Bedrijventerreinen

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 geluidzone - industrie

18.1.1

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden bedoeld voor:

• a. bescherming van geluidsgevoelige objecten tegen industrielawaai.

met daaraan nevengeschikt de andere aan de gronden gegeven bestemmingen.

18.1.2

Geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het 'Besluit Grenswaarden Binnen Zones Langs Industrieterreinen' mogen, onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming, niet worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie'.

18.2 milieuzone - actief bodembeheergebied

18.2.1 Gemeentelijk bodembeheerplan

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - actief bodembeheergebied' dient bij alle voorbereidingen van bouwactiviteiten, de bouwactiviteiten zelf en werkzaamheden ten behoeve van de terreininrichting rekening te worden gehouden met het 'Gemeentelijk bodembeheerplan actualisatie 2006' van de gemeente Eijsden, vastgesteld d.d. 12 december 2006 (bijlage 4. bij de regels). Na afloop van de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met uit het 'Gemeentelijk bodembeheerplan actualisatie 2006' voortvloeiende nazorgplannen.

18.2.2 Aanlegvergunning

• a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - actief bodembeheergebied' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen of groenvoorzieningen, anders dan in overeenstemming met het 'Gemeentelijk bodembeheerplan actualisatie 2006' (bijlage 4. bij de regels);
  • 2. het bodemverlagen of afgraven, het ophogen, het aanbrengen van een leeflaag, egaliseren of omzetten van de bodem, anders dan in overeenstemming met het 'Gemeentelijk bodembeheerplan actualisatie 2006' (bijlage 4. bij de regels).
• b. Het bepaalde in 18.2.2 onder a. is niet van toepassing voor:
  • 1. werken of werkzaamheden in het kader van herstel en reconstructie;
  • 2. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • 3. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • 4. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • 5. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
• c. De werken of werkzaamheden als bedoeld in 18.2.2 onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 18.2.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

18.3 milieuzone - geurzone

18.3.1

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen milieugevoelige bestemmingen worden gevestigd.

18.3.2

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de beheerder van het rioolgemaal, ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken, mits toegestaan op grond van de aan de grond gegeven bestemming.

18.4 veiligheidszone - bevi

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen toegestaan.

18.5 veiligheidszone - gasontvangststation

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangststation' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.

18.6 veiligheidszone - leiding

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' dient het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen door de leidingen te worden beperkt. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' moet aan de hand van de daarvoor vastgestelde wet- en regelgeving steeds worden afgewogen of ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden toegestaan.

18.7 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen' leidt de aanwezigheid van het spoor tot inachtname van een onderzoekszone van 0-50 meter voor individueel risico, waarbinnen alleen gebouwd mag worden conform de nota 'risico-normering gevaarlijke stoffen' van het ministerie van VROM en een aandachtsgebied van 0-200 meter voor groepsrisico, uit de as van het dichtstbijzijnde spoor.

18.8 vrijwaringszone - spoor

18.8.1

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mag, conform het bepaalde in artikelen 19 tot en met 23 van de Spoorwegwet, niet worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Verkeer en Waterstaat.

18.8.2 Ontheffing voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 18.8.1 voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor', met dien verstande dat:

• a. de bouwwerken, uitsluitend mogen worden opgericht binnen de zone van 50-100 meter uit de as van de dichtstbijzijnde rijbaan, waartoe ook de toe- en afritten behoren;
• b. bebouwing mogelijk is krachtens de andere aan de grond gegeven bestemmingen;
• c. Rijkswaterstaat ter zake gehoord dient te zijn en met het oprichten van de bouwwerken kan instemmen;

18.9 vrijwaringszone - weg 0-50 meter en vrijwaringszone weg 50-100 meter

18.9.1 Bouwregels

• a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 0-50 meter' mag geen bebouwing opgericht worden, tenzij het bebouwing betreft ten behoeve van de bestemming 'Verkeer';
• b. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 50-100 meter' mag worden gebouwd, nadat vooraf overleg is gevoerd met en overeenstemming is bereikt met de wegbeheerder, i.c. Rijkswaterstaat.

18.9.2 Ontheffing voor het oprichten van bebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord Rijkswaterstaat, ontheffing verlenen voor het oprichten van bebouwing op de gronden gelegen binnen de 'vrijwaringszone - weg 0-50 meter' overeenkomstig het bepaalde in de onderliggende bestemming, mits:

• a. dit toekomstige infrastructurele uitbreidingen niet onmogelijk maakt;
• b. dit niet leidt tot uit milieuhygiënisch en/of veiligheidsoogpunt onaanvaardbare situaties.