direct naar inhoud van Artikel 31 Wonen – Woonwagenstandplaats
Plan: Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP045xMOEDxOO-VG01

Artikel 31 Wonen – Woonwagenstandplaats

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen – Woonwagenstandplaats" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1dient in acht te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – weg', de geluidzone van het wegverkeer;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;

met de daarbij behorende:

  • e. tuinen en erven;
  • f. verhardingen en parkeervoorzieningen;
  • g. bergingen en sanitaire ruimten.

31.2 Bouwregels
31.2.1 Woonwagens

Voor het plaatsen van woonwagens gelden de volgende regels:

  • a. het aantal standplaatsen (woonwagen) mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven;
  • b. de bouwhoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
  • c. de oppervlakte van een woonwagen per standplaats bedraagt niet meer dan 200 m²;
  • d. de afstand van een woonwagen tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • e. de afstand van een woonwagen tot een andere woonwagen mag niet minder bedragen dan 5 meter.

31.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. per standplaats (woonwagen) zijn bijgebouwen en overkappingen toegestaan met een maximale gezamenlijke oppervlakte van maximaal 40 m²;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,5 meter;
  • c. de afstand van een woonwagen tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • d. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen.

31.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. per woning is één overkapping toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m²;
  • d. erf- en terreinafscheidingen dienen op 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 1 meter te bedragen met uitzondering erf- en terreinafscheidingen welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden.

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

31.4 Afwijken van de bouwregels

n.v.t.

31.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. demontage van voertuigen
  • d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • e. seksinrichtingen;
  • f. kamperen;
  • g. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • i. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning met uitzondering van mantelzorg.

31.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

31.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De regelingen zoals opgenomen in artikel 46 en 50 dienen in acht te worden genomen.

31.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

n.v.t.

31.9 Wijzigingsbevoegdheid

n.v.t.