direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Montfortstraat sectie C6439
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP010300W000002-0401

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

2.3.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), vastgesteld door Provinciale Staten op 22 september 2006 (meest recente actualisatie dateert van januari 2010/2011) is een plan dat verschillende bestaande plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het POL is door de provincie Limburg opgesteld in samenspraak met externe partners als gemeenten, waterschappen, werkgevers- en werknemersorganisaties. Dit plan is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg. Om tot een kwaliteitsregio Limburg te komen moet worden behouden wat goed is en worden ontwikkeld wat nodig is. Het is een beleidsnota op hoofdlijnen waarbij (delen van) de eerdere POL-herzieningen van het POL 2001 hun geldigheid behouden. Het POL 2006 is tevens aan te merken als een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.2 Wro.

Kaart Perspectief
Het onderhavige plangebied is volgens de kaart "Perspectieven" van het POL gelegen binnen de "grens stedelijke dynamiek". Verder maakt het plangebied deel uit van perspectief 9: 'Stedelijke bebouwing'. De 'Stedelijke bebouwing' (P9) omvat de aanwezige of als zodanig reeds bestemde woon- en winkel- en voorzieningengebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Er is hier in veel gevallen nog de nodige ontwikkelingsruimte. De verstedelijkingsopgave wordt voor zover mogelijk hier ingevuld, met in achtneming van de randvoorwaarden vanuit het watersysteem. Waar nodig wordt hier door herstructurering de vitaliteit van buurten en wijken geborgd.

Themakaarten Blauwe, Groene en Kristallen Waarden
Om bepaalde basiswaarden te beschermen en te versterken heeft de provincie een drietal kaarten ontwikkeld waarop deze basiswaarden aangeduid worden. Het betreft de kaarten: Blauwe Waarden, Groene Waarden en Kristallen Waarden. Op deze kaarten wordt het onderhavige plangebied niet specifiek aangeduid.

2.3.2 De Provinciale Woonvisie Limburg

Op 1 februari 2011 hebben Provinciale Staten van Limburg de Provinciale Woonvisie 2010-2015 vastgesteld. In deze visie is de ambitie van de Provincie op het gebied van wonen uiteengezet en is de rol van regisseur die de Provincie binnen dit beleidsveld wil vervullen nader beschreven.

In de woonvisie is nadrukkelijk rekening gehouden met de gevolgen van de bevolkingsdaling voor het woonbeleid van de verschillende woonregio's Dit leidt tot een gedifferentieerde benadering per regio.

Zuid-Limburg wordt nu al sterk beïnvloed door de krimp. Voor heel Zuid-Limburg wordt voor de periode 2010-2030 een afname van de woningvoorraad met 16.000 woningen verwacht. De Stadsregio Parkstad neemt hierbij binnen Zuid-Limburg een bijzondere positie in. De Provincie hanteert voor Parkstad een beleid met als kwantitatief uitgangspunt: "een erbij is twee eraf".

2.3.3 Provinciaal Waterplan Limburg 2010-2015

Het waterbeleid is volop in beweging. De afgelopen jaren is het besef gegroeid dat het waterbeleid een internationale aangelegenheid is, waarvoor de kaders steeds meer op Europees niveau bepaald worden.

Ook de uitvoering van de in 2007 vastgestelde Hoogwaterrichtlijn sluit hier bij aan. Daarnaast vraagt klimaatsverandering en ontwikkelingen op gebied van regionale wateroverlast, beekherstel, verdrogingsaanpak, drinkwatervoorziening en de uitvoering van de Maaswerken om een herijking en uitwerking van het waterbeleid uit het POL2006.

Het waterbeleid in het Provinciaal Waterplan 2010-2015 omvat de strategische hoofdlijnen voor het provinciale waterhuishoudkundig beleid. De operationele uitwerking vindt plaats via POL-aanvullingen en beleidsregels. Samen met deze uitwerkingen vormt het waterbeleid in het Provinciaal Waterplan 2010-2015 het nieuwe provinciale waterhuishoudingsplan.

2.3.4 Het Regionaal Volkshuisvestingsbeleid

Het regionaal Volkshuisvestingsplan
Het volkshuisvestingsbeleid in Heerlen is gedelegeerd aan de stadsregio Parkstad Limburg. Onder regie van de regio werken de Parkstadgemeenten en de woningcorporaties samen aan het volkshuisvestingsbeleid voor onze regio.

Heerlen heeft te maken met een krimpende woningmarkt. In feite is er meer aanbod dan vraag. Deze situatie is vol risico's. Een fors overaanbod leidt tot ongewenste effecten zoals leegstand, verloedering, lange verkooptijden en forse prijsdalingen in het koopsegment. De stelling dat dit gunstig is voor starters en mensen met een kleine portemonnee is slechts ten dele waar. De hierboven genoemde effecten hebben er samen met de economische crisis toe geleid dat de doorstroming volledig stagneert. Mensen met een verhuiswens kunnen deze ambitie niet realiseren omdat ze hun eigen woning niet verkocht krijgen. Mensen zitten zo dus klem in hun eigen woning, ook indien er een noodzaak is (ander werk, zorgbehoefte) om te verhuizen. De keuzevrijheid op de woningmarkt is dus in het geding.

Het volkshuisvestingsbeleid in de gemeente Heerlen en de regio Parkstad wordt sterk beïnvloed door de bevolkingsdaling waar de gemeente nu al mee te maken heeft en die - volgens diverse bevolkingsprognoses - nog tot ca. 2040 zal doorzetten. Het aantal huishoudens neemt tot 2013 eerst nog heel licht toe, om daarna weer tot 2020 met ongeveer 625 huishoudens af te nemen tot ca. 43.500. Tussen 2020 en 2040 wordt vervolgens een forse huishoudensdaling van nog eens ongeveer 5.750 huishoudens verwacht. Het totaal voor Heerlen komt daarmee op ca. 37.750. Het aantal huishoudens is direct van invloed op de kwantitatieve woningvraag.

Niet alleen het aantal huishoudens wijzigt fors, ook de samenstelling van de huishoudens is aan een sterke verandering onderhevig. Tot 2040 zal het aandeel jongeren en gezinnen met kinderen fors afnemen met ca. 40%, terwijl het aantal een- en tweepersoonshuishoudens van 75+ -ers juist met 67% zal toenemen.

Sinds 2006 beschikt de gemeente over een regionale woonvisie 2006-2010 met een bijbehorende woningbouwprogrammering. Deze woonvisie markeert in feite het omslagpunt van 'groeidenken' naar 'krimpdenken'. In de hele regio - en dus ook in Heerlen - geldt een beleid dat streeft naar het reduceren van het aantal woningen. De enige uitzondering hierop vormt het centrum van Heerlen. Omwille van het versterken van de centrumfunctie, mag hier ook de woonfunctie worden versterkt door het toevoegen van 600 wooneenheden.

De woningbouwprogrammering 2006-2010 heeft een sterk sturend karakter op kwantiteit. Plannen die op de programmering staan mogen worden gerealiseerd, andere plannen niet. Op deze wijze wordt gepoogd het overaanbod op de woningmarkt niet te hoog op te laten lopen. Overigens is de conclusie eind 2010 dat een groot deel van de plannen op de woningbouwprogrammering niet is gerealiseerd. Parkstad ontwikkelt momenteel beleid om deze plannen - zonder risico op planschade - weg te kunnen bestemmen.

In 2011 wordt een nieuwe regionale woonvisie ontwikkeld voor de periode 2012-2020. De bijbehorende woningbouwprogrammering zal nu niet meer in hoofdzaak worden gericht op het afremmen van de bouwproductie, maar op het doen afnemen van de totale woningvoorraad. De huidige regionale woonvisie is op 31 oktober 2011 door het Parkstadbestuur met een jaar verlengd tot en met 31 december 2012.

Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg 2008-2020
In december 2009 heeft het Parkstadbestuur de "Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg 2008-2020" vastgesteld welke in januari 2010 door de raden van de Parkstadgemeenten is bekrachtigd. In de Herstructureringsvisie zijn voor de regio als geheel en voor de individuele gemeenten een tweetal opgaven geformuleerd in een zogeheten 'envelop':

- Een verdunningsopgave;

- Een vervangingsopgave;

De in november 2010 geactualiseerde envelop bevat voor Heerlen tot 2020 een netto verdunningsopgave van 4.800 wooneenheden en een vervangingsopgave van 6.800 wooneenheden. De verdunningsopgave zal in hoofdzaak moeten worden gerealiseerd door sloop. Alternatieven zijn er in de vorm van het samenvoegen van woningen, of het niet-uitvoeren van plannen op de woningbouwprogrammering 2006-2010. De vervangingsopgave zal in hoofdzaak moeten worden gerealiseerd door sloop met vervangende nieuwbouw. Alternatieven zijn er in de vorm van renovatie of het levensloop bestendig maken van bestaande woningen.

Daarnaast is op een kaart aangegeven in welke gebieden deze opgaven zouden moeten gaan landen. Het stadsdeel Hoensbroek is op deze kaart in zijn geheel aangeduid als een "pilotgebied". Concreet betekent dit dat er in Hoensbroek de komende jaren een forse herstructureringsopgave wordt uitgevoerd waarbij t/m 2025 ca. 1.400 woningen zullen worden gesloopt en ca. 370 woningen zullen worden teruggebouwd.

Gevolgen voor het onderhavige plan
Het realiseren van een bouwtitel voor een enkele woning in de Montfortstraat past zodoende binnen de kwantitatieve woningbouwkaders voor Hoensbroek en zal niet leiden tot een verdere ontwrichting van de lokale woningmarkt. Wat betreft de woningbouwprogrammering Parkstad kan worden gesteld dat de noodzakelijke bestemmingswijziging kan worden gerealiseerd met toepassing van de zogeheten "eenpitter-regeling".

2.3.5 Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015

Het plangebied ligt in het beheergebied van Waterschap Roer en Overmaas. Het Waterbeheersplan 2010-2015 is op 29 september 2009 vastgesteld. Voor het watersysteemgebied Geleenbeek, waarbinnen het plangebied valt, geldt dat het relatief veel stedelijk gebied bevat. De Geleenbeek is mede vanwege het mijnbouwverleden een grotendeels genormaliseerde en sterk overgedimensioneerde heuvellandbeek. De beek ontspringt nabij Benzenrade, ten zuiden van Heerlen en stroomt via het stedelijk gebied van Heerlen, Geleen en Sittard ter hoogte van Echt uit in de Maas. Het stroomgebied van de Geleenbeek omvat o.m. delen van het stedelijk gebied rond Heerlen, het noordelijke deel van het agrarisch gebruikte Centrale Plateau en het stedelijke gebied rondom Geleen en Sittard. Meer dan het helft van de oppervlakte van het stroomgebied bestaat uit stedelijk gebied en industrieterreinen. Alleen het traject tussen Hoensbroek en Geleen bestaat grotendeels uit landelijk gebied. In de bovenloop ontvangt de Geleenbeek water van onder meer de Caumerbeek, de Retersbeek en de Hulsbergerbeek. Verder stroomafwaarts (benedenstrooms van Sittard) monden onder meer de Middelsgraaf en de Rode Beek uit in de Geleenbeek. De totale lengte van Geleenbeek bedraagt circa 40 kilometer. Verschillende trajecten van de Geleenbeek zijn aangemerkt als ecologische verbindingszone of hebben een andere natuurfunctie.

De waterkwaliteit van de Geleenbeek is in stedelijk gebied (door overstorten van rioleringen) vaak van mindere kwaliteit. Algemene maatregelen die getroffen zullen worden zijn het afkoppelen van regenwater en het saneren van overstorten.