direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Uden Centrum 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUdenCentrum2013-VA01

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - trouwlocatie' tevens voor een trouwlocatie;
  • c. beperkte horecavoorzieningen die ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a;
  • d. kantoorvoorzieningen die ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' tevens voor een begraafplaats;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' tevens voor woongroepen voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten tot een maximum van 15 wooneenheden met de daarbij behorende voorzieningen.

met daarbij behorende:

  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. parkeervoorzieningen en daarmee verband houdende voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage per bouwperceel niet meer bedragen dan is aangegeven.

11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a mogen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van de volgende maatvoeringseisen:

Gebouwen begraafplaats   Eis  
maximale goothoogte   4 m  
maximale bouwhoogte   6 m  
maximale oppervlakte   200 m2  

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:

  Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte   Maximale bouwhoogte  
  erf-
afscheidingen  
tuinmeubilair en speeltoestellen   vlaggenmasten en antennes   overige
bouwwerken  
Voor de voorgevelrooilijn   1 m   1 m   6 m   1 m  
Achter de voorgevelrooilijn:
- binnen bouwvlak  


2 m  


3 m  


6 m  


3 m  
- buiten bouwvlak   1 m   3 m   6 m   3 m  

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.2.3 voor het bouwen van erfafscheidingen buiten het bouwvlak met een bouwhoogte van maximaal
2 m, waarvan 1 m gesloten mag zijn en boven die hoogte een voor 80% open constructie, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De hogere erfafscheiding moet noodzakelijk zijn uit het oogpunt van de bedrijfsvoering.
  • b. De stedenboukundige kwaliteit en beeldkwaliteit mag als gevolg van het oprichten van hogere erfafscheidingen niet worden aangetast.
  • c. Er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • d. De belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad. 

11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Buitenopslag

Buitenopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn, mits deze noodzakelijk is uit het oogpunt van de bedrijfsvoering.

11.4.2 Strijdig gebruik

Onder een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor:

  • a. seksuele dienstverlening;
  • b. bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.1 voor het toestaan van kunstzinnige en culturele activiteiten en/of binnensporten, mits:

  • a. dit vanuit milieuhygienisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. dit vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit aanvaardbaar is;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;

  • d. er voldaan wordt aan hetgeen gesteld is in de artikelen 23 (Parkeernormen) en 27.1 (Algemeen toetsingskader afwijkingen en wijzigingen).