Plan: | 2e partiële herziening bedrijventerrein Strijthagen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0882.BPPARHRZ2BDTSTRTHG-VG01 |
het bestemmingsplan 2e partiële herziening bedrijventerrein Strijthagen met identificatienummer NL.IMRO.0882.BPPARHRZ2BDTSTRTHG-VG01 van de gemeente Landgraaf.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
het exploiteren van een gebouw als amusementshal, bingozaal, seksclub, feestzaal of discotheek.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
de regioarcheoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of opgraven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling beschikkend over een opgravingsvergunning conform de Monumentenwet 1988.
de kans op archeologische vondsten of informatie, waarbij het volgende geldt:
onder archeologische waarden kunnen worden verstaan:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een op de plankaart of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.
vormen van bedrijf vergelijkbaar met of zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: "Toegesneden lijst van bedrijfstypen", conform de bijlage uit de brochure Bedrijven en milieuzonering.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geld: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, tenzij in de regels anders is bepaald.
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het betreffende gebruiksverbod.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
grondwerkzaamheden, waartoe onder meer worden gerekend:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen, doe-het-zelf-artikelen (bouwmarkten) en detailhandel in landbouwwerktuigen.
een winkelassortimentsgroep zoals genoemd in de 4- en/of 5-cijferige codes van de afdelingen 45-47 van sectie G van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008 - versie 2017 van het CBS.
het gedeelte van het bouwperceel waarop bijgebouwen mogen worden opgericht en dat gelegen is achter de (voor)gevelrooilijn.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de bouwgrens die nagenoeg gelijk loopt aan de as van de weg waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen aan de weg(en) grenzende perceelsgrens.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een beroeps- en/ of bedrijfsactiviteit.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen c.q. bewerken van goederen, producten en/of stoffen middels of grotendeels middels machines, installaties of anderszins via een geautomatiseerd proces.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m. boven maaiveld is gelegen.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
aan de winkelfunctie ondergeschikte en niet-zelfstandige horeca, gericht op het verstrekken van non-alcoholische dranken en spijzen aan de bezoekers van de winkel voor consumptie ter plaatse, waarbij de openingstijden gekoppeld zijn aan de openingstijden van de winkel, zonder aparte toegang en niet bouwkundig afgescheiden van de winkel.
hoogte van de afgewerkte vloer van de begane grond.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven of een opgraving staan geformuleerd. Voor aanvang van het onderzoek dient het PvE door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd.
een schriftelijke weergaven (document) van een archeologisch onderzoek, dat is uitgevoerd door een gekwalificeerde archeologisch onderzoeksbureau. Het archeologische onderzoek kan worden voorafgegaan door een door het bevoegde gezag goedgekeurd PvE.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.
verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten.
artikelen die in de tuin en/of erf worden gebruikt of toegepast kunnen worden om de tuin en/of erf te onderhouden, te verfraaien, in te richten of te gebruiken, zoals tuinmeubelen, tuinhout, tuinverlichting, tuingereedschappen, dierenhokken, afrasteringen, tuinhuisjes, tuindecoratie, barbecues, tuinkeukens, tuinhaarden, tuindouche, aardewerk/potterie, tuingerelateerde speeltoestellen zoals trampolines, zwembaden, jacuzzi’s, sauna’s, tuintractoren- en aanbouwwerktuigen, grasmaaiers, vijvers en vijverinrichtingsartikelen, beregeningsmaterialen, etc.
Detailhandel in een samenstelling van al dan niet volumineuze tuin-, dier- en doe-het-zelf-artikelen als mede artikelen die worden gebruikt in de bouwnijverheid, land-, tuin en/of bosbouw, ambachtelijke, industriële en aanverwante bedrijfssectoren, alsmede de daarmee in verband staande en daarvan afgeleide producten, materialen, onderdelen en accessoires.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming en functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
de in een winkel voorkomende voor de uitstalling en de verkoop van detailhandelsartikelen bedoelde oppervlakte.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
horizontaal tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het korst is.
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming of een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van een goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
verticaal vanaf de voet van het bouwwerk tot het hoogste punt van het bouwwerk.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
horizontaal tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren).
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op gevel- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, erkers, kozijnen, dorpels, dakgoten en overstekende daken, ventilatiekanalen, schoorstenen en soortgelijke ondergeschikte bouwdelen mits de bestemmingsgrens c.q. de aangegeven (voor)gevelrooilijn met niet meer dan 1,50 m. wordt overschreden.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Bedrijventerrein' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen kan uitsluitend worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende parkeernormen:
3.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van de hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde:
3.3.2 Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van de loopbrug als bedoeld in artikel 3.2.3, onder a.3 ten behoeve van:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 10.1 wordt tenminste verstaan gebruik van de grond en bouwwerken voor:
Onder verboden gebruik wordt verstaan het gebruik van de gronden voor de detailhandelsfuncties als bedoeld in artikel 3.1 onder b en c voorafgaand aan het daadwerkelijk gerealiseerd/ opgericht/ gebouwd zijn van een loopbrug over de openbare weg (Minckelersstraat), met een doorrijhoogte van minimaal 4,60 meter en die geschikt is voor voetgangers en winkelwagentjes, en die een verbinding maakt tussen het bestemmingsvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - magazijn' en het bestemmingsvlak met de aanduiding 'detailhandel'.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en met dien verstande dat motorbrandstofverkooppunten niet zijn toegestaan.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van de van loopbrug als bedoeld in lid 4.2.1 onder g ten behoeve van:
De voor ‘Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 3' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het verbod als bedoeld in artikel 5.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 ten behoeve van grotere en diepere bodemingrepen.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 5.3.1, kan slechts worden verleend indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 5.4.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Gebieden met een hoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 5.5.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 4' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het verbod als bedoeld in artikel 6.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 ten behoeve van grotere en diepere bodemingrepen.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 6.3.1, kan slechts worden verleend indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 6.4.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 6.5.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
Het verbod als bedoeld in artikel 7.2.1 is niet van toepassing indien:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 ten behoeve van grotere en diepere bodemingrepen.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 7.3.1, kan slechts worden verleend indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 7.4.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Gebieden met een lage verwachtingswaarde)' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk of bouwwerken te slopen.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het verbod als bedoeld in artikel 7.5.1 is niet van toepassing indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.5.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden:
Indien in de afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden bij de afzonderlijke bestemmingen niets staat vermeld over bebouwingspercentage resp. goothoogte, kan bij hantering van de afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid met maximaal 10% van het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' resp. 'maximale goothoogte' aangegeven bebouwingspercentage resp. goothoogte worden afgeweken.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. opstallen te gebruiken of te doen gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming aangegeven bebouwings- en gebruiksmogelijkheden.
Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van bouwhoogten, oppervlakten, lengtes, breedtes en dieptes en bebouwingspercentages tot ten hoogste 10 %, mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en in de afzonderlijke bestemmingen niet reeds wordt voorzien in een soortgelijke afwijkingsbevoegdheid. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage 80%' kan het bevoegd gezag niet afwijken ten aanzien van het maximum bebouwingspercentage.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan.
Indien één of meerdere aanduidingen op de verbeelding van dit bestemmingsplan dan wel het bepaalde in de artikelen 3.1; 3.2; 3.4.2; 4.1, onder a en f; 4.2.1, onder g; 5.3.1; 6.3.1; dan wel artikel 7.3.1, geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd door de bestuursrechter en de rechtsgevolgen daarvan niet in stand worden gelaten krachtens art. 8:72, lid 3, sub a Awb, dan vervalt de rechtskracht van het gehele bestemmingsplan en komt het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Strijthagen”, zoals vastgesteld door de raad op 27 mei 2010, te herleven.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 2e partiële herziening bedrijventerrein Strijthagen'.