Plan: | Buitengebied 2 |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0858.BPbuitengebied2-CO02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied 2 van de gemeente Valkenswaard;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0858.BPbuitengebied2-CO01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het in een woning (met inbegrip van aangebouwde bijbehorende bouwwerken) beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch, consumentverzorgend of hiermee gelijk te stellen gebied, waaronder ook begrepen kappers, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
waarden die specifiek betrekking hebben op bodemkundige, geomorfologische en/of geologische kenmerken en ontstaanswijze, zoals bodemsamenstelling en -opbouw, hoogteverschillen, en de daarmee samenhangende waterhuishouding;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf;
een door het bevoegd gezag aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw;
bedrijfsmatig en/of hobbymatig gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, met uitzondering van moestuinen buiten de daarvoor aangewezen gebieden;
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van:
met uitzondering van mestbewerking;
een terrein ingericht voor het beoefenen van de autosport en supermotosport. Het circuit bestaat voor 70 procent uit verhard en 30 procent uit onverhard wegoppervlak. In het onverharde deel kunnen springschansen worden aangelegd;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een voorziening in een (bedrijfs)woning en/of in bijbehorende bouwwerken voor overnachting met het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie en uitgevoerd door de bewoner;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. Dit met inbegrip van een binnen het bouwvlak gelegen plattelandswoning:;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een (vollegronds)teelt(bedrijf) gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en (sier)heesters;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
alles wat herleidbaar uit twee of meer delen is samengevoegd en of een manier waarop twee onderdelen zijn samengevoegd;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
activiteiten als bedoeld in bijlage I, Onderdeel C, Categorie 19.1, onder g, 2° van het Besluit omgevingsrecht;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen en banken, ten behoeve van extensieve dagrecreatie:;
gebouw waarin mensen recreatief kunnen verblijven, niet dienend voor overnachtingen;
de bouwgrens aan de zijde van de weg;
de bouwgrens aan de zijde van het achtererfgebied;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
meerjarige beplanting met houtige wortels, welke onder algemene omstandigheden dieper wortelt dan 1 meter;
een bedrijf gericht op de dag- en/of nachtopvang van huisdieren, inclusief de verzorging ervan;
het terrein gelegen aan de Victoriedijk/Kempervennendreef/Mgr. Smetsstraat, bestemd tot Sport en aangeduid met de aanduidingen 'autocircuit', 'motorcrossterrein', 'wielerbaan', 'specifieke vorm van sport - fietscrosswedstrijdterrein' en 'parkeren';
vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, het gebruik van gronden als ligweides en picknick-plaats, die plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is;
een gebouw bedoeld voor het kortstondig verblijf van kopers van dieren die ter plaatse verhandeld worden en/of bezoekers van een evenement;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met tenminste twee wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: grondgebonden veehouderij, akkerbouw- en (vollegronds)teeltbedrijven;
veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie. Hierbij is inbegrepen een neventak in de intensieve veehouderij met een maximale omvang van de vergunde veestapel;
een verblijfsruimte in of aan het bedrijfsgebouw met paardenstallen voor de tijdelijke huisvesting van een verzorger van paarden (groom of stalknecht), zodanig gepositioneerd dat de dieren dag en nacht onder direct toezicht staan;
detailhandel in goederen van grote omvang, waaronder in ieder geval worden begrepen: bouwmarkten, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven, alsmede handel in grove bouwmaterialen, meubelen (meubelmarkten), auto's, caravans, boten, tenten, tapijt en vloerbedekking;
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze;
een bedrijf gericht op het houden van honden ten behoeve van een fokkerij; een asiel of dierenpension valt hier niet onder;
de belangrijkste functie(s) van een gebied, waarbinnen ook al dan niet van de hoofdbestemming afwijkende medebestemmingen zijn opgenomen;
een gebouw dat gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
een uitkijkpunt in het kader van wildbeheer voor het waarnemen en afschieten van wilde dieren;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of logies. Tot de hieronder genoemde categorieën Horeca 1, 2 en 4 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling vergelijkbare horecasoorten:
Horeca 1:
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkel-/bedrijfsvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
Horeca 2:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, zoals restaurants, bistro's, (grand) cafés, hotels en pensions;
Horeca 3:
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
Horeca 4:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische dranken zoals bars, discotheken en nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccommodatie.
een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
een gebouw dat dient als schuilhut voor het hobbymatig agrarisch gebruik in de vorm van het houden van dieren en het toebehorende dierenvoer, alsmede voor het schuilen van mensen en/of te gebruiken voor opslag van materieel ten behoeve van het beheer en onderhoud van de bijbehorende gronden. Indien het hulpgebouw is aangeduid als 'specifieke vorm van recreatie - dagrecratief verblijf' of 'verblijfsrecreatie';
een niet-grondgebonden veehouderij, gericht op het houden van vee of pluimvee in hokken;
de verhuur van een woning of woongebouw via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van voornamelijk administratieve werkzaamheden en werkzaamheden;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
recreatief buitenverblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen;
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
kamperen in de vorm van recreatief medegebruik op gronden met een andere hoofdfunctie, voor maximaal 25 kampeermiddelen, geen stacaravans zijnde en alleen in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
een voorziening in een bijbehorend bouwwerk voor overnachting door groepen, als recreatieve nevenactiviteit, ondergeschikt aan de woonfunctie;
een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving, met een kapitaalswaarde ter grootte van 20% van de gegenereerde meerwaarde door een ontwikkeling;
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
de verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurlijke elementen, waaronder het navolgende verstaan wordt:
ruimtelijk-functionele eenheid bestaande uit bos of overige natuur, al dan niet in combinatie met agrarische gronden, met daarin een geconcentreerde vorm van karakteristieke (woon)bebouwing;
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen autosport, motorsport, (model)vliegsport;
horeca in de categorie Horeca 2 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht nevengeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van toegevoegde recreatieve waarde voor de locatie en zijn directe omgeving;
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
educatieve, medische, paramedische, sociaal-medische, sociaal-culturele, sociaal-maatschappelijke en levensbeschouwelijke voorzieningen, waaronder begrepen een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, het houden van wedstrijden of andere evenementen, mits ondergeschikt.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een functie die als passend beschouwd wordt binnen de hoofdbestemming, zonder dat aan de beschrijving van de hoofdbestemming behoeft te worden voldaan;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
bouwwerken ten behoeve van de huisvesting van nertsen;
activiteiten die in ruimtelijke zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale (bedrijfs)activiteiten zoals daartoe bestemd op een bouwperceel;
voorzieningen t.b.v. het algemeen nut in ruime zin, zoals voorzieningen, installaties t.b.v. gas, water, elektriciteit en (tele-)communicatie;
bouwwerk om vanuit een hoog punt de wijde omgeving te kunnen bekijken. Een observatieplatform kent geen wanden en overkapping; een observatietoren wel;
detailhandel als bedoeld in de 'Nota ondergeschikte detailhandel en internetverkoop';
horeca in de categorie Horeca 1 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van zulke beperkte ruimtelijke omvang dat de (niet-horeca) functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
recreatieve buitenactiviteiten in de vorm van challenge- en/of survivalparcours, paintball, lasergames en daarmee te vergelijken sportieve buitenactiviteiten, al dan niet gebruikmakend van daartoe geëigende materialen en voorzieningen, zoals klimtouwen, touwbanen en dergelijke;
een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal 1 eigen wand;
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegrondsteelt)bedrijf of glastuinbouwbedrijf valt;
bebouwing die na het beëindigen van de oorspronkelijke functie geen functie vervuld of kan vervullen voor de nieuwe functie;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport op een speciaal aangelegde ondergrond, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een overig agrarisch bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het fokken, houden, africhten, trainen en verhandelen van eigen en/of paarden van derden;
voorzieningen ten behoeve van de paardensport in de vorm van paardrijbakken, springweides, drafbanen, hindernissen, paddocks en vergelijkbare voorzieningen.
een bedrijfswoning, voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die op grond van het bestemmingsplan, door een derde bewoond mag worden, welke met betrekking tot die inrichting voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop berustende bepalingen beschouwd wordt als onderdeel van die inrichting;
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
een al dan niet bedrijfsmatig recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de bestemming waarbinnen deze recreatieve nevenactiviteit is toegestaan;
een gebouw, dat blijkens de inrichting geschikt is voor recreatief nachtverblijf;
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde/richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten;
een laagdrempelige horecavoorziening, ingericht bij een agrarisch bedrijf, die de recreant een plek biedt om even te pauzeren en een (al dan niet ter plaatse aangeboden) versnapering tot zich te nemen en de voorziening voldoet aan de volgende eisen:
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologisch regime nodig is;
een combinatie van motocross, speedway en wegrace;
padvinderij en de daaraan gerelateerde georganiseerde vrijetijdsbesteding waarin jongens en meisjes in alle leeftijden samen met een groeiende zelfstandigheid, met een bepaalde spelcode en geïnspireerd op en door het buitenleven, de mogelijkheden van zichzelf en de wereld gaan ontdekken;
een werknemer, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam is om naar de aard kortdurend werk te verrichten;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder ook begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een plaats bestemd voor het plaatsen van een tent, een tentwagen, een camper, een caravan, een stacaravan, of een tenthuisje geen recreatiewoning zijnde.
opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans en dergelijke, met een verplaatsingsfrequentie van gemiddeld 1 keer per maand, uit te voeren door of ten behoeve van de eigenaar van het goed/de goederen.
ondersteunende voorzieningen, die een onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf, te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
tuin met kleinschalige horecavoorziening waar men thee, andere dranken en versnaperingen kan nuttigen in een voor genoegen aangelegde en onderhouden privé-tuin;
bedrijf, geheel of in overwegende mate gericht op detailhandel van en het leveren van (boom-)kwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, kamerplanten; dieren en dierproducten zoals vissen, visvoer en konijnen; artikelen voor de aanleg en het onderhoud van tuinen en vijvers alsmede (tuin-)inrichtingsartikelen en aanverwante artikelen zoals bloempotten, vazen, plantenbakken, vijverinrichting en dergelijke;
een eenvoudig gebouw met beperkte inhoud en oppervlakte bestaande uit één ruimte, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
twee, al dan niet binnen dezelfde bestemming gelegen, aan elkaar gebouwde woningen onder 1 kap;
deel van een bestaand gebouw, dat ten behoeve van een ondergeschikte nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, is ingericht en bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/ hun hoofdverblijf elders heeft/ hebben, te worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
(een gedeelte van een) gebouw, bedoeld en ingericht voor het houden van veehouderijdieren;
een activiteit waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste een nacht in het recreatiegebouw en/of -gebied verblijft.
een bebouwde locatie waar voer wordt geplaatst voor dieren die daar vrije toegang tot hebben;
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
een bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd;
de naar het openbaar gebied toegekeerde bouwgrens en het verlengde van die grens;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
zaterdagen en zondagen en algemeen erkende feestdagen of daarmee gelijkgestelde dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet die op een vrijdag of maandag vallen;
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten, dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel;
de gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde perceel zijn of mogen worden opgericht, daaronder de oppervlakten van kelderruimten onder maaiveld mede begrepen met uitzondering van parkeerkelders;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
van het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het gemiddelde maaiveldpeil van het aansluitende afgewerkte terrein; hierbij worden niet meegerekend schoorstenen, antennes, balkonafscheidingen en vergelijkbare afschermingen op niveau, alsmede andere ondergeschikte bouwelementen, voor zover geplaatst op of aan gebouwen;
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Indien de bovenkant beganegrondvloer 10 cm of minder boven peil: ligt wordt de inhoud bepaald door de bovenzijde van de beganegrondvloer;
boven het gemiddelde maaiveldpeil van het aansluitende afgewerkte terrein, de buitenzijde van de wanden en de buitenzijde van afdekkingen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 3.1.1 mede bestemd voor:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 3.1.1 omschreven bestemmingen en medebestemmingen, daarbij gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken en gebouwen ten behoeve van de bedrijfsvoering gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de bedrijfsvoering gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van plattelandswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfs-/plattelandswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van paardrijvoorzieningen bij bedrijven aangeduid als 'paardenhouderij' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van hulpgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van dagrecratieve verblijven aangeduid als 'specifieke vorm van recreatie - dagrecratief verblijf' gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.2 sub d, ten behoeve van uitsluitend de uitbreiding en/of nieuwbouw van niet-veehuisvestingsgebouwen binnen de bouwvlakken met de aanduiding 'grondgebonden veehouderij', 'specifieke vorm van agrarisch - hokdierhouderij' en/of 'specifieke vorm van agrarisch - nertsenfokkerij' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.2 sub d onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.6 sub k ten behoeve van bouwen van een de vestiging van, uitbreiding van of toename van de bestaande bebouwingsoppervlakte van mestbewerking, mits:
In afwijking van het bepaalde onder d, is een redelijke uitbreiding mogelijk van bestaande mestbewerking, mits de ontwikkeling in redelijke verhouding staat tot de bestaande omvang.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.2 sub b ten behoeve van bouwen van een bedrijfsgebouw met een bouwhoogte van maximaal 13 meter onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.6 sub c ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van maximaal 2 meter onder de voorwaarden dat:
Voor het bouwen ten behoeve van het kleinschalig kamperen, in combinatie met de afwijking van de gebruiksregels als bedoeld in artikel 3.6.2, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 ten behoeve van het toestaan van een gastenverblijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 en 3.3.2 onder e ten behoeve van het toestaan van een groomverblijf voor maximaal 4 personen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.9 sub f ten behoeve van:
Op elke agrarische bedrijfslocatie is een (vollegronds)teeltbedrijf toegestaan, hetzij als hoofdtak, hetzij als neventak bij een veehouderijbedrijf, tenzij het is aangeduid als een 'paardenhouderij'.
Op een hokdierhouderijbedrijf is een (menging met) grondgebonden veehouderij toegestaan.
Tot een strijdig agrarisch gebruik wordt in elk geval gerekend:
Tot een strijdig overig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Nevenfuncties zijn toegestaan onder de voorwaarden dat:
Het gebruik van gronden voor paardrijbakken is toegestaan, onder de voorwaarden dat:
Navolgende afwijkingsbevoegdheden zijn niet van toepassing op plattelandswoningen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1, al dan niet in combinatie met de afwijking als bedoeld in artikel 3.4.6 of 22.4.1, ten behoeve van kleinschalig kamperen, onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 ten behoeve van Bed & Breakfast, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.6 sub a ten behoeve van het oprichten van een paardrijbak buiten het bouwvlak onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.4 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 100 m² (met inbegrip van bijbehorende bouwwerken), onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 en artikel 3.5.5 onder d ten behoeve van het toestaan van één of meerdere nevenfuncties, voorzover het gaat om activiteiten vermeld als "Af te wegen" in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in de Bijlage bij de regels, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 ten behoeve van het toestaan van opslag als nevenfunctie, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1, ten behoeve van het tijdelijk huisvesten van seizoensarbeiders, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in, indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijke grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 en artikel 38.1 ten behoeve van het toestaan van boomteeltbedrijven, onder de voorwaarden dat:
Een verzoek om toepassing van de voorgaande afwijkingsbevoegdheden kan ter toetsing worden voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie.
Van navolgende wijzigingsbevoegdheden mag slechts gebruik gemaakt worden onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de vorm van een agrarisch bouwvlak, onder de voorwaarde dat het bouwvlak niet wordt vergroot;
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van een agrarisch bouwvlak, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen' buiten het bij het betrokken bedrijf behorende bouwvlak op de verbeelding op te nemen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoeropslag' buiten het bij het betrokken bedrijf behorende bouwvlak op de verbeelding op te nemen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw' op de verbeelding op te nemen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, al dan niet in combinatie met artikel 3.7.2 of 3.7.3, wijzigen ten behoeve van:
onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toestaan van vervolgfuncties, onder de voorwaarden dat:
Een verzoek om toepassing van voorgaande wijzigingsbevoegdheden kan ter toetsing worden voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 4.1.1 mede bestemd voor:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 4.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de bedrijfsvoering gelden de volgende bepalingen:
Voor de locatie Maastrichterweg 249-255 gelden de volgende specifieke bouwregels:
HOOFDGEBOUWEN EN BIJBEHORENDE BOUWWERKEN | MAX. GOOTHOOGTE | MAX. BOUWHOOGTE | MAX. OPPERVLAKTE EN/OF INHOUD | MIN. AFSTAND TOT ZIJDELINGSE PERCEELSGRENS |
Bedrijfsgebouwen (inclusief overkappingen) | 7,5 m | 12 m | 6.750 m2 | 5 m |
Hoofdtribune | 12 m | 1.250 m2 | 5 m | |
Tribunegebouw | 8 m | 12,5 m | 600 m2 | 5 m |
Entreegebouw | 8 m | 12,5 m |
300 m2 | 5 m |
Tijdelijke tribunes | 4,75 m | 7 m | 1.200 m2 | 5 m |
Jurytoren | 15 m | |||
Poortgebouw | 6,5 m | 10 m | 300 m2 | 5 m |
Gastenverblijf * | 5,5/9,5/13,5 m | 9,5/13,5/17,5 m | 6.800 m2 | |
Paardenboxen/ -stallen |
3,5 m | 6 m | 6.600 m2 | 5 m |
Vlaggen- en lichtmasten | 18 m | |||
Scoreborden | 15 m |
* Voor de maximale goothoogte en bouwhoogte geldt:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van plattelandswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfs-/plattelandswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van paardrijvoorzieningen bij bedrijven aangeduid als 'paardenhouderij' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van hulpgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - dagrecratief verblijf' en 'verblijfsrecreatie' gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de ontwikkeling van de functie met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - gastenverblijf'' gelden de volgende randvoorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.2 sub d, ten behoeve van uitsluitend de uitbreiding en/of nieuwbouw van niet-veehuisvestingsgebouwen binnen de bouwvlakken met de aanduiding 'grondgebonden veehouderij', 'specifieke vorm van agrarisch - hokdierhouderij' en/of 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - nertsenfokkerij' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.2 sub d onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.2 sub c onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.9 sub b onder 5 ten behoeve van bouwen tijdelijke teeltondersteunende kassen onder de voorwaarden dat locatie en omvang passend zijn binnen de gebiedskarakteristiek.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.2 sub b ten behoeve van bouwen van een bedrijfsgebouw met een bouwhoogte van maximaal 13 meter onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van regels ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van maximaal 2 meter onder de voorwaarden dat:
Voor het bouwen ten behoeve van het kleinschalig kamperen, in combinatie met de afwijking van de gebruiksregels als bedoeld in artikel 4.6.2, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 ten behoeve van het toestaan van een gastenverblijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 ten behoeve van het toestaan van een groomverblijf voor maximaal 4 personen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.10 sub f ten behoeve van het verplaatsen van bestaande hulpgebouwen al dan niet in combinatie met het samenvoegen van 2 of meerdere hulpgebouwen tot 1 hulpgebouw onder de voorwaarden dat:
Op de locatie aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van sport - mensport' mogen de agrarische gronden:
Op de locatie aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - evenementparkeren' mag de agrarische grond 6 keer per jaar gebruikt worden voor het parkeren van bezoekers en/of deelnemers aan sportevenementen.
Op elke agrarische bedrijfslocatie is een (vollegronds)teeltbedrijf toegestaan, hetzij als hoofdtak, hetzij als neventak bij een veehouderijbedrijf, tenzij het is aangeduid als een 'paardenhouderij'. Het toegestane veehouderijbedrijfstype is per locatie weergegeven. Op een intensief veehouderijbedrijf is een (menging met) grondgebonden veehouderij toegestaan.
Tot een strijdig agrarisch gebruik wordt in elk geval gerekend:
Tot een strijdig overig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Kuilvoeropslagen zijn, behoudens binnen een agrarisch bouwvlak, ook toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - kuilvoeropslag', onder de voorwaarden dat:
Het gebruik van gronden voor paardrijbakken is toegestaan, onder de voorwaarden dat:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieactiviteiten' mogen gebruikt worden voor sport- en spelactiviteiten voor de schooljeugd, onder de voorwaarden dat:
Navolgende afwijkingsbevoegdheden zijn niet van toepassing op plattelandswoningen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1, al dan niet in combinatie met de afwijking als bedoeld in artikel 4.4.7 of 22.4.1, ten behoeve van kleinschalig kamperen, onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.5 ten behoeve van Bed & Breakfast, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.2 sub a ten behoeve van het oprichten van een paardrijbak buiten het bouwvlak onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.9 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 100 m² (met inbegrip van bijbehorende bouwwerken) mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 ten behoeve van het toestaan van opslag als nevenfunctie onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 ten behoeve van het tijdelijk huisvesten van seizoensarbeiders, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in, indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijke grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 ten behoeve van het toestaan van één of meerdere nevenfuncties onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 en artikel 38 Waarde - Openheid ten behoeve van het toestaan van boomteeltbedrijven onder de voorwaarden dat:
Een verzoek om toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid kan ter toetsing worden voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:
Het in artikel 4.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 5 lid 6.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologische en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
Van navolgende wijzigingsbevoegdheden mag slechts gebruik gemaakt worden onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de vorm van een agrarisch bouwvlak, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van een agrarisch bouwvlak, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen' buiten het bij het betrokken bedrijf behorende bouwvlak op de verbeelding op te nemen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw' op de verbeelding op te nemen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de functieaanduiding in 'paardenhouderij', onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toestaan van vervolgfuncties, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 5.1.1 mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 5.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Tenzij anders is aangegeven, is geen bebouwing toegestaan.
Voor het bouwen van woningen met bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 5.3.2 ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 100 m² (met inbegrip van bijbehorende bouwwerken) mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:
Het in artikel 5.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 5.5.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologische en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 6.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, incl. de bedrijfswoning, gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal bebouwd oppervlak | |
Gebouwen | Overige | |
Achterste brug 11 | 395 m2 | |
Bekenweg 2 | 390 m2 | |
Deelshurk 18 | 492 m2 | |
Dommelseweg 198-200-202 | 2.490 m2 | |
Dommelseweg 171 | 528 m2 | afdaken 240 m2 |
Eindhovenseweg 248 | 90 m2 | luifel 290 m2 |
Hoeve 1 | 1.729 m2 | kassen 2.369 m2 |
Hoeve 10-12 | 627 m2 | |
Hoeverdijk 21 | 466 m2 | |
Hoeverdijk 61 | 315 m2 | |
Hoeverdijk 66 | 250 m2 | |
Kapelweg 4 | 925 m2 | |
Klein Borkel 33 | 700 m2 | |
Korteweg 4-4a | 813 m2 | |
Maastrichterweg 129a | 500 m2 | |
Maastrichterweg 191 | 650 m2 | |
Maastrichterweg 263 | 92 m2 | luifel 227 m2 |
Molenstraat 195 | 2.407 m2 | |
Opperheide 3B | 1.400 m2 | |
Peedijk 3 | 1.655 m2 | |
Schafterdijk 17 | 465 m2 | |
Tienendreef ongenummerd | 83 m2 | luifel 375 m2 |
Venbergseweg 34 | 3.404 m2 | |
Victoriedijk 5 | 407 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 onder a:
onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 100 m² (met inbegrip van aangebouwde bijbehorende bouwwerken) mits:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 7.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 8.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal bebouwd oppervlak |
Hoppenbrouwers 15 | 884 m2 |
Molenstraat 202 | 1.100 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 8.4 onder d en toestaan dat er een horecafunctie wordt gevestigd onder de voorwaarden dat:
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter uitwerking van begrip 1.111 tuincentrum: worden hieronder de volgende functies met bijbehorende oppervlakten begrepen:
De totale gezamenlijke oppervlakte van de onder a t/m d genoemde functies bedraagt maximaal 15% van de oppervlakte van het hoofdgebouw.
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 9.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van Bedrijfsgebouwen, incl. bedrijfswoning, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Gedurende de periode van 15 december tot en met 10 januari mag maximaal 5.000 m2 van de gebouwen gebruikt worden voor de opslag en verkoop van consumenten vuurwerk.
Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met dit plan wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de bestemming ‘Detailhandel-Tuincentrum’ zonder inachtneming van de in 9.4 opgenomen voorwaardelijke verplichtingen.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor de binnen de bestemming en in de tabel in artikel 10.3.2 aangegeven functieaanduidingen/functies, met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 10.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van Bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | functies | Maximaal bebouwd bedrijfsoppervlak |
Maastrichterweg 309 | Detailhandel Kantoor |
120 m2 |
Nieuwe Waalreseweg 189 | Cultuur en ontspanning Horeca t/m categorie 2 Verblijfsrecreatie |
960 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor de locatie Nieuwe Waalreseweg 189 geldt dat de functie Cultuur en ontspanning de hoofdfunctie dient te blijven. De overige functies zijn ondergeschikt aan de hoofdfunctie, maar mogen zelfstandig geëxploiteerd worden binnen de in artikel 10.3.1 onder a genoemde bepaling.
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 10.5 onder b en toestaan dat er een kantoor wordt gevestigd onder de voorwaarden dat:
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 11.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden anders dan bedoeld in artikel 11.1;
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 12.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal bebouwd oppervlak |
Eindhovenseweg 264 | 722 m2 |
Eindhovenseweg 300 | 3.725 m2 |
Luikerweg 145 | 242 m2 |
Maastrichterweg 156 | 480 m2 |
Maastrichterweg 265 | 357 m2 |
Molenstraat 211 | 819 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van:
onder de voorwaarden dat:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 13.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van Bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal bebouwd oppervlak |
Maastrichterweg 191 | 650 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kamerverhuur.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 14.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Gebouwen zijn uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan tenzij anders is bepaald.
Voor het bouwen van Bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal bebouwd oppervlak |
Brugseheide 12 | 170 m2 |
Dorpsstraat 18 en overzijde weg | 1.912 + 395 m2 |
Hoeve 4-4a | 5.000 m2 |
Maastrichterweg 225-227 | 255 m2 |
Molenstraat | 203 m2 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 15.1.1 mede bestemd voor:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 15.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet zijnde overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - hulpgebouw' zijn de bestaande hulpgebouwen toegestaan, waarbij het aantal hulpgebouwen binnen de aanduiding niet meer dan 1 mag bedragen tenzij anders op de verbeelding is aangegeven. Verbouw en herbouw van het hulpgebouw is toegestaan onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.2 sub g ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van 2,5 meter onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.2 voor het toestaan van een observatieplatform/-toren en/of een hoogzit, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.3 ten behoeve van het verplaatsen van bestaande hulpgebouwen al dan niet in combinatie met het samenvoegen van 2 of meerdere (hulp)gebouwen tot 1 gebouw onder de voorwaarden dat:
Het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'scouting' ten behoeve van scoutingactiviteiten is toegestaan onder de voorwaarden dat:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 15.5.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
Overtreding van het verbod van artikel 15.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen met dien verstande dat bestemming Natuur gewijzigd kan worden in de bestemming:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 16.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Voor het bouwen ten behoeve van volkstuinen gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 17.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Maximaal oppervlak aan gebouwen | Waarvan maximaal oppervlak aan gebouwen tbv horeca |
Brugseheide 10 - 12B | 1.084 m2 | 353 m2 |
Dorpsstraat 4 | 265 m2 | nvt |
Groesdijk 5 | 825 m2
waarvan voor kamphuis 275 m2 |
nvt |
Hoverdijk 69 | 835 m2 | nvt |
Maastrichterweg 183 | 1.457 m2 | 200 m2 |
Maastrichterweg K71 | 63 m2 | |
Molenstraat 207 | 1.354 m2 waarvan voor: B&B 360 m2 vakantieappartenment 725 m2 dierenverblijf 80 m2 educatie 80 m2 |
nvt |
Opperheide 5 | 565 m2 | nvt |
Schafterdijk 7-9 | 1.135 m2 | 110 m2 |
Onverminderd het bepaalde in artikel 17.1 is het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning in strijd met het plan.
Onverminderd het bepaalde in artikel 17.1 is het gebruik van recreatiewoningen, chalets, stacaravans of andere voorzieningen voor recreatief verblijf als permanent verblijf in strijd met het plan.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform Artikel 44 Algemene parkeerregel, tenzij anders is bepaald.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 18.1 omschreven bestemmingen, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de ontwikkeling van het bedrijf met de aanduiding 'manege' gelden de volgende randvoorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' zijn gebouwen, geen woningen zijnde, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten dienste van een golfbaan met bijbehorende voorzieningen, daarbij gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.3.1 sub e en een uitbreiding van het totale bebouwde oppervlak toestaan, waarbij de uitbreiding niet meer mag bedragen dan 5%.
De terreinen aangeduid als 'specifieke vorm van sport - fietscrossterrein' en 'specifieke vorm van sport - trapveld' mogen uitsluitend worden gebruikt als openbare speelvoorziening.
Op het terrein aangeduid als 'golfbaan' is het gebruik uitsluitend toegestaan op de daarvoor aangelegde voorzieningen. Het overige terrein mag uitsluitend gebruikt worden als Natuur in overeenstemming met de daarvoor geldende regels.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met inachtneming van het volgende:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 19.1 omschreven bestemming:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding onbebouwd' mag geen bebouwing worden opgericht.
Met in acht name van het gestelde in 19.2.1 zijn de volgende bouwwerken toegestaan:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 19.2.2 voor het bouwen van twee semi-permanente toiletten ten behoeve van het gebruik van de theetuin met een gezamenlijke oppervlakte van 3 m2, onder de voorwaarde dat de bebouwing landschappelijk ingepast wordt binnen de theetuin.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - theetuin' is het gebruik toegestaan voor:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 19.4 ten behoeve van het toestaan van kleinschalige culturele evenementen zoals:
onder voorwaarde dat:
Ten aanzien van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - natuurnetwerk Brabant' artikel 15.5 van toepassing.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 20.1 omschreven bestemming:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken en werken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in artikel 21.1 omschreven bestemmingen met een maximale bouwhoogte van 2 meter.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor alle toegelaten en/of middels een afwijkingsbesluit toe te laten functies en/of voorzieningen dient te worden voorzien in parkeervoorzieningen op eigen terrein, conform 44 Algemene parkeerregel.
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 22.1 omschreven bestemming, daarbij gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' mag geen bebouwing worden opgericht.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning in combinatie met de afwijking als bedoeld in 22.6.2 afwijken van het bepaalde in artikel 22.3.3 ten behoeve van het toestaan van bebouwing ten behoeve van kleinschalig kamperen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.3.3 ten behoeve van de herbouw van bestaande bijbehorende bouwwerken, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken de regels ten behoeve van het toestaan van een grotere maximale inhoudsmaat voor woningen, onder de voorwaarden dat:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Paardrijbakken voldoen aan de volgende kenmerken:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
met dien verstande dat het voorgaande is niet van toepassing als de functie specifiek is toegestaan;
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van maximaal 100 m² (met inbegrip van aangebouwde bijbehorende bouwwerken) mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.1 ten behoeve van het toestaan van één of meerdere recreatieve nevenfuncties (inclusief Bed & Breakfast en kleinschalig kamperen) met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.1 ten behoeve van het toestaan van opslag met inachtneming van het volgende:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse brandstoftransportleiding met een belemmeringenstrook ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding;
In geval van strijdigheid van bepalingen met andere bestemmingen is artikel 48 van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere op deze gronden geldende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten
Het is verboden op of in de in artikel 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 23.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 23.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.1 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Overtreding van het verbod van artikel 23.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een belemmeringenstrook ter breedte van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding;
In geval van strijdigheid van bepalingen met andere bestemmingen is artikel 48 van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere op deze gronden geldende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten
Het is verboden op of in de in artikel 24.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 24.5.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 24.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.5.1 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Overtreding van het verbod van artikel 24.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse leiding met een belemmeringenstrook ter breedte van 13 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding;
In geval van strijdigheid van bepalingen met andere bestemmingen is artikel 48 van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere op deze gronden geldende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten
Het is verboden op of in de in artikel 25.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 25.5.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 25.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.5.1 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Overtreding van het verbod van artikel 25.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse rioolleiding;
In geval van strijdigheid van bepalingen met andere bestemmingen is artikel 48 van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere op deze gronden geldende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten
Het is verboden op of in de in artikel 26.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 26.5.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 26.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.5.1 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Overtreding van het verbod van artikel 26.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' (Gebied van archeologische waarde) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 27.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 27.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 27.3.1 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 27.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 27.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' (Gebied met een hoge archeologische verwachting, historische kern) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 28.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 28.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 28.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 28.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 28.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' (Gebied met een hoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 29.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 29.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 29.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 29.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 29.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' (Gebied met een middelhoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 30.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 30.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 30.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 30.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 30.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 30.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' (Gebied met een lage archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 31.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 31.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 31.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 31.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 31.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 31.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Beslotenheid' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding, herstel en bescherming van de karakteristieke beslotenheid van het landschap.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 32.1, mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:
Het is verboden op of in de in artikel 32.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 32.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 32.3.1 wordt verleend indien:
De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch en oudheidkundige waardevolle landschappen en vlakken, zoals weergegeven in Hoofdstuk 2 Waardevolle vlakken van Bijlage 19 Cultuurhistorisch waardevolle panden en vlakken.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 33.1, mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:
In het belang van de cultuurhistorie en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige cultuurhistorische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 33.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 33.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie Achterste brug' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en/of herstel van het dorpsgezicht van het buurtschap Achterste Brug als een cultuurhistorisch gaaf bewaarde ensemble van wegen, paden, erven, beplanting en bebouwing, zoals beschreven in Bijlage 19 Cultuurhistorisch waardevolle panden en vlakken, Hoofdstuk 2 Waardevolle vlakken, paragraaf 2.3 Buurtschap Achterste Brug van de toelichting.
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Achterste brug' mede bestemde gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 34.2 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan aanwezige en in de toelichting beschreven uitwendige cultuurhistorische en/of architectonische waarden van bestaande bebouwing en/of overige cultuurhistorische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de Welstandscommissie omtrent de vraag of de omgevingsvergunning voldoet aan de in artikel 34.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
In het belang van de cultuurhistorie en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige cultuurhistorische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: Het is verboden op of in 34.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 34.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 34.4.1 wordt verleend indien:
De voor 'Waarde - Essen en kampen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de aanwezige essen en kampen.
In het belang van de cultuurhistorie en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige cultuurhistorische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: Het is verboden op of in artikel 35.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 35.2.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 35.2.1 wordt verleend indien:
De voor 'Waarde - Geomorfologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aardkundige waarde.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 36.1 mag slechts gebouwd worden indien:
In het belang van de geomorfologie en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige geomorfologische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 36.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 36.2.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige aardkundige waarden van de gronden.
De voor 'Waarde - Hydrologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van bestaande watersystemen en de bestaande waterhuishouding van het hier binnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Op de voor 'Waarde - Hydrologie' aangewezen gronden mag slechts gebouwd worden indien :
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 37.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 37.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen en/of indien geen sprake is van een negatief effect op de waterhuishouding van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Alvorens een vergunning als bedoeld in artikel 37.3.3 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij het betrokken waterschap.
Het college van burgemeester en wethouders kan de bestemming 'Waarde - Hydrologie' wijzigen nadat Gedeputeerde Staten is verzocht om de begrenzing van de aanduiding 'Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' en/of de aanduiding 'Behoud en herstel beeksystemen' te wijzigen en deze wijziging is doorgevoerd, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Openheid' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van het behoud en herstel van de karakteristieke openheid van het landschap.
Op de voor 'Waarde - Openheid' aangewezen gronden mag slechts gebouwd worden indien :
Het is verboden op of in gronden bestemd tot 'Waarde - Openheid' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 38.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 38.3.1 wordt verleend indien:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de deskundige inzake natuur- en landschapswaarden omtrent de vraag als bedoeld in artikel 38.3.3.
Overtreding van het verbod van artikel 38.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het waterbergend vermogen.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 39.1, mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 39.2.1 voor het bouwen overeenkomstig een onderliggende enkelbestemming indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 39.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 39.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige aardkundige waarden van de gronden.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een waterkering.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 40.1, mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 40.2.1 voor het bouwen overeenkomstig een onderliggende enkelbestemming indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 40.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 40.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterkerend vermogen van de gronden.
Alvorens een vergunning als bedoeld in artikel 40.3.1 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij het betrokken waterschap.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, trappenhuizen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken, luifels, erkers, balkons, en balustrades met een transparantie van ten minste 75% per m2, buiten beschouwing gelaten, mits:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in artikel 7.2 Wet ruimtelijke ordening omgevingsvergunning verlenen, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zijn de gronden ook bestemd voor de bescherming van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waarden van bebouwing en terreininrichtingen.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone – voormalige vuilstort' gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in gronden met de aanduiding 'milieuzone – voormalige vuilstort' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in artikel 45.2.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.
De in artikel 45.2.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken en/of werkzaamheden de bovenafdichting van de vuilstort niet wordt aangetast.
Ter plaatse van de aanduiding “monumentale boom” zijn de gronden ook bestemd voor de bescherming en het beheer van bomen;
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom', dan wel binnen een afstand van 2 meter van de maximale kruinprojectie van de boom, mag, in afwijking van het bepaalde in de overige regels niet worden gebouwd.
mits het verrichten van de handelingen zoals benoemd onder 1 t/m 3 niet de dood of ernstige beschadigingen of ontsieringen van de boom tot gevolg (kunnen) hebben.
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.3.1 en artikel 45.3.2 sub a genoemde verbod, indien wordt aangetoond dat door de bouw en/of gebruik van de gronden de gronden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom niet wordt aangetast. Voor het verlenen van de afwijking kan het bevoegd gezag een bomen effect rapportage verlangen, waaruit blijkt dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige gevolgen hebben voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke, monumentale of ecologische betekenis van de boom.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Binnen de op de verbeelding opgenomen zones dient bij ontwikkelingen beoordeeld te worden of die kunnen leiden tot een vergroting van het Groepsrisico (Gr). Hiervoor dient een advies bij de Veiligheidregio ingewonnen te worden
In afwijking van de desbetreffende bepalingen van het plan kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor:
In de omgevingsvergunning kunnen nadere eisen worden gesteld ten behoeve van een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van trouwceremonies al dan niet gecombineerd met een daarop volgende bruiloft onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van het oprichten van een paardrijbak buiten een bouwvlak of de bestemming Wonen binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van kinderopvang, als nevenactiviteit van een agrarisch bedrijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kleinschalige logiesaccommodatie, niet zijnde een Bed & Breakfast, bij een (bedrijfs-)woning, onder de voorwaarden dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van locatie gebonden horeca. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van routegebonden horeca. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van vakantieappartementen, niet zijnde Bed & Breakfast-voorzieningen, bij een (bedrijfs-)woning, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan, zonodig onder gelijktijdige toepassing van artikel 47.4, wijzigingen ten einde ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' een pand met daarin een woning, te splitsen in maximaal twee wooneenheden, onder de voorwaarden dat:
Bij toepassing van de in dit bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheden dient de daarmee gepaard gaande ruimtelijke ontwikkeling te voorzien in een kwaliteitsverbetering van het landschap, tenzij in die wijzigingsbevoegdheid nadrukkelijk anders is bepaald.
Indien van de onder de aanhef bedoelde wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt mag de beoogde ontwikkeling niet eerder in gebruik worden genomen dan nadat aan de fysieke kwaliteitsverbetering is gerealiseerd en/of de financiële bijdrage is voldaan.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning, bedrijfswoning of woning naar een plattelandswoning, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen door het verwijderen van de aanduiding “monumentale boom”, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning met de bestemmingsvlakken Wonen en Tuin, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen met dien verstande dat bestemmingen gewijzigd kunnen worden in de bestemming Natuur, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigingen te einde woningen ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' of 'aaneengebouwd' te splitsen in maximaal twee vrijstaande woningen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van geringe afwijkingen van de in het plan aangegeven bestemmingsgrens, van het beloop of het profiel van een weg, alsmede van de vorm van bouwvlakken voor zover zulks bij de definitieve uitmeting, bij de verkaveling of bij de nadere detaillering noodzakelijk en/of wenselijk is, mits de genoemde afwijkingen niet meer van 10% bedragen.
Waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming en secundair de regels van de enkelbestemming.
Waar dubbelbestemmingen samenvallen geldt de volgende prioriteitsvolgorde, waarbij de prioriteit aflopend is:
In afwijking van artikel 49.1 en 49.2 geldt voor onderstaande locaties het volgende persoonsgebonden overgangsrecht op basis van een persoonsgebonden gedoogbeschikking:
Adres | Afwijkend gebruik | Afwijkende bebouwing | Oppervlakte |
Eind- datum |
Hoeve 10 | Wonen in bedrijfsruimte | |||
Maastrichterweg 196 | Wonen in hulpgebouw | |||
Molenstraat 195-197 | extra bijbehorende bebouwing | 111 m2 | ||
Opperheide 3b | Wonen in bedrijfsruimte | |||
Peedijk 23-23a | caravanstalling buiten | |||
De afwijking mag in stand worden gehouden tot de aangegeven datum of tot het moment waarop de persoon waaraan de beschikking is afgegeven geen eigenaar en/of gebruiker meer is van de locatie.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied .