direct naar inhoud van 4.6 Fysieke milieuwaarden deelgebied Dommeldal
Plan: Dommelkwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPdommelkwartier-VA01

4.6 Fysieke milieuwaarden deelgebied Dommeldal

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een quick scan uitgevoerd naar beschermde soorten in het Dommelkwartier (Beoordeling beschermde soorten Het Gegraaf, Valkenswaard, Bureau Waardenburg bv, 06-11-2007). De quick scan is opgenomen in bijlage 5 Flora en fauna bij deze toelichting. Daarnaast is een uitgebreide inventarisatie naar vleermuizen uitgevoerd. De conclusies van het onderzoek voor het deelgebied Dommeldal zijn hieronder samengevat weergegeven.

Beoordeling Flora- en faunawet in het Dommeldal

Voor het gebied Dommeldal dient rekening gehouden te worden met de volgende aspecten:

  • In het deelgebied komt de alpensalamander voor;
  • De groene specht, grote bonte specht, huismus en spotvogel zijn waargenomen. Omdat het gebied niet wordt aangetast worden geen negatieve effecten verwacht;
  • De ontwikkeling van De Weegbree en Hoppenbrouwers zal geen negatieve effecten hebben op de functie van foerageergebied van het Dommeldal;

Omdat het bestemmingsplan gericht zal zijn op het in stand houden en versterken van de aanwezige natuurwaarden zal er geen overtreding van de Flora- en faunawet plaatsvinden. Integendeel, het gebied biedt ruimte voor compenserende maatregelen als gevolg van de ontwikkelingen in De Weegbree en Hoppenbrouwers.

Veldonderzoek 2012

Om vast te stellen of wijzigingen zijn opgetreden in het voorkomen van beschermde soorten in het gebied is in 2012 opnieuw onderzoek uitgevoerd naar beschermde soorten (Beschermde soorten Dommelkwartier, Resultaten veldonderzoek 2012, Bureau Waardenburg bv, 09-10-2012). Het onderzoek is opgenomen in bijlage 5 Flora en fauna bij deze toelichting. De conclusies van het onderzoek zijn hieronder samengevat.


Driemaal is veldbezoek uitgevoerd in het kader van algemeen onderzoek flora en fauna. Voor onderzoek naar vleermuizen zijn vier veldbezoeken gebracht. Het Dommeldal vormt leefgebied voor diverse beschermde soorten. De meest belangrijke daarvan is de gaffellibel, die strikt gebonden is aan de Dommel en haar oevers. Van de vleermuizen is de gewone dwergvleermuis, gelet op het grote aantal, de belangrijkste gebruiker van het Dommeldal als foerargeergebied. Daarnaast de Alpenwatersalamander, die zich voortplant in kwelslootjes en het Dommeldal gebruikt als landbiotoop. Tot slot komen in de Dommel beschermde vissen voor.


Voor alle soorten geldt dat geen negatieve effecten worden verwacht en dat natuurontwikkeling in het Dommeldal netto leidt tot geen effect of een verbetering van het leefgebied (positief effect). Als gevolg van de ingreep wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de aangetroffen beschermde soorten. Verbodsbepalingen worden niet overtreden. De werkzaamheden kunnen zonder beperkingen worden uitgevoerd, met inachtneming van onderstaande aanbeveling.


De Alpenwatersalamander plant zich voort in slootjes in het gebied en is buiten de vootplantingsperiode (februari – augustus) op het land aanwezig. Aanbevolen wordt voorafgaand aan (eventuele) demping van slootjes, dat dient plaats te vinden in de periode september-december, eerst de poelen te graven, zodat altijd voldoende functioneel voortplantingswater aanwezig is. De Alpenwatersalamander is een pionier die al snel gebruik kan maken van nieuw aangelegde wateren. Het is belangrijk de poelen op geen enkele manier in contact te laten komen met het in het gebied aanwezige open water, om vestiging van de hondsvis te voorkomen. Om die reden is het ook belangrijk de poelen zo ver mogelijk van de Dommel aan te leggen, in verband met periodieke overstroming en vestiging van vis.


Verstoring van broedvogels dient voorkomen te worden. Dit kan door bomen en struiken buiten het broedseizoen te verwijderen en/of bebouwing buiten het broedseizoen te slopen. Het rooien van beplanting en/of slopen van bebouwing binnen het broedseizoen is mogelijk indien is vastgesteld dat er met deze werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Voor het broedseizoen wordt in het kader van de Flora- en faunawet geen standaard periode gehanteerd. Het broedseizoen verschilt per soort. Globaal moet rekening gehouden worden met de periode 1 maart tot 1 augustus.


Conclusie

De natuurontwikkeling versterkt de waarde van het deelgebied Dommeldal.


afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPdommelkwartier-VA01_0036.png"

Water op basis van ecologische doelstellingen