direct naar inhoud van 4.4 Bodem
Plan: Buitengebied Noord-West
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0882.BVBUILGRNRDNW01001-VG01

4.4 Bodem

In het kader van het aspect bodem moet rekening worden gehouden met de milieukwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. Dit betreft ondermeer de bodemkwaliteit ter plaatse van het besluitgebied. Uitgangspunt hierbij is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin toegestane gebruiksvormen.

In het verleden hebben diverse activiteiten plaatsgevonden die tot bodemverontreiniging hebben geleid c.q. mogelijk hebben geleid tot bodemverontreiniging. Het betreft hier voornamelijk oude niet meer in gebruikzijnde stortlocaties. Enkele van deze locaties zijn in het verleden bebouwd. De voormalige stortplaatsen worden binnen de kaders van NAVOS (NAzorg Voormalige Stortplaatsen en het convenant Bodem onderzocht. Uitgangspunt bij de uit te voeren onderzoeken is om na te gaan of er sprake is van risico's. Daarnaast is er sprake van verspreid liggende voormalige bedrijfslocaties die voor het van kracht worden van de Wet Bodembescherming voornamelijk al een woon- of andere gevoelige bestemming hebben gekregen. Op dergelijke locaties kan het voorkomen dat de vigerende, dan wel met deze verordening vast te leggen, bestemming niet strookt met de hiervoor vereiste bodemkwaliteit.

Voor de regionale stortplaats gelden vooraf vastgestelde criteria in het kader van de Wet Milieubeheer t.a.v. de afwerking van de locatie en omvorming naar natuur of ander gevoeliger gebruik.

Daarnaast legt de onderhavige beheersverordening uitsluitend de bestaande situatie qua gebruik en bouwen vast. Binnen het besluitgebied zijn geen veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen voorzien. Verkennend bodemonderzoek voor deze beheersverordening is dan ook niet aan de orde.