direct naar inhoud van Artikel 25 Sport
Plan: Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP045xMOEDxOO-VG01

Artikel 25 Sport

25.1 Bestemmingsomschrijving

De op voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sport;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport- hondensport', een hondensport;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport- schietbaan', voor een schietbaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport- ponyclub', voor een ponyclub;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'manege', voor een manege;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast ', een antennemast ;
  • g. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1dient in acht te worden genomen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – weg', de geluidzone van het wegverkeer;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 50.1.9 dient in acht te worden genomen;

met daaraan ondergeschikt:

  • m. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de bestemming;
  • n. groen- en speelvoorzieningen;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. waterlopen en waterpartijen.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • c. de maximale oppervlakte aan bebouwing en overkappingen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' mag niet worden overschreden;
  • d. afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen dient minimaal 5 meter te bedragen.

25.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van een bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen of in ieder geval niet meer mag bedragen dan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  • c. de maximale goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt 5,5 meter en de maximale bouwhoogte 10 meter;
  • d. de maximum oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning bedraagt 100 m²;
  • e. de afstand van het bijgebouw tot de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde ervan mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • f. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5 meter.

25.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 4 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2,5 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van lichtmasten bedraagt 12 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van antennemasten bedraagt 40 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van ballenvanghekken bedraagt 7,5 meter;
  • f. per woning is één overkapping toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m²;
  • g. voor bouwwerken hoger dan 1 meter bedraagt de afstand tot de begrenzing van de bestemming niet minder dan 5 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

25.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

25.4 Afwijken van de bouwregels
25.4.1 Overschrijding afstand tot bestemmings- en perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de voorgeschreven minimale afstanden tot een (zijdelingse) perceelgrens dan wel bestemmingsgrens mits:

  • a. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • b. daardoor de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig worden geschaad.

25.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. kamperen;
  • d. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
  • g. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning met uitzondering van mantelzorg.

25.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

25.7 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De regelingen zoals opgenomen in artikel 46 en 50 dienen in acht te worden genomen.

25.8 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

n.v.t.

25.9 Wijzigingsbevoegdheid

n.v.t.