan de vergunningverlening door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterloop.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • b. beplantingen of materialen dienende tot verdediging van oevers, taluds of de waterbodem te beschadigen, te vernietigen, te verplaatsen of te verwijderen;
  • c. beplantingen aan te brengen, te hebben, te kappen en/of te rooien;
  • d. zich, anders dan als rechthebbende, al dan niet met vaar- of voertuigen of vlotten op te houden, tenzij dit plaatsvindt in verband met door het bevoegd gezag toegestane recreatieve activiteiten.

10.4.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden bedoeld in lid 39.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. die werken en/of werkzaamheden geen afbreuk doen aan een adequaat beheer van en de veiligheid van de waterloop, waarbij het stellen van voorwaarden onvoldoende waarborg biedt voor een adequaat beheer en/of de veiligheid van de watergang.
  • b. indien positief advies van de beheerder van de watergang is verkregen.

10.4.3 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod als bedoeld in 10.4.1 geldt niet voor:

  • a. werkzaamheden die behoren tot de normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of ontheffing mogen worden uitgevoerd;
  • d. werken of werkzaamheden die gericht zijn op het behoud of de versterking van de bestemming.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 Overige zone - cultuurwaarden

 

11.1.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurwaarden' geldt dat het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden of picknick plaatsen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • 2. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • 3. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • 4. het wijzigen van de grondwaterstand of het uitvoeren van werkzaamheden die direct of indirect de grondwaterstand beïnvloeden;
  • 5. het vellen of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden die de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas tot gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
  • 6. het bebossen van gronden die ten tijde van het van kracht worden van het plan niet als bos konden worden aangemerkt.
b Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden genoemd in 11.1.1 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk doen aan de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke waarden van de gronden.

c Uitzonderingen op het verbod

Het in 11.1.1 onder b bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. werkzaamheden die behoren tot de normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of vrijstelling mogen worden uitgevoerd;
  • e. het periodiek kappen van griendhout en ander hout, voorzover het betreft de normale uitoefening van het ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande bodemgebruik;
  • f. werken of werkzaamheden die gericht zijn op het behoud of de versterking van de bestemming.
11.2 Vrijwaringszone - weg
11.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' dienen de gronden in het kader van de verkeersbelangen van de provinciale weg N281 vrij gehouden te worden van bebouwing.

11.2.2 Bouwregels

Binnen een strook van 15 meter, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg ', vanaf de buitenste kantstreep van de weg mogen slechts bouwwerken worden gebouwd indien deze betrekken hebben op een:

  • a. tijdelijk bouwwerk als bedoeld in artikel 5.16, eerste lid, onder a, van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. bijbehorend bouwwerk als bedoeld in bijlage II, artikel 1, eerste lid, bij het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

12.1 Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, behoudens voor zover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan is afgeweken, via een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:

  • a. ten aanzien van de in deze regels gegeven maten, afmetingen, percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%.
12.2 Algemene voorwaarden voor afwijkingen

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 12.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:

  • a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan;
  • c. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  • d. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet in negatieve zin onevenredig worden beïnvloed;
  • e. de ruimtelijke ontwikkeling dient in overeenstemming te zijn met een goede ruimtelijke ordening;

Artikel 13 Algemene bouwregels

13.1 Nutsvoorzieningen

Voor zover niet anders bepaald in deze planregels gelden voor nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een gebouwde nutsvoorziening bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • b. de inhoud van een gebouwde nutsvoorziening bedraagt maximaal 50 m3.
13.2 Splitsen van woningen

Het splitsen van woningen is niet toegestaan.

13.3 Ondergronds bouwen

Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht waar volgens de ter plaatse geldende bestemming bovengrondse gebouwen zijn toegestaan;
  • b. ondergrondse gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht tot een diepte van maximaal 3,5 meter per ondergrondse bouwlaag, met een maximum van twee ondergrondse bouwlagen;
  • c. ondergeschikt aan de hoofdfunctie, met dien verstande dat geen uitbreiding van de toegestane verkoopvloeroppervlakte of bedrijfsvloeroppervlakte is toegestaan.

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

14.1 Verboden gebruik

Onder het verboden gebruik en verboden laten gebruiken van de in dit plan begrepen gronden en daarop voorkomende bouwwerken wordt tenminste verstaan:

  • a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal onderhoud, gebruik en beheer en met uitzondering van een gebruik als stort- en/of opslagplaats zoals uitdrukkelijk toegestaan ingevolge het bepaalde in deze regels;
  • b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan als stallings- en/of opslagplaats voor normaal onderhoud, gebruik en beheer;
  • c. een gebruik van gronden voor het beproeven van motorvoertuigen alsmede voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport en voor het racen of crossen van motorvoertuigen;
  • d. een gebruik van gronden als kleinschalig kampeerterrein, tenzij de bestemming van de gronden dit specifiek toelaat;
  • e. een gebruik van gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen, tenzij de bestemming van de gronden dit specifiek toelaat;
  • f. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in onderdeel D van Bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • g. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, tenzij de bestemming van de gronden dit specifiek toelaat;
  • h. een gebruik van gronden voor een supermarkt, indien de gronden ter plaatse niet zijn voorzien van de aanduiding 'supermarkt;
  • i. een gebruik van gebouwen, niet zijnde een woning of een ander specifiek voor permanente bewoning bestemd gebouw, voor permanente bewoning.
  • j. een gebruik van gronden voor straatprostitutie;
  • k. een gebruik van bouwwerken als seksinrichtingen, tenzij sprake is van de aanduiding 'seksinrichting';
  • l. een gebruik van bouwwerken als sekswinkels.
14.2 Parkeernormen
  • a. De parkeerbehoefte behorende bij de functies in het plangebied dient binnen het plangebied gerealiseerd te worden conform de beleidsnota 'Parkeernota Heerlen' (vastgesteld d.d. 2-11-2010) of diens rechtsopvolger;
  • b. Voorwaardelijke verplichting: bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, dient vast te staan dat voldoende parkeergelegenheid, overeenkomstig de normen in de beleidsnota 'Parkeernota Heerlen' (vastgesteld d.d. 2-11-2010) of diens rechtsopvolger, wordt gerealiseerd.

Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

15.1 Bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingsgrenzen op perceelsniveau wijzigen, voor zover:

  • a. de afwijking van geringe aard is, en
  • b. de afwijking noodzakelijk is in verband met de terreingesteldheid ter plaatse.

Artikel 16 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 17 Overige regels

17.1 Andere wettelijke bepalingen

Voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van de vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 18 Overgangsrecht

18.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 19 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Zorgvallei'.