Plan: | Landgoed Vrede Oord Zundert |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0879.Landgoedvredeoord-VS01 |
het bestemmingsplan 'Landgoed Vrede Oord Zundert' met identificatienummer NL.IMRO.0879.Landgoedvredeoord-VS01 van de gemeente Zundert;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
beroepsactiviteiten:
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor een zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;
bedrijfsmatige activiteiten:
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aanpijlende gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een (gedeelte van een) bij een (bedrijfs)woning behorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de (bedrijfs)woning en dient voor de huisvesting van een gedeelte van een huishouden uit een oogpunt van mantelzorg;
een door burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals die lijst is opgenomen in Staat van bedrijfsactiviteiten, behorende bij deze regels;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingstreding van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een gebouw ten behoeve van de uitbreiding van een hoofdgebouw, danwel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak;
één gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in dezelfde bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, vliering en kelder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
aaneengesloten terrein, waarbinnen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere permanente voorzieningen ten behoeve van eenzelfde bestemming worden geconcentreerd;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een centrum waar vergader- c.q. cursusruimten voor de verhuur worden aangeboden en waar het aanbieden van drank- en etenswaar in relatie tot de gehouden vergaderingen c.q. cursussen en dergelijke in ondergeschikte mate is toegestaan;
de als zodanig aangeduide waarden opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW), alsmede gemeentelijke- en rijksmonumenten en de in bestemmingsplannen aangeduide beeldbepalende panden;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdende met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 cm (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik;
een op de verbeelding aangegeven lijn die de grens inhoudt van een differentiatie;
een als zodanig door differentiatiegrenzen omsloten vlak, dat dient ter verbijzondering van een bestemming;
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
bij dit bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
afschermende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwvlak van een agrarisch bedrijf, een niet-agrarisch bedrijf of woning;
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat natuur of overig, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud/herstel van watersystemen en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water;
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mogen worden gebruikt;
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn ligging, constructie, afmetingen en/of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
horeca van zeer beperkte omvang ten dienste van andere functies;
de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder begrepen:
waarden in verband met een specifieke waterhuishoudkundige situatie voor daaraan gebonden organismen (planten en dieren), leefgemeenschappen en potenties voor de ontwikkeling daarvan, met daarbij behorende kwantitatieve aspecten (zoals hoge waterstand, stabiel waterpeil) en/of kwalitatieve aspecten (voedselarm, onvervuild), zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
gebouw waarbinnen bedrijfsmatig diensten worden verleend of waar de administratie van een bedrijf wordt verricht;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 m boven het peil, onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;
functionele eenheid bestaande uit, bos en overige natuur, al dan niet in combinatie met agrarische bedrijfsgronden waarop één of meer wooneenheden met karakteristieke verschijningsvorm van allure zijn gesitueerd;
gebruikswaarde, belevingswaarde, en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
ecologisch en/of landschappelijk waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 hectare, onder een agrarische productiefunctie;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering Den Haag, 2009;
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid etcetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, onder andere zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
een toplaag bestaande uit hoofdzakelijk zand, klei, veen en andere natuurlijke bodemmaterialen;
het opbrengen van grond elders op de bestaande toplaag;
een onoverdekt terrein bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden;
de grens van een bouwperceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie);
gebied dat mogelijk in de toekomst noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan;
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een verharding bestaande uit baksteen, tegels, beton en/of asfalt, alsmede daarmede vergelijkbare vaste/gesloten materialen;
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang en dergelijke, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een werkzaamheid of constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van gebouwen;
de afstand tot de bebouwing en de as van de (hoofd)weg, een parallelweg niet meegerekend;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak van het horizontale vlak;
de grootste afstand in meters tussen de buitenwerkse dakvlakken van de door- en achtergevel en/of hart van de scheidingsmuren;
vanaf het peil tot de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
deel van het bouwvlak dat bebouwd mag worden, uitgedrukt in procenten;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestaande grenzen niet meer bedraagt dan 1 meter.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander overeenkomstig het bepaalde in 'Artikel 10 Waarde - Landgoed'.
Voor het hoofdgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', geldt in afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in dit artikel dat de hoofdvorm van de aangewezen gebouwen (bepaald door de oppervlakte, de gevelbreedte, de bouwhoogte, de goothoogte, de dakhelling en de nokrichting), zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan gehandhaafd dient te worden. Een verzoek om een omgevingsvergunning inhoudende een wijziging aan de hoofdvorm zal worden voorgelegd aan de monumentencommissie.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Ter uitvoering van de bestemmingsomschrijving in artikel 3.1 is het bevoegd gezag bij het verlenen van omgevingsvergunningen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.2 bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.4 sub e en worden toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning gebleken noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 en beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis toestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig het bepaalde in 'Artikel 10 Waarde - Landgoed'.
Op deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in artikel 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, herstel en ontwikkeling van de in artikel 4.1 genoemde waarden en gebruik en indien de werkzaamheden passen binnen het beeldkwaliteitplan dat als bijlage bij deze regels is gevoegd.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander overeenkomstig het bepaalde in 'Artikel 10 Waarde - Landgoed'.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander overeenkomstig het bepaalde in 'Artikel 10 Waarde - Landgoed'.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en/ of duikers, alsmede voorzieningen, noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van de waterloop met een maximale hoogte van 3 m en steigers.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en groenvoorzieningen en overeenkomstig het bepaalde in 'Artikel 10 Waarde - Landgoed'.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij woningen gelden de volgende bepalingen:
Ter uitvoering van de bestemmingsbeschrijving in 7.1 zijn burgemeester en wethouders bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, met in achtneming van het bepaalde in 7.2 bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.3 teneinde extra bebouwing toe te staan in de vorm van woonunit ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning gebleken noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.5.1 en beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.5.1 en bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van een bed & breakfast worden toegestaan bij een woning, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.5.1 sub b en worden toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, onder de voorwaarde dat:
De omgevingsvergunning vervalt, indien de bij het verlenen van deze omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemming(en) tevens mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen andere aangewezen dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 17.3 .
Op deze gronden mogen, overeenkomstig de planregels die gelden voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, indien er sprake is van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 8.2 ten behoeve van het oprichten of uitbreiden van bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 5.000 m², waarbij grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,50 m, waarbij de daadwerkelijk uit te voeren grondwerkzaamheden dieper dan 0,5 m en meer dan 5.000 m² bedraagt, mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning toereikend archeologisch onderzoek, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Het bevoegd gezag vraagt advies aan een door het bevoegd gezag aangewezen archeologisch deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 8.4.1 wordt slechts verleend indien:
Het bevoegd gezag kan het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening wijzigen in die zin dat de planverbeelding wordt gewijzigd door een of meerdere bestemmingsvlakken of gedeeltes daarvan met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' van de planverbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Attentiegebied EHS' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie, gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur(waarden).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen andere aangewezen dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 17.3.
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
Bij toename van het verhard oppervlak is 'hydrologisch neutraal bouwen' het uitgangspunt. Voor een toename van het verharde oppervlak van 250 m² is een advies van de waterbeheerder vereist.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wordt de waterbeheerder gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 mag alleen worden verleend indien door die werken en/of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
één en ander overeenkomstig het beeldkwaliteitplan dat als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de andere aangewezen dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 17.3.
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
Naast het bepaalde bij de bestemmingsomschrijving van andere bestemmingen binnen deze dubbelbestemming zijn de volgende vormen van gebruik niet strijdig met die genoemde bestemmingsomschrijvingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.3.2 en het bepaalde in de bijbehorende artikelen die van toepassing zijn bij de onderliggende enkelbestemmingen, teneinde verblijfsrecreatie mogelijk te maken, met dien verstande dat:
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waterstaat - Waterlopen' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de nabij gelegen waterloop, in verband met de waterhuishouding waarbij artikel 17.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemmingsomschrijving worden opgericht, waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Het bevoegd gezag wint, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen en de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen' van de verbeelding verwijderen indien uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat de bescherming overbodig is geworden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan gelden, voor zover van toepassing, ook in geval van ondergronds bouwen en met dien verstande, dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen binnen de overige planregels.
Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - reserveringsgebied waterberging' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen binnen de overige planregels
worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 15 m te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan.
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 1 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Bij een omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van 18.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
artikel 18.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder mede begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 18.2.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 18.2.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
artikel 18.2.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan 'Landgoed Vrede Oord Zundert'.