direct naar inhoud van Regels

Buitengebied De Zandleij 2012, 7e wijziging (Houtsestraat 6)

Status: vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0855.WYZ2020001-e001
Plantype: wijzigingsplan

Regels

 

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 bestemmingsplan:

Het bestemmingsplan Buitengebied De Zandleij 2012, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 18 maart 2013 en onherroepelijk is geworden op 19 juni 2014.

1.2 geluidsgevoelige objecten

Woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen.

1.3 geurgevoelig object

Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en dat daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze

van gebruik, wordt gebruikt, waarbij onder 'gebouw, bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf' wordt verstaan een gebouw dat rechtens mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf.

1.4 plan

Het wijzigingsplan Buitengebied De Zandleij 2012, 7e wijziging (Houtsestraat 6) met identificatienummer NL.IMRO.0855.WYZ2020001-e001 van de gemeente Tilburg.

1.5 Wijzigingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

 

 

Artikel 2 Bestemming

In dit wijzigingsplan zijn aan de gronden binnen de plangrens de bestemming "Wonen - Buitengebied" en de bestemming "Agrarisch met Waarden" toegekend, zoals deze zijn opgenomen in respectievelijk artikel 17 en artikel 5 van het bestemmingsplan Buitengebied De Zandleij 2012, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 18 maart 2013 en onherroepelijk is geworden op 19 juni 2014.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

 

Artikel 3 Overeenkomstige toepassing regels moederplan

Dit wijzigingsplan is vervat in een verbeelding en voorzien van een toelichting.

 

Van toepassing zijn de regels van het bestemmingsplan Buitengebied De Zandleij 2012, zoals genoemd in artikel 1, met dien verstande dat:

 

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' de voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden mede bestemd zijn voor het hobbymatig houden van paarden met voorzieningen, zoals stal en rijbak;

  2. Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' de voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden mede bestemd zijn voor recreatief nachtverblijf, waarbij het aantal eenheden meer mag bedragen dan 5 en het voor deze functie gebruikte vloeroppervlak meer mag bedragen dan 200 m² (doch niet meer dan de begrenzing van de functie-aanduiding toelaat), van welk vloeroppervlak maximaal 50 m² voor bijbehorende en ondergeschikte horeca mag worden gebruikt;

  3. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – beperkingen gevoelige objecten’ als strijdig gebruik wordt aangemerkt het gebruiken van gebouwen als geurgevoelig object en/of geluidsgevoelig object, waarbij geldt dat het bevoegd gezag omgevingsvergunning kan verlenen om af te wijken van het in dit lid bepaalde en kan toestaan dat gebouwen geheel of gedeeltelijk gebruikt mogen worden als geurgevoelig object en/of geluidsgevoelig object, indien dat gebruik geen extra beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven en indien is aangetoond dat ter plaatse sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;

  4. De maximaal toegelaten inhoud van een woning 750 m³ bedraagt, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere inhoud legaal aanwezig was, in welk geval die grotere inhoud is toegestaan en als maximum geldt;

  5. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een woning niet meer mag bedragen dan
    200 m²;

  6. Ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' in afwijking van het vorenstaande de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een woning niet meer mag bedragen dan 1.000 m²;

  7. Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorie' de voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden mede bestemd zijn voor de instandhouding van de langgevelboerderij. Het is verboden deze te slopen;

  8. Pas tot splitsing van de langgevelboerderij mag worden overgegaan nadat de landschappelijke inpassing van het plan, zoals opgenomen in de bij deze planregels gevoegde bijlage, is gerealiseerd en zolang deze duurzaam in stand wordt gehouden;

  9. Voldaan moet worden aan de in artikel 4 opgenomen parkeerregeling.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 4 Parkeerregeling

 

4.1 Parkeren

  1. De gronden in het plangebied mogen enkel worden gebruikt onder voorwaarde dat ten behoeve van het parkeren of stallen van (motor)voertuigen in, op of onder het gebouw dan wel op het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort in voldoende mate parkeergelegenheid aanwezig is, zoals neergelegd in de op 14 november 2017 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde nota 'parkeernormen Tilburg 2017';

  2. het bevoegd gezag kan slechts een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten bouwen en/of gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, indien bij aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals neergelegd in de nota 'Parkeernormen Tilburg 2017'. Indien deze parkeernota gedurende de planperiode wordt gewijzigd dient te worden voldaan aan de gewijzigde parkeernormen en rekenmethode;

  3. De onder a. bedoelde plaatsen voor het stallen van voertuigen moeten afmetingen hebben die afgestemd zijn op gangbare (motor)voertuigen, zoals neergelegd in de nota 'Parkeernormen Tilburg 2017'. Indien deze parkeernota gedurende de planperiode wordt gewijzigd dient te worden voldaan aan de desbetreffende wijzigingen.

4.2 Laden en lossen

Indien de bestemming van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan

ruimte voor het laden of lossen van goederen moet zijn verzekerd, dat op eigen terrein wordt voorzien in

voldoende ruimte voor laden en lossen, zoals neergelegd in de CROW Kennisbank in ASVV 2012.

4.3 Afwijken van de regels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de regelonderdelen 4.1 en 4.2 indien:

  1. op andere wijze in de nodige parkeer- en/of laad- en losruimte wordt voorzien;

  2. wordt voldaan aan de voorwaarden en vrijstellingsregels zoals neergelegd in de nota 'Parkeernormen Tilburg 2017'. Indien deze parkeernota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, dient te worden voldaan aan de desbetreffende wijzigingen.

 

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 5 Overgangsrecht

 

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;

  1. het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%;

  2. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat bestemmingsplan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

  2. het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met het plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

  3. indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

  4. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat bestemmingsplan.

Artikel 6 Slotregel

Dit plan wordt aangehaald als "Buitengebied De Zandleij 2012, 7e wijziging (Houtsestraat 6)".