direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied Noord-West
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0882.BVBUILGRNRDNW01001-VG01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Gebruiksomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor

  • a. ter plaatse reeds bestaande bedrijven zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels: 'Overzicht bestaande bedrijven';
  • b. bedrijven tot ten hoogste categorie 2 zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: 'Toegesneden lijst van bedrijfstypen' en/of daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, vergelijkbare bedrijven, met de daarbij behorende voorzieningen;
  • c. een bedrijf tot ten hoogste categorie 3.1 zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: 'Toegesneden lijst van bedrijfstypen' en/of daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, vergelijkbare bedrijven, uitsluitend op het adres Euregioweg 34;
  • d. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van bedrijf - oppervlaktedelfstoffenwinning', uitsluitend voor oppervlaktedelfstoffenwinning;

en tevens:

  • e. ter plaatse van het besluitsubvlak 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
  • f. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van bedrijf - vuilverwerking', voor vuilverwerking, waarbij tevens een puinbreker is toegestaan;
  • g. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van bedrijf - depot', voor de opslag van afdekmateriaal en niet commercieel afzetbare oppervlakte delfstoffen;
  • h. ter plaatse van het besluitsubvlak 'waterberging', voor een waterberging;

en daarbij behorende:

  • i. tuinen en erven;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden (infiltreren), bergen en afvoeren van hemelwater;
  • l. voorzieningen daar waar bedrijfswoningen opgericht mogen worden.

5.1.2 Besluitsubvlakken

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen besluitsubvlakken, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.3.

 

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik;
  • b. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • c. ondergrondse opslagtanks;
  • d. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Regels met betrekking tot hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak';
  • b. ter plaatse van het besluitsubvlak 'maximum bebouwingspercentage' geldt het aangeduide maximale bebouwingspercentage;
  • c. ter plaatse van het besluitsubvlak 'maximale bouwhoogte' mag tot maximaal de aangegeven bouwhoogte worden gebouwd;
  • d. de (voor-)gevels van de gebouwen moeten worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • e. ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van bedrijf - oppervlaktedelfstoffenwinning' op het adres Grote Heiweg maximaal 200 m² aan gebouwen ten behoeve van de berging van materiaal en schaft- en schuilgelegenheden met een maximale bouwhoogte van 4,50 meter mogen worden opgericht.

5.2.3 Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen garage/carport zijnde, mag maximaal 3,00 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte voor de voorgevel van het hoofdgebouw of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldige lijn maximaal 1,00 meter en achter de voorgevel van het hoofdgebouw of de in het verlengde daarvan getrokken denkbeeldige lijn maximaal 2,00 meter mag bedragen met inachtneming van een afstand van minimaal 1,00 meter van het openbaar toegankelijk gebied.
  • b. Vijvers en vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht in het achtererfgebied met dien verstande dat de oppervlakte van zwembaden maximaal 100 m² per bouwperceel bedraagt en dat niet meer dan 50 % van het achtererfgebied is bebouwd met inachtneming van een afstand van 1,00 meter van het openbaar toegankelijk gebied met inachtneming van 1,00 meter tot de zijdelingse perceelsgrens.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijken voor gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaate van het adres Europaweg-Noord 179 bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 voor het bouwen van maximaal 200 m² aan gebouwen ten behoeve van de berging van materiaal en schaft- en schuilgelegenheden met een maximale bouwhoogte van 4,50 meter.

5.3.2 Afwijken erfafscheidingen binnen 1,00 meter tot openbaar toegankelijk gebied

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 5.2.3 sub a bepaalde voor de bouw van een erfafscheiding achter de voorgevel of de in het verlengde daarvan getrokken lijn en binnen een afstand van 1,00 m tot het openbaar toegankelijk mits:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk worden gedaan.

5.3.3 Voorwaarden verlenen omgevingsvergunning afwijken

Het bij een omgevingsvergunning afwijken als in artikel 5.3.1 en 5.3.2 bedoeld wordt slechts toegestaan indien aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Verboden gebruik

Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen voor en/of als:

  • a. detailhandel met uitzondering van ondergeschikte detailhandel tot een maximum van 10% van het bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 500 m² verkoopvloeroppervlak per bedrijf;
  • b. wonen;
  • c. risicovolle inrichtingen;
  • d. zoneringsplichtige inrichtingen;
  • e. aan horeca verwante bedrijvigheid;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak en opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik. In ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosie-gevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
  • g. verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van het besluitsubvlak 'verkoop motorbrandstoffen zonder lpg'.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijken voor hogere bedrijfscategorie

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.1.1 onder a ten aanzien van het adres Kampstraat 15 en toestaan dat tevens een bedrijf wordt gevestigd in categorie 3.1 of 3.2 zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: 'Toegesneden lijst van bedrijfstypen';
  • b. lid 5.1.1 onder a ten aanzien van de adressen Europaweg-Noord 18 en 148 en toestaan dat tevens een bedrijf wordt gevestigd in categorie 3.1, 3.2, 4.1 of 4.2 zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: 'Toegesneden lijst van bedrijfstypen'.

5.5.2 Voorwaarden afwijken van de gebruiksregels

Het bij een omgevingsvergunning afwijken als in artikel 5.5.1 bedoeld wordt alleen toegestaan, mits:

  • a. het geen Wgh-inrichtingen betreft;
  • b. het geen risicovolle inrichting betreft;de
  • c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • d. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  • e. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • f. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Algemeen

Het is verboden om ter plaatse van het besluitsubvlak 'specifieke vorm van bedrijf - vuilverwerking', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het geheel of gedeel telijk aanleggen van een waterdichte bodemafsluiting met bijbehorende zandlichamen en peilputten;
  • b. het aanleggen van een buizenstelsel voor de verzameling en en de behandeling van het percolaatwater en de daarbij behorende percolaatwaterbassins,pomp- en/of zuiveringsinstallaties;
  • c. het aanleggen van een voorlopige en/of definitieve toegangsweg tot de ontgrondingsgebieden en de vuilstortplaats;
  • d. het aanleggen van een buizenstelsel voor de verzameling, behandeling, winning en/of afvoer van gassen uit de vuilstortplaats;
  • e. het aanleggen van voorzieningen voor de (tijdelijke) opslag van probleemafval;
  • f. het aanleggen van een waterdichte bovenafdekking.