Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in 27.2 het plan wijzigen ten behoeve van:
- de reconstructie of herverkaveling van een (deel van een) bouwblok met in het ongerede geraakte, al dan niet complexgewijze bebouwing waarvan de functie wordt beëindigd;
- de reconstructie van een (deel van een) bouwblok waarbij de functie geheel of grotendeels wordt gehandhaafd, maar (infra-) structuur, ontsluiting, verkaveling e.d. worden aangepast.
- de reconstructie, herverkaveling of renovatie van een gebouw of een bouwblok nieuwe rooilijnen aangegeven;
- ter ontsluiting of herverkaveling van het gebied nieuwe bestemmingen "V-V", "V-H" of "V-H+" projecteren;
- ter herverkaveling van het gebied of om tot een optimale verkaveling te komen, aangrenzende bestemmingen voor openbaar gebied ("V-V", "V-H", "V-H+" e.d.) geheel of deels omzetten in een nieuw te realiseren bestemming binnen die herverkaveling, of deze bestemmingen geheel of deels elders in de nieuwe verkaveling onderbrengen.
Na wijziging zijn de bepalingen van het bestemmingsplan hierop van toepassing.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 23.1.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 27.1 vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 23.1.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 27.2 bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat een op de plankaart aangegeven aanduiding wordt verwijderd indien de binnen deze aanduiding toegelaten functie wordt beeindigd en wordt omgezet in een binnen het ter plaatse geldende bestemmingsvlak toegelaten functie.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 27.2 bevoegd een op de plankaart aangegeven aanduiding te wijzigen in een andere aanduiding, met dien verstande dat de ingevolge de aanduiding ter plaatse geldende maximaal toelaatbare milieucategorie voor functies of activiteiten uit de bijgevoegde Bedrijvenlijst niet mag worden overschreden.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 23.3.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 27.1 vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 23.3.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 27.2 bevoegd:
- de in het plan begrepen bestemmingen die grenzen aan gronden met de bestemming "Verkeer en Verblijf (V-V)" , "Verkeer-Hoofdwegen (V-H)" en "Verkeer-Hoofdwegen + (V-H+)", te wijzigen voor de indeling van gronden zoals ten behoeve van een herinrichting, een asverschuiving, herinrichting kruispunten, aanleg (mini)rotondes e.d., met dien verstande dat:
- de bestemmingen mogen worden gewijzigd voor een verschuiving van de bestemmingsgrenzen van maximaal 25 m¹;
- de verwerkelijking van de in het plan begrepen bestemmingen gewaarborgd dient te blijven, dat wil zeggen dat de bestemmingen door de wijzigingnen niet onevenredig mogen worden aangetast;
- bestemmingsgrenzen te wijzigen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijk ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 27.2 bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een groter oppervlak dan 50 m2.
Op de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd overeenkomstig 23.5.1 mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 27.1 vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 23.5.2 voor bebouwing die in overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Inhoudsopgave |
Naar volgende |