direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie – Recreatiecentrum Hazeduinen
Plan: Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.BUITxBP045xMOEDxOO-VG01

Artikel 23 Recreatie – Recreatiecentrum Hazeduinen

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie – Recreatiecentrum Hazeduinen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. minimaal 50 standplaatsen (toeristisch);
  • b. maximaal 315 stacaravans/chalets;
  • c. maximaal 140 recreatiewoningen;
  • d. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
  • e. (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een zwembad, wasserette, detailhandel, kantine, receptie, restaurant, sport- en speelvoorzieningen tot een maximaal bebouwingsoppervlakte van 2700 m2 waarvan maximaal 200 m2 ten behoeve van detailhandel en maximaal 170 m² ten behoeve van 4 trekkershutten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1dient in acht te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging. De regeling opgenomen in artikel 50.1.7 dient in acht te worden genomen;
  • h. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het aanwezige bos;
  • i. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het waterhuishoudkundige systeem in relatie met het hiervoor genoemde aanwezige bos;
  • j. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
  • l. verhardingen;
  • m. groen- en parkeervoorzieningen.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Algemeen

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

23.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. de maximale hoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 8 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing bedrijfsgebouwen en overkappingen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' mag niet worden overschreden;
  • c. afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen dient minimaal 5 meter te bedragen.

23.2.3 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen
  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
  • c. de maximale goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt 5,5 meter en de bouwhoogte 10 meter;
  • d. de afstand tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • e. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 100 m2;
  • f. de afstand van het bijgebouw tot de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde ervan mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • g. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter;
  • h. de maximale bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt 5 meter.

23.2.4 Bestaande recreatiewoningen
  • a. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter en de hoogte 6 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van de recreatiewoning bedraagt 65 m² of mag in ieder geval niet meer bedragen dan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  • c. de afstand tussen de recreatiewoningen onderling dient minimaal 3 meter te bedragen;
  • d. de afstand tot de bestemmingsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • e. per recreatiewoning mag één bijgebouw van maximaal 6 m2 worden gebouwd met een maximale hoogte van 2,5 meter.

23.2.5 Stacaravans/chalets
  • a. de maximale oppervlakte per stacaravan bedraagt 50 m2;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale hoogte bedraagt 6 meter;
  • d. de afstand tot de bestemmingsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • e. per stacaravan mag één bijgebouw van maximaal 6 m2 worden gebouwd met een maximale hoogte van 2,5 meter.

23.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde onder sub b, c en d;
  • b. de hoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • c. de hoogte van ballenvanghekken mag niet meer bedragen dan 7,5 meter;
  • d. de hoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 9 meter;
  • e. per woning is één overkapping toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m².

23.3 Nadere eisen

n.v.t.

23.4 Afwijken bouwregels
23.4.1 Verkleinen afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering, een efficiënt gebruik van het bouwperceel of bouwpercelen en in stedenbouwkundig opzicht verantwoord is;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.

23.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. opslag, behalve welke voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
  • b. zelfstandige kantoren;
  • c. opslag en verkoop van LPG;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
  • f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning met uitzondering van mantelzorg.

23.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

23.7 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

De regelingen zoals opgenomen in artikel 46 en 50 dienen in acht te worden genomen.

23.8 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

n.v.t.

23.9 Wijzigingsbevoegdheid
23.9.1 Stacaravan in recreatiewoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Recreatie - Recreatiecentrum Hazeduinen te wijzigen om een recreatiewoning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per toevoegde recreatiewoning het aantal stacaravans met twee vermindert;
  • b. het landschappelijke beeld niet wordt aangetast;
  • c. een goede landschappelijke inpassing plaatsvindt.