direct naar inhoud van Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
Plan: Centrum Vught en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.Centrumeo-VA01

Artikel 19 Verkeer - Railverkeer

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen met een functie voor het personen- en goederenvervoer;
  • b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratievoorzieningen;
  • c. voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, waaronder begrepen pompputten;
  • d. groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. overwegen, bruggen en duikers;
  • g. onderdoorgangen en tunnels;
  • h. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in 19.1 genoemde doeleinden.
19.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
  • a. Gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • c. In het bouwvlak mag in niet meer dan twee bouwlagen worden gebouwd.
  • d. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen wordt een bouwlaag in de kap, die als verblijfsruimte is ingericht of kan worden ingericht, buiten beschouwing gelaten.
  • e. De hoogte van een bouwlaag mag niet meer dan 3,50 meter bedragen.
19.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing

Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10,00 meter bedragen, met uitzondering van:

  • a. masten ten behoeve van telecommunicatie anders dan ten behoeve van het C-2000 netwerk, waarvan de hoogte niet meer dan 20,00 meter mag bedragen;
  • b. voorzieningen voor verlichting, waarvan de hoogte niet meer dan 8,00 meter mag bedragen.
19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.

19.4 Afwijken van de bouwregels
19.4.1 Afwijken voor geluidwerende voorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 19.2.3 bepaalde voor het oprichten van geluidwerende voorzieningen, onder de voorwaarden dat:

  • a. er een concreet plan voor het plaatsen van geluidwerende voorzieningen beschikbaar is waarbij:
    • 1. de noodzaak van de geluidwerende voorzieningen is aangetoond;
    • 2. er onderzoek is verricht naar eventuele alternatieven;
    • 3. de hoogte en situering van de geluidwerende voorzieningen bekend zijn;
    • 4. onderzoek wordt verricht naar de ruimtelijke gevolgen en dat het plan alternatieven aangeeft voor een goede inpassing in de omgeving;
  • b. de hoogte van de geluidwerende voorzieningen niet meer mag bedragen dan de hoogte, welke vereist is op grond van een akoetsch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder, tot maximaal 5,50 meter.
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
19.5.1 Wijziging voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' voor het plaatsen van masten ten behoeve van telcommunicatie en alarmering, mits:

  • a. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de hoogte van een mast niet meer bedraagt dan 40,00 meter en overigens voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de notitie 'Aangepaste beleidsuitgangspunten met betrekking tot het plaatsen van masten ten behoeve van GSM/DCS netwerken' van de gemeente Vught (vastgesteld d.d. 19 december 2002);
  • b. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • c. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • d. Rijkswaterstaat instemt indien de masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering geplaatst worden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' van de rijksweg N65;
  • e. zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 4 van deze regels;
  • f. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.