Artikel 17 nutsvoorzieningen
bestemming: nutsvoorzieningen
Lid A. Doeleindenomschrijving.
De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor rioolbuffer, alsmede de daarbij behorende ondergrondse leidingen en de daarbij behorende zonering.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen:
- de op de plankaart aangeduide “leidingzone ondergrondse leidingen”, zijn primair de desbetreffende bepalingen van deze voorschriften van toepassing.
Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen.
Ter verwezenlijking van de in lid A. omschreven doeleinden wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:
-
1. het beleid is primaire gericht op de opvang van overtollig hemelwater uit aangrenzende woongebieden bij hevige regenval.
-
2. gestreefd wordt om de rioolbuffer zodanig in te richten dat de rioolbuffer nu en in de toekomst onderdeel uitmaakt van de beoogde ecologische verbindingszone parallel aan de N299.
Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing.
Op de tot “nutsvoorzieningen” bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden, en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
-
a. voor gebouwen gelden daarbij de volgende bepalingen:
-
1. er slechts gebouwen zijn toegestaan binnen de begrenzing van de matrix;
-
2. op de plankaart in het linkervak van de matrix het maximale bebouwingspercentage binnen de matrixgrenzen is aangegeven;
-
3. op de plankaart in het rechtervak van de matrix de maximale bebouwingshoogte in meters is aangegeven.
-
b. voor andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
-
1. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3,00 m bedragen met uitzondering van:
- voorzieningen van openbare verlichting die maximaal 8,00 m. hoog mogen zijn;
- antennes en antennemasten die maximaal 12,00 m hoog mogen zijn;
- geluidwerende voorzieningen die maximaal een hoogte mogen hebben die vereist is op grond van een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder.
Lid D. Wijzigingsbevoegdheid.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming nutsvoorzieningen te wijzigen in:
-
a. anatuurgebied, ten behoeve van de aanleg van een ecologische verbindingszone, mits:
-
1. de betreffende gronden in eigendom zijn gekomen van de gemeente en/of een terrein beherende natuurbeschermingsorganisatie, dan wel de bestaande eigenaar heeft ingestemd met de aanleg van de ecologische verbindingszone;
-
2. de financiële middelen voor de aanleg van de ecologische verbindingszone zeker zijn gesteld;
-
3. in voldoende mate rekening wordt gehouden met de toekomstige verbreding van de N299;
-
4. aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad;
-
5. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7, lid D. van deze voorschriften.
-
b. Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de in afdeling 3.4. Algemene Wet bestuursrecht omschreven procedure.