direct naar inhoud van Artikel 4 Dienstverlening
Plan: Veghel-Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE03aa000000BP2010-OH01

Artikel 4 Dienstverlening

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlenende bedrijven, met daaraan ondergeschikt kantoren, horeca van categorie 1;
  • b. wonen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met de daarbij behorende:

  • a. tuinen, erven en terreinen;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. voorzieningen van algemeen nut;
  • e. wegen, straten en paden;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op of in de in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

4.2.2 (Hoofd)gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

4.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de opgenomen aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 per bouwperceel bedragen;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • e. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

4.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan binnen het bouwvlak en binnen de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt per bouwperceel:

Oppervlakte van het bouwperceel   Maximale gezamenlijke oppervlakte
per bouwperceel  
tot 300 m²
 
40 m²  
300 tot 600 m²
 
70 m²  
600 m² en groter
 
100 m²  

  • c. de hoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal één bouwlaag bedragen, waarbij de goothoogte maximaal 3,5 m¹ mag bedragen, dan wel wanneer de feitelijke bouwhoogte van de onderste bouwlaag van het hoofdgebouw hoger is, de betreffende hogere maat.

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen voor de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 1 m¹ bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 2 m¹ bedragen;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m¹ bedragen;
  • d. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag niet meer dan 5 m¹ bedragen;
  • e. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak mag niet meer dan 2,5 m¹ bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.