direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer
Plan: Centrum Vught en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.Centrumeo-VA01

Artikel 18 Verkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewegend en stilstaand verkeer en de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. (ondergrondse) parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'ondergronds parkeren';
  • c. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratievoorzieningen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, waaronder begrepen pompputten;
  • e. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor bewegend en stilstaand verkeer noodzakelijke gronden, zoals bermen en/of middenbermen;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. bruggen en duikers;
  • h. onderdoorgangen en tunnels.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht', zijn de regels in verband met deze dubbelbestemming mede van toepassing.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in 18.1 genoemde doeleinden;
  • b. (ondergrondse) voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en afvalverwijdering;
  • c. Uitingen van kunst en/of herdenkingen.
18.2.2 Overige regels met betrekking tot bebouwing

Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3,50 meter bedragen, met uitzondering van:

  • a. masten ten behoeve van telecommunicatie anders dan ten behoeve van het C-2000 netwerk, waarvan de hoogte niet meer dan 20,00 meter mag bedragen;
  • b. voorzieningen voor verlichting, waarvan de hoogte niet meer dan 8,00 meter mag bedragen.
  • c. ondergronds bouwen ten behoeve van een parkeergarage is toegestaan tot een bouwdiepte van maximaal 7.00 meter, gemeten vanaf peil tot aan de bovenkant van de afgewerkte keldervloer.
18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het nat te streven stedenbouwkundig beeld.

18.4 Afwijken van de bouwregels
18.4.1 Afwijken voor jeugd ontmoetingsplekken (JOP's)

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 18.1 bepaalde voor het oprichten van JOP's, onder de voorwaarden dat:

  • a. de afstand tot de woningen minimaal 25,00 meter bedraagt;
  • b. het oppervlak van het te plaatsen onderkomen maximaal 25 m2 bedraagt;
  • c. de hoogte van het te plaatsen onderkomen maximaal 3,00 meter bedraagt.
18.4.2 Afwijken voor geluidwerende voorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 18.2.2 bepaalde voor het oprichten van geluidwerende voorzieningen, onder de voorwaarden dat:

  • a. er een concreet plan voor het plaatsen van geluidwerende voorzieningen beschikbaar is waarbij:
    • 1. de noodzaak van de geluidwerende voorzieningen is aangetoond;
    • 2. er onderzoek is verricht naar eventuele alternatieven;
    • 3. de hoogte en situering van de geluidwerende voorzieningen bekend zijn;
    • 4. onderzoek wordt verricht naar de ruimtelijke gevolgen en dat het plan alternatieven aangeeft voor een goede inpassing in de omgeving;
  • b. de hoogte van de geluidwererende voorzieningen niet meer mag bedragen dan de hoogte, welke vereist is op grond van een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder, tot maximaal 5,50 meter.
18.4.3 Afwijken voor terrassen bij horecabedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 18.2.1 bepaalde voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van ondergeschikte betekenis, ten behoeve van terrassn bij horecabedrijven, mits de hoogte van de bouwwerken niet meer bedraagt dan 1,50 meter.

18.5 Specifieke gebruiksregels
18.5.1 Gebruik van de grond

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van de grond voor:

  • a. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits:
  • 1. het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt;
  • 2. het geen onomkeerbare verandering van de in 18.1 genoemde doeleinden tot gevolg heeft.
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
18.6.1 Afwijken voor terrassen bij horecabedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 18.1 bepaalde voor het toestaan van terrassen bij horecabedrijven, onder de voorwaarden dat:

  • a. door het beoogde gebruik van het terras geen hinder voor het verkeer ontstaat of kan ontstaan;
  • b. onbelemmerde doorgang blijft bestaan voor hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance);
  • c. door het gebruik van de grond als terras geen openbare parkeerplaatsen aan het gebruik worden onttrokken;
  • d. waarden en belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.
18.7 Wijzigingsbevoegdheid
18.7.1 Wijziging voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Verkeer' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' voor het plaatsen van masten ten behoeve van telcommunicatie en alarmering, mits:

  • a. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de hoogte van een mast niet meer bedraagt dan 40,00 meter en overigens voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de notitie 'Aangepaste beleidsuitgangspunten met betrekking tot het plaatsen van masten ten behoeve van GSM/DCS netwerken' van de gemeente Vught (vastgesteld d.d. 19 december 2002);
  • b. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • c. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • d. zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij het bepaalde in artikel 4 van deze regels;
  • e. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.