direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan woningaantallen komplannen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding tot het opstellen van het paraplubestemmingsplan en het doel van dit paraplubestemmingsplan. Daarnaast gaat dit hoofdstuk in op de ligging en de reikwijdte van het paraplubestemmingsplan. De leeswijzer geeft de opbouw van het resterende deel van dit paraplubestemmingsplan weer.

1.1 Aanleiding en doel

Recentelijk zijn de bestemmingsplannen die van toepassing zijn op de kernen Achtmaal, Klein Zundert, Rijsbergen, Wernhout en Zundert in de gemeente Zundert geactualiseerd, zodat de actuele wet- en regelgeving vertaald is in het bestemmingsplan. Die bestemmingsplannen hebben een consoliderend karakter. Bij het opstellen van die plannen is de keuze is gemaakt voor een eenduidige plansystematiek waarbij de bestaande woningbouwmogelijkheden minimaal zijn overgenomen. Daardoor is een aantal regels uit de toen geldende bestemmingsplannen losgelaten.

In onderstaande bestemmingsplannen is voor de bestemmingen “Cultuur en ontspanning”, “Gemengd”, “Maatschappelijk” en/of “Wonen” geen regeling opgenomen die strekt tot het limiteren van het aantal woningen:

  • 'Centrumgebied Rijsbergen';
  • 'Centrumgebied Zundert';
  • 'De Ambachten';
  • 'De Kosterswoning te Zundert';
  • 'Kern Achtmaal';
  • 'Kern Klein Zundert';
  • 'Kern Wernhout';
  • 'Leijakker (herziening) 2010';
  • 'Pastoor de Bakkerstraat 18a';
  • 'Woongebieden Rijsbergen';
  • 'Woongebieden Zundert'.

De gemeente Zundert wil de groei van het aantal woningen weer zelf in de hand nemen en in de hand houden, daarom wordt in dit paraplubestemmingsplan een regeling opgenomen die het maximale aantal woningen in de kernen beperkt. Ondanks het bedoelde consoliderende karakter van de bestemmingsplannen was niet voorzien dat het toenemen van het woningaantal de regionale woningbouwafspraken zodanig onder druk zet dat de gemeente Zundert niet de volledige regie over de invulling van het woonprogramma heeft.

Mede gelet op demografische ontwikkelingen en regionale woningbouwafspraken, moet dit paraplubestemmingsplan ervoor zorgen dat de gemeente Zundert grip houdt op de toename van het aantal woningen in de kernen. Met dit paraplubestemmingsplan worden de woningaantallen daarom weer vastgelegd.

Dit met uitzondering van de Wernhoutseweg 135-135a en Wernhoutseweg 120-122 in Wernhout.

1.1.1 Bestemming "Cultuur en ontspanning"

In het bestemmingsplan 'De Kosterswoning te Zundert' is wonen onder de bestemming “Cultuur en Ontspanning” gelimiteerd tot ateliergebruikers, maar is geen bepaling over het maximumaantal wooneenheden of het aantal ateliergebruikers opgenomen. In de regels voor de bestemming “Cultuur en Ontspanning” is ook geen regeling voor woningsplitsing opgenomen. Om die reden wordt het bestemmingsplan 'De Kosterswoning te Zundert' meegenomen in dit paraplubestemmingsplan.

1.1.2 Bestemmingen "Gemengd" en "Maatschappelijk"

In de bestemmingsomschrijvingen van de bestemmingen “Gemengd” en/of “Maatschappelijk” in bovenstaande bestemmingsplannen is het wonen zonder meer toegestaan. Daarnaast worden uitsluitend beperkingen ten aanzien van bouwen (bouwhoogte, bebouwingspercentage, etc.) gesteld en wordt er geen maximum aan het aantal wooneenheden gesteld. Dit geldt voor zowel de bestemmingsplannen die geen onderscheid maken tussen wonen op de begane grond en wonen op de verdieping, als de bestemmingsplannen die wel onderscheid maken tussen wonen op de begane grond en wonen op de verdieping (zie onderstaande paragraaf).

In de bestemmingsplannen 'Kern Wernhout', 'Woongebieden Zundert' en 'Kern Klein Zundert' is in de bestemmingsomschrijving van de bestemming “Gemengd” expliciet melding gemaakt van “wonen op verdieping(en)” en “wonen op de begane grond”, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen'. Het wonen op de begane grond is met een functieaanduiding beperkt qua omvang, een toename van het aantal woningen op deze gronden op de begane grond is niet denkbaar. Voor de verdieping ligt dat anders. Woningen mogen op de verdieping over het gehele bouwvlak worden gerealiseerd. Binnen deze regelingen is een bepaling over het maximale aantal woningen niet opgenomen.

Gelet op het bovenstaande, richt dit paraplubestemmingsplan zich onder andere op de bestemmingen “Gemengd” en “Maatschappelijk” in bovenstaande bestemmingsplannen.

1.1.3 Bestemming "Wonen"

In het bestemmingsplan 'Leijakker (herziening) 2010' is geen bepaling opgenomen die woningsplitsing onmogelijk maakt. Daarnaast is, in tegenstelling tot de meeste andere bestemmingsplannen die van toepassing zijn op kernen in de gemeente Zundert, geen bepaling opgenomen die het aantal woningen in een hoofdgebouw beperkt tot één. Hierdoor is uitbreiding van het aantal woningen in een hoofdgebouw (door woningsplitsing) mogelijk. Om dit te voorkomen, wordt dit bestemmingsplan opgenomen in dit paraplubestemmingsplan.

Onderstaande bestemmingsplannen bieden de mogelijkheid om onder de bepaling 'twee-aaneen' een vrijstaande of een twee-aaneengebouwde woning te realiseren. Wanneer het bouwvlak het toelaat, kan na sloop van een vrijstaande woningen een twee-onder-een-kapwoning teruggeplaatst worden, ook dit leidt tot een afname van het woningbouwcontingent van de gemeente Zundert. Er ontstaat immers één hoofdgebouw met twee woningen. Om dergelijke ontwikkelingen te voorkomen, worden de volgende bestemmingsplannen opgenomen in dit paraplubestemmingsplan:

  • 'Centrumgebied Zundert';
  • 'Centrumgebied Rijsbergen';
  • 'De Ambachten';
  • 'Kern Achtmaal';
  • 'Kern Klein Zundert';
  • 'Kern Wernhout';
  • 'Pastoor de Bakkerstraat 18a';
  • 'Woongebieden Rijsbergen';
  • 'Woongebieden Zundert'.

In de bestemmingsplannen:

  • 'Centrumgebieden Zundert';
  • 'Kern Achtmaal';
  • 'Kern Wernhout';
  • 'Woongebieden Rijsbergen';
  • 'Woongebieden Zundert';

is het aantal gestapelde woningen niet gelimiteerd behalve door de bepaling dat hoofdgebouwen niet gesplitst mogen worden in meerdere woningen, om die reden worden deze bepalingen over gestapelde woningen meegenomen in dit paraplubestemmingsplan.

1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied

Dit paraplubestemmingsplan is van toepassing op de in paragraaf 1.1 opgesomde bestemmingsplannen en daaraan gelieerde herzieningen, uitwerkingsplannen en afwijkingen van die bestemmingsplannen.

Dit paraplubestemmingsplan blijft binnen de contouren die in het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen voor de vijf kernen gehanteerd zijn. De gronden waarop dit paraplubestemmingsplan van toepassing is, vallen onder bestaand stedelijk gebied (woonkernen, centrumgebieden en bedrijventerreinen). Dit paraplubestemmingsplan is niet van toepassing op het buitengebied van de gemeente Zundert en op de Wernhoutseweg 135-135a en Wernhoutseweg 120-122 in Wernhout.

Met dit paraplubestemmingsplan worden de regels in vigerende bestemmingsplannen in het plangebied aangepast. Het paraplubestemmingsplan gaat deel uitmaken van de regels van de desbetreffende bestemmingsplannen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging en begrenzing plangebied, de indicatieve ligging van de kernen waarvan een bestemmingsplan mee wordt genomen in dit paraplubestemmingsplan is gevisualiseerd door de rode cirkel of ovaal, de lijst met bestemmingsplannen die op worden genomen in dit paraplubestemmingsplan is opgenomen in hoofdstuk 3 van de toelichting en in bijlage I van de regels van dit paraplubestemmingsplan

1.3 Leeswijzer

De toelichting van dit paraplubestemmingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk gaat hoofdstuk 2 in op de relevant beleidskaders van het Rijk, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Zundert. Hoofdstuk 3 beschrijft de juridische opzet van dit paraplubestemmingsplan. De economische uitvoerbaarheid komt in hoofdstuk 4 aan de orde en tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Dit hoofdstuk behandelt het voor het plangebied relevante beleid.

2.1 Rijksbeleid

Deze paragraaf bevat een samenvatting en analyse van het rijksbeleid dat van toepassing is op dit paraplubestemmingsplan. Het gaat om beleid dat is opgenomen in:

  • de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte;
  • het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vastgesteld op 13 maart 2012 en geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid op rijksniveau. De structuurvisie vervangt onder meer de Nota Ruimte, de Nota mobiliteit, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Mobiliteitsaanpak, de Structuurvisie voor de snelwegomgeving, de agenda landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daarbij streeft het Rijk naar een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker op de eerste plaats zet, leidt tot doelgerichte investeringen en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en selectieve betrokkenheid van het Rijk.

Daarnaast verstevigt de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. De verantwoordelijkheid om te sturen in de ruimtelijke ordening legt de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte voor een substantieel deel bij de provincies en gemeenten. Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Ook het initiatief bij de programmering van woningen en bedrijventerreinen ligt bij provincies en gemeenten en moet zijn gebaseerd op de regionale behoefte.

Conclusie Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Gelet op het bovenstaande is de betekenis van de nationale structuurvisie voor het beperken van het aantal wooneenheden in de kernen van de gemeente Zundert zeer beperkt. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is gericht op rijksniveau en daarmee van een zodanig hoog abstractieniveau dat er geen concrete beleidskaders voor het voorkomen van ongecontroleerde uitbreiding van het woningaantal in de kernen van de gemeente Zundert kunnen worden afgeleid.

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

In het op 30 december 2011 in werking getreden en het op 1 oktober 2012 op onderdelen gewijzigde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) stelt het Rijk een aantal regels over de inhoud van bestemmingsplannen. De onderwerpen betreffen: project mainportontwikkeling Rotterdam, kustfundamenten, grote rivieren, Waddenzee en waddengebied en defensie (met uitzondering van radar). Voor de in het Barro genoemde onderwerpen moeten op grond van de Wet ruimtelijke ordening alle bestemmingsplannen binnen een jaar aan de bepalingen uit die algemene maatregel van bestuur voldoen.

In het Barro zijn geen regels opgenomen die betrekking hebben op het programmeren van de woningbehoefte en/of het beperken van ongecontroleerde uitbreiding van het woningaantal.

Conclusie Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Net als de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte richt het Barro zich op ontwikkelingen die landelijke of grootschalige implicaties hebben. Omdat er geen landsbelangen in het geding zijn bij het beperken van ongecontroleerde uitbreiding van het aantal wooneenheden in de kernen in de gemeente Zundert, kan geconcludeerd worden dat het Barro zich niet verzet tegen die beperking.

2.2 Provinciaal beleid

Onderstaande paragrafen gaan in op het beleid van de provincie Noord-Brabant zoals dat van toepassing is op het voornemen om onbeperkte uitbreiding van het aantal woningen in de kernen van de gemeente Zundert te beperken.

2.2.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening

Op 1 oktober 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) voor de provincie Noord-Brabant vastgesteld. De structuurvisie trad op 1 januari 2011 in werking. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040).

Sinds de vaststelling van de Structuurvisie in 2010 hebben Provinciale Staten diverse besluiten genomen die een verandering brengen in de provinciale rol en sturing, of het provinciaal beleid. Deze besluiten zijn nu vertaald in de 'Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014', die op 7 februari 2014 is vastgesteld. Omdat de bestaande structuurvisie recentelijk is vastgesteld en de visie en sturingsfilosofie voor het overgrote deel nog actueel zijn, is besloten geen geheel nieuwe visie vast te stellen. Op onderdelen vindt er bijsturing plaats.

De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie, maar bindt gemeenten niet rechtstreeks. Het vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten, zoals die geboden worden door de Wet ruimtelijke ordening, inzet. Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. In de Verordening ruimte 2014 (zie onder) zijn de kaderstellende elementen uit de structuurvisie vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen.

De provincie stuurt door middel van vier ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Binnen deze structuren worden de belangrijkste, maatschappelijke ontwikkelingen opgevangen en kiest de provincie voor een bepaalde ordening van functies. Hiermee ontwikkelt de provincie een gevarieerd en aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. Het principe van 'behoud en ontwikkeling' staat hierbij centraal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01_0002.png"

Figuur 2.1 Uitsnede uit de structurenkaart van de Structuurvisie ruimtelijke ordening van de provincie Noord-Brabant, de indicatieve ligging van de plangebieden is weergegeven met een rode cirkel, van boven naar benden en van links naar rechts: Rijsbergen, Zundert met Klein Zundert, Wernhout en Achtmaal

Zoals weergegeven op figuur 2.1 zijn de kernen in de gemeente Zundert aangewezen als “Kernen in het landelijk gebied”. In dergelijke gebieden moet de lokale verstedelijkingsbehoefte (behoefte aan woon- en werkgebieden en voorzieningen) opgevangen worden. De programmering van deze voorzieningen moeten gemeenten in regionaal verband onderling afstemmen. De provinciale ambitie om concurrentie tussen gemeenten en overproductie van onder andere woningen te voorkomen, vergroot het belang van deze regionale afspraken.

In de kernen in het landelijk gebied moet het principe 'bouwen voor migratiesaldo nul' gevolgd worden. Dat betekent dat er ruimte is om uitsluitend de eigen woningbehoefte van een kern in die kern op te vangen. De provincie Noord-Brabant stuurt op concentratie van verstedelijking (wonen, werken en voorzieningen) om die reden stelt de Verordening ruimte (2014) (zie volgende paragraaf) regels over de concentratie van verstedelijking.

De zoekgebieden voor verstedelijking die in de Structuurvisie ruimtelijke ordening in de gemeente Zundert zijn opgenomen, zorgen ervoor dat de gemeente Zundert beschikt over voldoende mogelijkheden om in de verstedelijkingsbehoefte te voorzien. In die zoekgebieden kan, wanneer dat nodig is, worden voorzien in de lokale verstedelijkingsbehoefte (realisatie van woon- en werklocaties en voorzieningen). Om het zoekgebied te behouden als locatie waar in de toekomst mogelijk verstedelijking plaats kan vinden, wordt in die zoekgebieden ingezet op het beperken van functies die verstedelijking kunnen belemmeren.

Conclusie Structuurvisie ruimtelijke ordening

De Structuurvisie ruimtelijke ordening van de provincie Noord-Brabant beschrijft dat in de kernen in het landelijk gebied overproductie van woningen tegengegaan moet worden. Het streven van de gemeente Zundert om de ongecontroleerde toename van het aantal wooneenheden in de kernen in die gemeente te voorkomen past dus in het provinciaal beleid zoals dat is vastgelegd in de structuurvisie. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening worden echter nog geen woningbouwcontingenten vastgelegd, dat wordt gedaan in de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant.

Wanneer in de kernen in de gemeente Zundert in de toekomst toch behoefte aan verstedelijking is, kan die behoefte worden opgevangen in bovengenoemde zoekgebieden voor verstedelijking.

2.2.2 Verordening ruimte 2014

Provinciale Staten hebben op 10 juli 2015 de Verordening ruimte Noord-Brabant 2014 opnieuw vastgesteld. Met ingang van 15 juli 2015 is deze verordening in werking getreden.

De onderwerpen die in de verordening staan, zijn afgeleid uit bovengenoemde structuurvisie. De structuurvisie beschrijft welke belangen de provincie wil behartigen en hoe zij dat wil doen. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. De Verordening ruimte bevat regels waaraan ruimtelijke plannen moeten voldoen.

Ook de Verordening ruimte 2014 wijst de kernen in de gemeente Zundert aan als “kernen in landelijk gebied” geflankeerd door een “zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling”, dit is weergegeven op figuur 2.2. Die zoekgebieden zijn gebieden, waar gelet op de ruimtelijke kwaliteit van die gebieden, onder voorwaarden verstedelijking plaats kan vinden. Belangrijke voorwaarde bij verstedelijking in de zoekgebieden is dat het een bijdrage moet leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van het zoekgebied en dat beschikbare ruimte zorgvuldig gebruikt wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01_0003.png"

Figuur 2.2 Uitsnede uit de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord Brabant, de indicatieve ligging van de plangebieden is weergegeven met een rode cirkel, van boven naar benden en van links naar rechts: Rijsbergen, Zundert met Klein Zundert, Wernhout en Achtmaal

Met betrekking tot de kernen in het landelijk gebied heeft de provincie Noord-Brabant besloten dat er alleen nieuwe woningen gebouwd mogen worden als dat noodzakelijk is voor de natuurlijke bevolkingsgroei. Dat betekent dat nieuwkomers in en vertrekkers uit een kern niet meegeteld mogen worden in de woningbehoefte (migratiesaldo-nul). De provincie Noord-Brabant verwacht van gemeenten dat zij bij de bouw van woningen, en het opstellen van gemeentelijke ruimtelijke plannen daarvoor, rekening houden met de afspraken in het regionaal ruimtelijk overleg.

Om de woningbehoefte in de provincie Noord-Brabant te bepalen, is de provincie verdeeld in diverse regio's. Per regio wordt minimaal één keer per bestuursperiode van Gedeputeerde Staten van de provincie een woningbehoefteprognose opgesteld. Die behoefte wordt opgesteld gedurende een bestuurlijk overleg (het zogenoemde Regionaal Ruimtelijk Overleg) tussen de gemeenten in een regio. Zundert maakt samen met de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Drimmelen en Geertruidenberg deel uit van de subregio Breda en omstreken. Die subregio maakt weer deel uit van de regio West-Brabant. In het landelijk gebied van de subregio Breda en omstreken mogen krachtens de woningbouwprognose in de periode tot en met 2040 in totaal nog 2.930 woningen worden gebouwd. Die woningen moeten dus verdeeld worden over de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Drimmelen, Geertruidenberg en Zundert.

Breda maakt samen met de kernen Oosterhout en Etten-Leur deel uit van het stedelijk concentratiegebied van de subregio Breda en omstreken. In dat stedelijk concentratiegebied mogen in de periode tot en met 2040 nog 12.615 woningen gebouwd worden. Dit aantal woningen is echter niet relevant voor de gemeente Zundert omdat deze woningen alleen in bovengenoemde steden gebouwd mogen worden.

In de bestemmingen “Cultuur en ontspanning”, “Gemengd”, “Maatschappelijk” en/of “Wonen” van onderstaande bestemmingsplannen is geen grens gesteld aan het maximale aantal wooneenheden:

  • 'Centrumgebied Rijsbergen';
  • 'Centrumgebied Zundert';
  • 'De Ambachten';
  • 'De Kosterswoning te Zundert';
  • 'Kern Achtmaal';
  • 'Kern Klein Zundert';
  • 'Kern Wernhout';
  • 'Leijakker (herziening) 2010';
  • 'Pastoor de Bakkerstraat 18a';
  • 'Woongebieden Rijsbergen';
  • 'Woongebieden Zundert'.

Ongelimiteerde uitbreiding van het aantal wooneenheden door splitsing van woningen en het niet vastleggen van het toegestane maximale aantal wooneenheden in de opgesomde bestemmingsplannen biedt planologische ruimte om nieuwe woningen te realiseren door bestaande woningen te splitsen. Wat de mogelijkheid om nieuwe locaties aan te wijzen voor woningbouwontwikkeling. Dit omdat splitsing van bestaande woningen wordt gezien als de realisatie van een nieuwe woning en dus wordt afgetrokken van de 2.930 nog te bouwen woningen in de regio.

Conclusie Verordening ruimte 2014

In de Verordening ruimte 2014 gaat de provincie Noord-Brabant overproductie van nieuwe woningen tegen door te bepalen dat in de regio waar de gemeente Zundert deel van uitmaakt tot en met 2040 2.930 woningen gerealiseerd mogen worden. In samenspraak met de gemeenten in de regio geeft de gemeente Zundert invulling aan deze ontwikkelingsruimte. Het streven van de gemeente Zundert om de uitbreiding van het aantal woningen in de kernen van de gemeente te kunnen sturen past in het beleid zoals vastgesteld in de Verordening ruimte.

In de Verordening ruimte 2014 zijn in de gemeente Zundert diverse zoekgebieden voor verstedelijking voorzien. In die zoekgebieden kan, indien nodig, de bouw van nieuwe woningen plaatsvinden.

2.2.3 Regionale Agenda Wonen 2016 (Deel A)

De Regionale Agenda Wonen 2016 (Deel A) is op 9 december 2015 tijdens het Regionaal Ruimtelijk Overleg vastgesteld. Met het vaststellen van de Regionale Agenda Wonen 2016 is ook ingestemd met de regionale woningbouwafspraken voor de periode van 2015 tot en met 2024. De afspraken hebben betrekking op de woningmarkt in West-Brabant. De agenda is opgesteld door de provincie Noord-Brabant, in samenwerking met de regio West-Brabant.

Deel A van de Regionale Agenda Wonen bevat afspraken die specifiek van toepassing zijn op de regio West-Brabant. Deel B bevat een algemeen beeld van de Noord-Brabantse woningmarkt en de opgaven die de komende jaren invloed hebben op die woningmarkt.

De Regionale Agenda Wonen 2016 (Deel A) gaat in op ontwikkelingen in de regionale woningvoorraad en de verwachtingen op basis van de provinciale bevolkings- en woningprognose. Daarnaast gaat de agenda in op de kwantitatieve en kwalitatieve samenstelling van de gemeentelijke woningbouwprogramma's en bevat de agenda dus de woningbouwafspraken.

De woningvoorraad en woningbouwopgave in de gemeente Zundert (voor de periode van 2015 tot en met 2024) is weergegeven in onderstaande tabel. Uit die tabel blijkt dat Zundert in die periode 785 woningen mag bouwen.

Tabel 2.1 Woningvoorraad en aantal te bouwen woningen in Zundert

afbeelding "i_NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01_0004.png"

Conclusie Regionale Agenda Wonen 2016 (Deel A)

Op basis van de regionale afspraken mag Zundert in de periode tot en met 2024 785 woningen bouwen. Planologische ruimte om nieuwe woningen te realiseren door het benutten van fysieke ruimte om woningen te realiseren of het splitsen van bestaande woningen gaat ten koste van dit aantal. Dit beperkt het aantal nieuwe woningen dat Zundert zelf mag bouwen. Met dit bestemmingsplan wordt dit ongewenste effect voorkomen. De Regionale Agenda Wonen 2016 (Deel A) verzet zich niet tegen dit bestemmingsplan.

2.3 Gemeentelijk beleid

Onderstaande paragraaf gaat in op het beleid van de gemeente Zundert dat relevant is voor de beperking van het aantal wooneenheden in de kernen.

2.3.1 Woonvisie Zundert 1.0

In de gemeentelijke woonvisie worden de aantallen te bouwen woningen per kern (kwantiteit), de kwalitatieve aspecten en de te bouwen woningtypen (bijvoorbeeld voor bijzondere doelgroepen) nader onderbouwd. Momenteel geldt voor gemeente Zundert de 'Woonvisie Zundert 1.0', vastgesteld door de gemeenteraad op 15 maart 2016. In de Woonvisie 1.0 zijn voor de periode 2015-2018 de kaders voor volkshuisvesting uitgezet. De ervaringen uit 2016 en de lokale gevolgen van de nieuwe Woningwet (1 juli 2015) worden in het voorjaar van 2017 aan de gemeenteraad bekend gemaakt, waarna in de zomer van 2017 de Woonvisie Zundert 2.0 ter vaststelling wordt aangeboden. De Woonvisie 2.0 borgt enerzijds het lokale woonbeleid uit de Woonvisie 1.0 en is anderzijds afgestemd op de actuele effecten van de Woningwet en de regionale afspraken.

De strategieën die voortkomen uit de Woonvisie Zundert 2010-2014 blijken in de praktijk succesvol te zijn en vormen de politieke pijlers onder het woonbeleid. De uitwerking van deze ambities, te weten; levendige kernen voor jong en oud, woningbouw met kwaliteit en passend bij de gemeente Zundert en regie nemen, sturen en faciliteren zijn ook nu nog actueel.

De sterk gewijzigde financieel-economische omstandigheden, het veranderende demografisch perspectief en de wijzigende voorkeuren van de consument zullen de komende jaren invloed blijven hebben op het gemeentelijk woonbeleid. In grote lijnen laten deze ontwikkelingen zich samenvatten in een viertal, onderling sterk samenhangende hoofdopgaven voor de lokale Zundertse woningmarkt. Opgaven, waaraan in de afgelopen jaren al veelvuldig is gewerkt.

Zo ligt er de opgave om de ingezette koers van (meer) realisme en regionale samenhang in de woningbouwplanning en –programmering ook de komende tijd voort te zetten (opgave 1). Tevens is van belang dat het bestaande en nieuwe aanbod van woningen en woonmilieus blijft aansluiten op de vraag van de woonconsument (opgave 2). Hierbij speelt ook een rol, dat tijdig moet worden ingespeeld op toekomstige demografische ontwikkelingen, waarbij de sterke vergrijzing en de hieraan gelieerde opgaven op het vlak van 'wonen met zorg en welzijn' het meest in het oog springen (opgave 3). Ten heeft de gemeente Zundert te maken met een opgave om meer flexibiliteit te brengen in het woningbouwprogramma en de ontwikkelschaal van woningbouwprojecten (verder) te verkleinen (opgave 4).

In de Woonvisie Zundert 1.0 is aansluiting gezocht op de regionale agenda Wonen en het woningbouwprogramma is in lijn met de 'ladder voor duurzame verstedelijking' uit het Bro (Besluit ruimtelijke ordening). De Ladder is sinds 2012 een procesvereiste en het doel ervan is het bevorderen van zorgvuldig ruimtegebruik. De keuzen die Zundert daarin heeft gemaakt komen tot uiting in de ontwikkellocaties uit de diverse structuurvisies. Naast een woningbouwprogramma is er een (beleidsmatig) uitvoeringsprogramma opgenomen dat ondersteunend is aan en actief bijdraagt aan de planvorming van concrete projecten. De Woonvisie 1.0 is een actueel 'kader voor uitvoering' voor de periode 2015-2018. De Woonvisie Zundert 1.0 is geen doel op zich, maar is de onderlegger voor overleg. Afspraken zullen in (anterieure) overeenkomsten en contracten worden vastgelegd. De (lokale) marktpartijen zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen, bouwen en verkopen van woningen in de gemeente. De gemeente wil de samenwerking met hen intensiever oppakken, zodat gezamenlijk gezorgd kan worden voor een nog betere afstemming van vraag en aanbod.

Het aantal woningen dat per kern wordt toegevoegd, is een gemeentelijke bevoegdheid zolang deze binnen de regionale woningbouwafspraken blijft, zoals bestuurlijk vastgesteld in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (zie paragraaf 2.2.3). De door Gedeputeerde Staten vastgestelde bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant is daarbij de onderlegger. Alle West-Brabantse gemeente committeren zich aan deze prognose.

De woonvisie beschrijft dat voor de periode 2014-2023 Zundert een bandbreedte in aantallen woningen toebedeeld heeft gekregen van 690-795 woningen. Voor de periode tot 2030 heeft Zundert 970 eenheden toebedeeld gekregen en vanaf 2030 verwacht de provincie Noord-Brabant dat het woningtekort volledig is ingelopen. Dit betreft het aantal nieuw toe te voegen woningen op de bestaande voorraad. Hierbij wordt peildatum 1 januari 2014 gehanteerd. De feitelijke woningvoorraad in Zundert betrof toen 8.475 woningen.

De woonvisie beschrijft ook dat er in Zundert plannen zijn voor de bouw van 887 wooneenheden, daarnaast zijn 48 eenheden gereserveerd voor ontwikkellocaties uit de structuurvisies waarvoor nog geen initiatieven zijn. Met een totaal van 935 eenheden (peildatum 1 april 2015) voldoet Zundert aan de regionale afspraken tot 2030.

Conclusie Woonvisie Zundert 1.0

Hoewel de woonvisie geen harde afspraken over het aantal te realiseren woningen bevat, geeft de visie wel een indicatie van het aantal woningen dat de gemeente Zundert wil realiseren. Door het niet vastleggen van het aantal woningen in een bestemmingsplan ontstaat er planologische ruimte om, zonder invloed van de gemeente, nieuwe woningen te realiseren. Dit gaat ten koste van het aantal woningen dat conform de woonvisie en/of het bestuurlijk overleg gerealiseerd kan worden in de gemeente Zundert. Met als gevolg dat minder goed worden voorzien in de realisatie van woningen voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld mindervaliden en starters). Dat gaat vervolgens weer ten koste van de aantrekkelijkheid van de kernen in de gemeente Zundert.

In onderstaande bestemmingsplannen is het woningaantal onder de bestemmingen “Cultuur en ontspanning”, “Gemengd”, “Maatschappelijk” en/of “Wonen” niet vastgelegd:

  • 'Centrumgebied Rijsbergen';
  • 'Centrumgebied Zundert';
  • 'De Ambachten';
  • 'De Kosterswoning te Zundert';
  • 'Kern Achtmaal';
  • 'Kern Klein Zundert';
  • 'Kern Wernhout';
  • 'Leijakker (herziening) 2010';
  • 'Pastoor de Bakkerstraat 18a';
  • 'Woongebieden Rijsbergen';
  • 'Woongebieden Zundert'.

Daardoor ontstaat in die bestemmingsplannen planologische ruimte om nieuwe woningen te realiseren door door het benutten van fysieke ruimte om woningen te realiseren of het splitsen van bestaande woningen. Hierdoor verliest de gemeente gedeeltelijk grip op de woningvoorraad. Dit omdat het toevoegen van woningen op grond van de planologische rechten moet worden vergund en afstemming met vigerend beleid niet nodig is. Daarnaast beperkt dit het aantal nieuwe woningen dat de gemeente Zundert zelf mag bouwen. De toegevoegde woningen komen in mindering op de woningaantallen die de gemeente mag realiseren op grond van het woningbouwprogramma.

Het doel van dit paraplubestemmingsplan is om het huidige woningaantal in de vijf kernen in de gemeente Zundert vast te leggen. Op die manier houdt de gemeente Zundert grip op het aantal woningen in de kernen, iets dat mede gelet op de demografische veranderingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau en de regionale woningbouwafspraken essentieel is om te komen tot een woningvoorraad die kwantitatief voldoende en kwalitatief hoogwaardig is. Zo voert de gemeente Zundert zelf de regie over de woningaantallen en kan zij voldoen aan het beleid zoals vastgelegd in de gemeentelijke woonvisie en het Regionaal Ruimtelijk Overleg.

Hoofdstuk 3 Juridische planopzet

De artikelen in de bestemmingsplannen uit tabel 3.1 bieden planologische ruimte om woningen toe te voegen aan de woningvoorraad. Onder andere door het niet limiteren van het aantal woningen binnen een bouwvlak (nieuwbouw binnen de bestaande mogelijkheden waarbij er geen maximaal aantal woningen is opgenomen), alsmede de mogelijkheid om woningen te splitsen.

Tabel 3.1 Overzicht bestemmingsplannen en artikelen die ruimte bieden voor het uitbreiden van het aantal woningen

afbeelding "i_NL.IMRO.0879.BPwoningaantal-VS01_0005.png"

Om ongebreidelde uitbreiding van het aantal woningen in de kernen van de gemeente Zundert te voorkomen, wordt aan de artikelen in de rechterkolom van tabel 3.1 een bepaling toegevoegd die het aantal woningen beperkt tot het bestaande aantal woningen. Die aanvullende bepaling is opgenomen in de bestemmingsregels van dit paraplubestemmingsplan.

Met dit paraplubestemmingsplan worden alle regels van de bovengenoemde bestemmingsplannen in stand gelaten. Wel worden er enkele bepalingen toegevoegd:

  • in de begripsbepalingen worden de begrippen 'bestaand gebruik' en 'bestaand bouwen' opgenomen. Hiermee wordt uitleg gegeven aan het begrip bestaand;
  • in de bestemmingsomschrijvingen van de bestemmingen zoals in tabel 3.1 genoemd, wordt een bepaling toegevoegd waarin is opgenomen dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het aanwezige aantal woningen. Uitbreiding van het aantal woningen op grond van deze bepaling is dan niet meer mogelijk;
  • in de algemene bepalingen wordt aan de algemene bouwregels een regeling toegevoegd om bestaande maten die afwijken van de regelingen in het bestemmingsplan, als maximale dan wel minimale maten te mogen handhaven.

Hoofdstuk 4 Economische uitvoerbaarheid

Een voorontwerp van dit bestemmingsplan heeft van medio december 2015 tot en met medio december 2016 zowel analoog als digitaal ter inzage gelegen. Door de lange periode van terinzagelegging is een voorzienbaarheid gecreëerd. Daardoor is er geen sprake meer van het ontstaan van planschade als gevolg van dit bestemmingsplan. Het opstellen en naleven van dit paraplubestemmingsplan heeft verder geen financiële consequenties voor de gemeente Zundert. Daarmee is dit bestemmingsplan financieel uitvoerbaar.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijkheden die overlegpartners en burgers krijgen om hun visie op dit paraplubestemmingsplan te geven. Daarnaast gaat dit hoofdstuk in op de wijze waarop hun reacties verwerkt zijn en de wijze waarop zij hebben geleid tot aanpassing van dit plan. Tot slot behandelt dit hoofdstuk de ambtshalve wijzigingen en de wijze waarop die ambtshalve wijzigingen hebben geleid tot aanpassing van dit plan.

5.1 Inspraak

Om de maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit paraplubestemmingsplan te toetsen is dit plan verstuurd naar verschillende overlegpartners. Naast de overlegpartners konden ook burgers en overige belanghebbenden hun visie op dit paraplubestemmingsplan geven.

5.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

5.2.1 Vooroverleg

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan woningaantallen komplannen' van de gemeente Zundert voorgelegd aan de volgende instanties:

  • Provincie Noord-Brabant;
  • Waterschap Brabantse Delta;
  • Regionale Brandweer Midden- en West-Brabant.

5.2.2 Resultaten vooroverleg

Er zijn geen inspraak- of vooroverlegreacties op het voorontwerpbestemmingsplan ingediend.

5.3 Zienswijzen

Het ontwerp van het paraplubestemmingsplan is gedurende zes weken ter visie gelegd. Openbare kennisgeving van de tervisielegging vond plaats in de Staatscourant, de Zundertse Bode en op de websites www.zundert.nl en www.ruimtelijkeplannen.nl.

Tijdens de tervisielegging van zes weken kreeg iedereen de mogelijkheid omschriftelijke of mondelinge zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad van de gemeente Zundert. Er zijn geen zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediend.