De op de plankaart voor "Bedrijf-Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen die zijn genoemd in Bijlage 1 "Staat van Bedrijfsactiviteiten" onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet Geluidhinder jo. artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet Milieubeheer en met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende algemene regels:
- gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven hoofdbebouwingsvlak worden gebouwd;
- het bebouwingspercentage binnen het hoofdbebouwingsvlak mag 100 bedragen;
- de bouw- en/of goothoogte binnen het hoofdbebouwingsvlak mag niet meer dan het op de plankaart aangegeven maximum bedragen;
- het bouwen van ondergrondse bouwwerken is binnen het hoofdbebouwingsvlak toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
- de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag in het hoofdbebouwingsvlak niet meer dan 5 meter.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 23.2nadere eisen te stellen ten aanzien van:
- de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijde ten behoeve van:
- een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de brandveiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
- werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 23.1 en de ontheffingsvoorwaarden in artikel 4.4.1 ontheffing te verlenen van:
De in artikel 4.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:
- dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de bedrijfspresentatie, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
- de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
- de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
- de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
- de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
- de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Inhoudsopgave |
Naar volgende |