direct naar inhoud van Regels
Plan: Sasweg 5, Sprang-Capelle
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0867.bpwscsasweg5-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

plan:

Het bestemmingsplan 'Sasweg 5, Sprang-Capelle' van de gemeente Waalwijk.

bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0867.bpwscsasweg5-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

dierenverblijf

Gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de inpandig daartoe behorende voorzieningen.

veehouderij

Een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.

zorgvuldige veehouderij

Veehouderij die door het treffen van maatregelen in ieder geval voldoet aan de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regels als bedoeld in artikel 5.11 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Op dit plan zijn de regels en eventuele bijlagen van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Waalwijk, aldus vastgesteld op 9-12-2010, voor zover relevant, van toepassing.

Artikel 3 Gewijzigde regels

De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Waalwijk, aldus vastgesteld op 9-12-2010, worden als volgt aangevuld:

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Openheid

Aan de specifieke gebruiksregels in artikel 5.5 worden de volgende bepalingen toegevoegd:

5.5.1 Strijdig gebruik

h Een toename in de oppervlakte van dierenverblijven ten opzichte van de bestaande, planologische legale situatie is niet toegestaan;

i Mestbewerking is uitgesloten als het niet ten behoeve van ter plaatse geproduceerde mest is;

j Binnen gebouwen dieren -al dan niet in hokken- alleen op de grond gehouden mogen worden, ongeacht voorzieningen voor dierenwelzijn.

k Een veehouderij, niet zijde een 'zorgvuldige veehouderij' in de zin van de provinciale Interim omgevingsverordening.

5.5.3 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Openheid' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 10 lid 1, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels, maximaal 1 jaar na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan, is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.

Aan de afwijking van de gebruiksregels in artikel 5.6 wordt de volgende bepaling toegevoegd:

5.6.3 Afwijking toename in de oppervlakte van dierenverblijven

Een toename van de oppervlakte dierenverblijf binnen een bouwperceel of een gebruikswijziging van een aanwezig gebouw, gericht op het in gebruik nemen als dierenverblijf is alleen toegestaan indien:

  • a. maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij;
  • b. de ontwikkeling vanuit een goede omgevingskwaliteit met een veilige, gezonde leefomgeving inpasbaar is in de omgeving;
  • c. is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12 % en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;
  • d. een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling.

5.6.4 Afwijking landschappelijke inpassing

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.3 teneinde het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 te wijzigen, met dien verstande dat deze landschapsmaatregelen:

a minimaal gelijk zijn aan de in het landschappelijk inpassingsplan opgenomen landschaps-maatregelen;

b voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in het landschappelijk inpassingsplan genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;

c zijn afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Sasweg 5, Sprang-Capelle'.