19.1 Algemene ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van:
-
a. de bebouwing van niet voor 'Wonen' bestemde gronden met gebouwen en andere bouwwerken, ten dienste van het openbare nut met een bouwhoogte van niet meer dan 3,50 meter en een inhoud van niet meer dan 50 m3;
-
b. het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten, voorzover daarvoor geen bijzondere ontheffingsmogelijkheid in deze regels is opgenomen, en mits deze niet meer dan 10% worden veranderd;
-
c. het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering met dien verstande dat:
-
1. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
-
2. belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
-
3. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het plaatsen van een mast,
mits de totale bouwhoogte van de antenne-installatie inclusief bebouwing niet meer dan 40,00 meter bedraagt.