Plan: | Partiële herziening Akkerlanen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.PHBPWWakkerlanen-va01 |
Enkele jaren geleden is gestart met planvorming voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk in het Hoefsvengebied, ten oosten van de kern Waalwijk. Op 2 juli 2020 is het bestemmingsplan Akkerlanen vastgesteld, dat deze ontwikkeling mogelijk maakte. Inmiddels bestaat de wens om enkele aanpassingen te doen. De aanleiding is de constatering dat de regels van het bestemmingsplan meer bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen dan de bedoeling was. Dit kan leiden tot een mate van verstening die vanuit zowel stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk is. Hiervoor is op 9 juni 2022 een voorbereidingsbesluit vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de herziening van het bestemmingsplan 'Akkerlanen'.
Daarnaast worden er duurzaamheidsmaatgregelen opgenomen in dit bestemmingpslan. Deze regels zullen ook voor de rest van het gemeentelijk grondgebied gaan gelden. Dat wordt echter geregeld in een afzonderlijk bestemmingsplan. De gemeente wil samen duurzaam vooruit en wil daarbij samen met de inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties werken aan een schone en duurzame stad. Het opnemen van regels voor duurzaamheidsmaatregelen past goed binnen de gemeentelijke visie op duurzaamheid. Op deze manier staan de bouwregels het aanbrengen van isolatie of een groen dak niet in de weg. Dit draagt bij aan het faciliteren en stimuleren van het verduurzamen van de gebouwde omgeving van woningen en bedrijven.
Tot slot wordt een aantal ondergeschikte wijzigingen aangebracht waaraan in de praktijk behoefte is gebleken, namelijk flexibiliteit in de situering van vrijstaande hoofdgebouwen ten opzichte van de gevellijn, de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en de mogelijkheid om ontsluitingspaden aan te leggen.
Het voorliggende bestemmingsplan legt deze regels vast.
Het plangebied is gelegen aan de Akkerlaan, aan de zuidoostrand van Waalwijk. Globaal wordt het plangebied begrensd door:
Onderstaande afbeelding geeft de begrenzing van het plangebied weer.
Begrenzing plangebied, weergegeven in de zwarte lijn
Het plan wordt aangepast op een aantal aspecten. De begripsomschrijving van bebouwingsgebied hoofdmassa veranderd. Daarnaast worden nieuwe regels omtrent het oppervlak van bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied opgenomen. Het herziene plan biedt tevens meer flexibiliteit voor het oprichten van hoofdmassa's achter de gevellijn voor vrijstaande woningen.
In de Visie Duurzaam Waalwijk 2030 is op hoofdlijnen het doel uitgewerkt dat de gemeente zich duurzaam wil ontwikkelen en wil overgaan naar een energieneutraal, CO2-arm en klimaatbestendig Waalwijk in 2043. De gemeente heeft bij de speerpunten, genoemd in deze visie, een voorbeeld- maar ook een faciliterende en stimulerende rol. Om deze reden is dit onderwerp dan ook toegevoegd aan voorliggend bestemmingsplan, door middel van het toevoegen van ruimere bouwmogelijkheden voor duurzaamheidsmaatregelen.
Voorbereidingsbesluit Akkerlanen
De gemeente heeft geconstateerd dat de regels van het bestemmingsplan Akkerlanen onbedoeld ruime bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen. Hierdoor kan een grote mate van verstening ontstaan, wat ongunstig is vanuit stedenbouwkundig en klimaatadaptief oogpunt. Om die reden is een voorbereidingsbesluit genomen op 9 juni 2022, waarbij een regeling is opgenomen om de verstening te beperken. Hierbij is aangesloten op de geldende regeling uit het bestemmingsplan Akkerlanen, waarbij deze regeling op enkele punten is aangevuld.
In het voorbereidingsbesluit is tevens aangegeven dat het bestemmingsplan een regeling voor duurzaamheidsmaatregelen zal bevatten.
Dit bestemmingsplan opgesteld in vervolg op het voorbereidingsbesluit.
Visie Duurzaam Waalwijk 2030
In de regels zijn ruimere bouwmogelijkheden opgenomen om duurzaamheidsmaatregelen te vergemakkelijken. Deze regeling sluit aan op het doel van de Visie Duurzaam Waalwijk 2030, waarin de noodzaak van de veranderingen van het klimaat en de bijbehorende gevolgen centraal staan. De problemen vragen om een ambitieus en daadkrachtig ingrijpen. om dit te bereiken zijn drie hoofdthema's benoemd;
Initiatieven op al deze thema's zijn het meest succesvol als ze gezamenlijk en vanuit de inwoners en ondernemers zelf geïnitieerd worden. De gemeente heeft bij deze speerpunten richting particuliere eigendommen vooral een voorbeeld rol maar ook een faciliterende en stimulerende rol. Zodoende zijn regels aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd die deze beoogde aanpassingen faciliteren.
Voor elk bestemmingsplan moet een gemeente aantonen dat het plan uitvoerbaar is. Dat volgt namelijk uit artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Dit bestemmingsplan betreft het wijzigen van enkele definities en het toevoegen van bouwnormen, evenals een regeling voor duurzaamheidsmaatregelen. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in dit plan daarom ook niet nodig.
Dit hoofdstuk gaat in op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit:
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting stelt men langs elektronische weg vast. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van de herziening. Hierin staat hoe een plan tot stand is gekomen, een beschrijving van het gebied en wat de bedoelingen van de gemeente zijn in het plangebied.
Hieronder is een afbeelding opgenomen waarop is aangegeven op welke punten de verbeelding wijzigt.
In het rood omcirkelde vlak is een gevellijn opgenomen op dezelfde wijze als het bouwvlak aan de noordkant van het bestemmingsvlak. De gevellijn is opgenomen op 2,5 meter van de zuidelijke grens van het bestemmingsvlak.
De gevellijnen in het blauw omcirkelde vlak zijn verplaatst zodat deze niet meer te dicht op de groenbestemming liggen. De gevellijnen liggen nu op 5 meter van de zuidelijke bestemmingsgrens (wonen-groen).
De rode en blauwe omcirkeling geeft aan waar de gevellijnen op de verbeelding aangepast zijn
Algemeen
Deze partiele herziening heeft als doel de beoogde ruimtelijke kwaliteit in het Akkerlanen te realiseren, door te voorkomen dat percelen in Akkerlanen overmatig kunnen verstenen. In de stedenbouwkundige opzet van Akkerlanen is aansluiting gezocht bij de ruimtelijke kwaliteit van het omliggende landschap. Zo is er bewust voor gekozen om de bouwkavels aan de zuid- en zuidoostzijde groter te maken dan elders in het plan. Dit geeft het plan aan de randen meer lucht. Om diezelfde reden in de aanloop naar de vaststelling van het bestemmingsplan aan de zuidkant ook een extra groenstrook geïntroduceerd. Een overmatige verstening past hier niet bij. Voor de regels van dit plan zijn de regels uit het bestemmingsplan 'Akkerlanen' als basis gebruikt. Die regels zijn vervolgens op onderdelen aangepast in verband met de beoogde situatie in het plangebied.
De regels bevatten nieuwe bepalingen omtrent het toegestane gebruik van de gronden. De opbouw van dit bestemmingsplan ziet er als volgt uit:
Dit wordt hieronder nader toegelicht.
Hoofdstuk 1 - Inleidende regels
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen) waarmee het bestemmingplan 'Akkerlanen' wordt aangevuld. In de begrippen wordt aangegeven wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan.
De regels worden als volgt aangevuld of gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan 'Akkerlanen':
a. De begripsomschrijving van bebouwingsgebied hoofdmassa is verduidelijkt.b. Het begrip oorspronkelijk hoofdgebouw is toegevoegd.
ad a Begripsomschrijving bebouwingsgebied hoofdmassa
Het was het de bedoeling om in het bestemmingsplan flexibiliteit te bieden voor het situeren voor hoofdmassa's. Hiertoe is een soort zoekgebied aangewezen waarbinnen een hoofdmassa mag worden opgericht. Dit wordt afgebakend door de (voor)gevellijn, een minimum afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen en een maximale bebouwingsdiepte. De hoofdmassa mag daarbinnen een maximum oppervlakte en breedte hebben. Dit is het bebouwingsgebied hoofdmassa. Is de situering van de hoofdmassa in het zoekgebied gekozen en wordt het maximum oppervlakte voor de hoofdmassa niet volledig benut, dan mogen binnen dit maximum oppervlak tevens bijbehorende bouwwerken worden opgericht.
De regeling kan echter zo worden uitgelegd dat bijbehorende bouwwerken niet enkel binnen het maximale oppervlakte voor de hoofdmassa kunnen worden opgericht, maar onbeperkt binnen het gehele zoekgebied waar de hoofdmassa had kunnen worden gesitueerd. Een dergelijke toename van verstening van percelen is vanuit stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk. Daarom is het begrip bebouwingsgebied hoofdmassa op dit punt verduidelijkt.
Hoofdstuk 2 - Bestemmingsregels
Dit hoofdstuk bestaat uit de wijzigingen ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan "Akkerlanen" opgenomen. De te wijzigen artikelen en (sub)leden zijn overgenomen in de regels, en de toevoegingen zijn onderstreept opgenomen.
De regels worden als volgt aangevuld of gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan 'Akkerlanen':
ad c bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken
Voor wat betreft de bouwmogelijkheden van bijbehorende bouwwerken, zoals genoemd onder sub c het volgende. De gemeente heeft geconstateerd dat de regels van het bestemmingsplan Akkerlanen onbedoeld ruime bouwmogelijkheden bieden voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken bij woningen. Bedoeld is een regeling te maken waarin de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen zijn meegenomen in het maximum te bebouwen oppervlakte in het overig bebouwingsgebied. De regeling is zodanig geformuleerd dat het maximum afhankelijk is van de grootte van het achtererfgebied. Er kan een dubbeling van de bouwmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken ontstaan, als later alsnog vergunningsvrije bebouwing worden toegevoegd. Dit is aan de orde als bij de bouw van een nieuwe woning direct het maximale oppervlakte aan aangebouwde bijbehorende bouwwerken wordt gerealiseerd en deze bebouwing een woonfunctie krijgt. In dat geval moeten deze bouwwerken tot het oorspronkelijk hoofdgebouw worden gerekend. Doordat de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw op basis van de regels voor vergunningsvrij bouwen niet tot het bebouwingsgebied wordt gerekend, tellen de betreffende bijbehorende bouwwerken alleen niet mee in de berekening op basis van die regels en kan later alsnog vergunningsvrije bebouwing worden toegevoegd. In het uiterste geval kan hierdoor in plaats van maximaal 200 m2 maximaal 350 m2 aan bijgebouwen worden opgericht. Een dergelijke toename van verstening van percelen is zowel vanuit stedenbouwkundig als vanuit klimaatadaptatief oogpunt onwenselijk.
Om deze mogelijke dubbeling tegen te gaan, is het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken in het overig bebouwingsgebied dat tot het oorspronkelijk hoofdgebouw mag behoren in de regels van deze partiële herziening gemaximeerd. De totale bouwmogelijkheden aan bijbehorende bouwwerken blijven in oppervlakte gelijk aan hetgeen was beoogd. Voor zover deze bijbehorende bouwwerken in een bouwaanvraag voor het oorspronkelijk hoofdgebouw het voornoemde maximum overschrijden, moeten ze in de aanvraag een ondergeschikte functie krijgen. Hierdoor worden ze meegerekend bij het bepalen van de vergunningvrije bouwmogelijkheden.
In dit bestemmingsplan blijft de oorspronkelijke regeling voor bijbehorende bouwwerken gehandhaafd, maar wordt aangevuld om dubbelingen met vergunningvrij bouwen te voorkomen. De regeling is zodanig geformuleerd dat het maximum afhankelijk is van de grootte van het achtererfgebied. Om een dubbeling met vergunningvrije bouwmogelijkheden te voorkomen, is in dit bestemmingsplan voor de realisatie van bijbehorende bouwwerken een maximum oppervlak toegevoegd voor de primaire woonfunctie, bij uitbreiding van het hoofdgebouw. Dit is opgenomen in artikel 2.2.
ad d duurzaamheidsregels
Uit de praktijk is gebleken dat er behoefte bestaat aan een regeling in bestemmingsplannen die het mogelijk maakt om van bouwregels af te wijken ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen, bijvoorbeeld het toestaan van een iets hogere dakrand om zonnepanelen aan het zicht te onttrekken. Daarom is hiervoor een regeling in dit bestemmingsplan opgenomen. Dit zal ook (in een apart plan) voor de overige bestemmingsplannen binnen de gemeente wordt geregeld. Het gaat om regels voor het energieneutraal renoveren van een bestaand hoofdgebouw, waarbij onder voorwaarden bouwregels uit het bestemmingsplan mogen worden overschreden ten behoeve van schilisolatie. Daarnaast mogen bouwregels worden overschreden voor het aanbrengen van voorzieningen gericht op klimaatadaptatie voor een groen dak, groene gevel of waterberging (zoals een grindkoffer).
Hoofdstuk 3 - Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht (Artikel 4) en de slotregel (Artikel 5) opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht.
Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bestemmingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt eenieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Er is verder geen vooroverleg gevoerd over dit plan, omdat er geen Rijks-, provinciale of waterschapsbelangen in het geding zijn.
Er is één ambtshalve wijziging doorgevoerd, namelijk met het aanpassen van de gevellijn op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is de situering van deze lijn per abuis verschoven van 5 meter vanaf de oostelijke grens van het bestemmingsvlak naar ca. 2,5 meter er vanaf. Het bestemmingsplan Partiële herziening Akkerlanen is derhalve gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp zodat de situering van de aangepaste gevellijn weer op 5 meter van de oostelijke grens van het bestemmingsvlak ligt.
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.