Plan: | Woning Noorderweg 119 A |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0880.BP2010005002-0401 |
Bestuursakkoord Pilot Waterland (2011)
Het Bestuursakkoord Pilot Waterland is op 2 februari 2011 getekend door de Provincie Noord-Holland, de gemeenten Edam-Volendam, Waterland, Wormerland, Landsmeer en Oostzaan en stadsdeel Noord en het Ministerie van I&M. Doel van het akkoord is te komen tot nadere afspraken over rollen, verantwoordelijkheden en inzet van de partijen voor de gezamenlijke ontwikkeling van de rijksbufferzone Amsterdam-Purmerend. Met deze pilot wordt de mogelijkheid geboden om onder voorwaarden ervaring op te doen in het benutten van gestuurde rode ontwikkelingen ten behoeve van versterking van de groene en recreatieve functie van de Rijksbufferzone.
De pilot Waterland maakt onder voorwaarden de bouw van in totaal 875 woningen mogelijk, uitgesplitst in:
Het gaat om één exploitatiegebied, waarbij een deel van de opbrengsten uit rood (afdrachten) en de uitgaven voor groen en de recreatieve opgave (kosten uitvoeringsprogramma) door middel van een regionaal fonds worden gefaciliteerd.
Structuurvisie Noord-Holland (2010)
In de structuurvisie geeft de provincie Noord-Holland aan op welke manier zij de ruimte in de provincie de komende 30 jaar wil benutten en ontwikkelen. De provincie zet vooral in op compacte en goed bereikbare steden, omringd door aantrekkelijk groen.
Bescherming van het buitengebied
Van nieuwe ontwikkelingen moet nut en noodzaak worden aangetoond. Vervolgens dient te worden aangetoond dat de betreffende ontwikkeling niet (geheel) door middel van verdichting, transformatie en herstructurering kan worden gerealiseerd. Wanneer een voorgenomen ontwikkeling noodzakelijk is en verdichting niet mogelijk is, wordt nieuwe uitleg buiten het bestaand bebouwd gebied gerealiseerd. Ontwikkelingen buiten bestaand bebouwd gebied moeten voldoen aan eisen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid en duurzaam bouwen. Nieuwe uitleg moet - op het juiste schaalniveau - de wateropgave, bereikbaarheid, (recreatieve) groenopgave, milieukwaliteit en het benutten van duurzame energie/duurzaam bouwen bevatten.
Provinciale Ruimtelijke Verordening (2010)
De doorwerking van de structuurvisie in bestemmingsplannen vindt plaats door middel van de provinciale ruimtelijke verordening. Deze verordening bevat algemene regels over de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen.
Voor dit project zijn twee beleidsvelden van belang: beleid rondom bestaand bebouwd gebied, nationaal landschap Laag Holland en de rijksbufferzone. Hieronder wordt op deze aspecten ingegaan.
Bestaand bebouwd gebied (BBG)
Het plangebied is gelegen buiten het bestaand bebouwd gebied. Een bestemmingsplan mag in principe niet voorzien in de ontwikkeling van nieuwe woningbouw buiten bestaand bebouwd gebied. Gedeputeerde Staten kunnen, gehoord de Adviescommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO), ontheffing verlenen voor:
Nationaal landschap Laag Holland
Het plangebied ligt binnen het nationale landschap 'Laag Holland'. De kernkwaliteiten van dit gebied zijn openheid, het geometrisch patroon droogmakerijen en de Strokenverkaveling. Op basis van artikel 22 van de verordening mag een bestemmingsplan uitsluitend voorzien in nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies binnen de gebieden voor zover deze de kernkwaliteiten behouden of versterken. In hoofdstuk 2 is aangetoond, dat deze kernkwaliteiten niet aangetast zijn.
Rijksbufferzone
Het plangebied is aangeduid als rijksbufferzone. In deze gebieden mag een bestemmingsplan verdere verstedelijking, onder meer in de vorm van wonen, niet mogelijk maken. Verder dient aangegeven te worden op welke wijze de open en groene ruimte wordt beschermd, op welke wijze de ruimtelijke kwaliteit wordt beschermd en op welke wijze de dagrecreatieve functie wordt versterkt.
In artikel 24 van de Verordening is onder lid 3 een ontheffingsmogelijkheid opgenomen. Daarmee kunnen Gedeputeerde Staten, gehoord de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen, ontheffing verlenen. Onder punt e van dit lid is opgenomen dat ontheffing kan worden verleend voor woningbouw, overeenkomstig de afspraken tussen Rijk en provincie met betrekking tot de 'pilot Waterland'.
Conclusie
Het plangebied is dus in strijd met het Provinciaal beleid ten aanzien van bestaand bebouwd gebied en de rijksbufferzones. De verordening biedt wel mogelijkheden om ontheffing te verlenen. Bij besluit van 10 juli 2012 is de ontheffing door Geduputeerde Saten van Noord Holland verleend (Bijlage 6).