direct naar inhoud van Artikel 14 Verkeer
Plan: Oost-Maarland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0905.bpoostmaarland-va01

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeersdoeleinden met de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. geluidwerende voorzieningen;
  • c. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut;
  • d. bergings- en infiltratievoorzieningen met bijbehorende bodemfilters.
14.1.2

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 28.3.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen-, rijwiel- en voetpaden;
  • c. noodzakelijk voor de op de woonomgeving afgestemde, gescheiden inzameling van afvalstoffen (containers);
  • d. behorende tot de recreatieve voorzieningen en tot het straatmeubilair waaronder begrepen bushokjes en telefooncellen;
  • e. ten behoeve van geluidwerende voorzieningen.
14.2.2 Regels met betrekking tot bebouwing
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
  • b. Geluidwerende voorzieningen mogen worden opgericht tot een bouwhoogte, welke vereist is op grond van een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder.
  • c. De bouwhoogte van voorzieningen voor verlichting ten hoogste 6,50 m mag bedragen.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en werkklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
14.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor masten t.b.v. telecommunicatie en alarmering, met dien verstande dat deze ten hoogste 30,00 m mogen bedragen, mits:

  • a. deze passen binnen het stedenbouwkundig beeld ter plaatse;
  • b. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • c. door (historisch) bodemonderzoek vooraf is vast komen te staan dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaren bestaan;
  • d. bij het verlenen van ontheffing wordt voldaan aan de in Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht gegeven procedure.