direct naar inhoud van Regels

Regels TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22j, regeling flitsbezorgingsbedrijven

 

Preambule

Dit Tam-omgevingsplan is gericht op het vastleggen van een regeling voor flitsbezorgingsbedrijven met darkstores. Dit TAM-omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22j) van het omgevingsplan van de gemeente Tilburg. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen. 

 

De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22j van het omgevingsplan van de gemeente Tilburg. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22j.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22j.' gelezen worden. 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Toepassingsbereik TAM-omgevingsplan

1. De regels in dit TAM-Omgevingsplan zijn van toepassing op het ambtsgebied van de gemeente Tilburg waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0855.TAM2024010-b001, zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.

2. De besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met de regels in dit TAM-omgevingsplan.

Artikel 2 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen in de volgende bijlagen zijn van toepassing voor dit TAM-omgevingsplan, tenzij in dit artikel daarvan is afgeweken:

1. bijlage 1 bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

2. bijlage 1 bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. bijlage 1 bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

4. bijlage 1 bij het Omgevingsbesluit;

5. bijlage 1 bij de Omgevingsregeling.

2.1 TAM-omgevingsplan

Het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22j, regeling flitsbezorgingsbedrijven met betrekking op het ambtsgebied van de gemeente Tilburg met identificatienummer NL.IMRO.0855.TAM2024010-b001 van de gemeente Tilburg.

2.2 omgevingsplan

Het omgevingsplan van gemeente Tilburg.

2.3 darkstore

ruimte, al dan niet voorzien van een afhaalloket, die in hoofdzaak in gebruik is als opslag- en distributiepunt voor dagelijkse boodschappen die overwegend online besteld en betaald worden en via flitsbezorging bij consumenten bezorgd worden.

2.4 flitsbezorging

bezorgdienst die in hoofdzaak gericht is op snelle bezorging vanuit een darkstore van hoofdzakelijk online aangeboden en bestelde dagelijkse boodschappen bij consumenten.

2.5 flitsbezorgingsbedrijf

bedrijf in flitsbezorging.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

 

 

 

Artikel 3 Aanvraagvereisten omgevingsvergunning

Bij een aanvraag om omgevingsvergunning worden de gegevens en bescheiden verstrekt die redelijkerwijs benodigd zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag.

 

 

 

Artikel 4 Maatwerk- en of vergunningvoorschriften

Het bevoegd gezag kan aanvullende maatwerk- en/of vergunningvoorschriften stellen ten aanzien van:

1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

2. de verkeersveiligheid;

3. de sociale veiligheid;

4. de brandveiligheid;

5. de milieusituatie;

6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

7. het uitvoeren van werken en werkzaamheden.

 

 

 

 

 

Artikel 5 Overgangsrecht gebruik

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 

2. Het is verboden het met dit TAM-omgevingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder lid 1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit TAM-omgevingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 

3. Indien het gebruik, bedoeld onder lid 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 

4. Het bepaalde onder lid 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het omgevingsplan zoals dit gold voor de inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van het omgevingsplan zoals dat gold voor de inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan. 

 

Hoofdstuk 3 Functies en activiteiten

 

 

 

 

Artikel 6 Waarde - Flitsbezorging

 

6.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel gaan over het exploiteren van een flitsbezorgingsbedrijf op de locatie 'Waarde - Flitsbezorging'.

6.2 Oogmerken

De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op:

1. de bescherming van het woon- en leefklimaat;

2. het waarborgen van de verkeersveiligheid;

3. het beschermen van de omgevingskwaliteit.

6.3 Aanwijzing vergunningplicht

Het is verboden zonder omgevingsvergunning een flitsbezorgingsbedrijf te exploiteren op de locatie 'Waarde - Flitsbezorging'.

6.4 Beoordelingsregels vergunningplicht

Een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een flitsbezorgingsbedrijf kan worden verleend indien:

1. het op grond van het tijdelijk deel omgevingsplan reeds mogelijk is om een flitsbezorgingsbedrijf te exploiteren;

2. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders sprake is van een toereikende stallingsvoorziening voor de bezorgvoertuigen op eigen terrein;

3. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders sprake is van een toereikende (inpandige) wachtruimte voor personeel;

4. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders sprake is van voldoende laad- en losruimte;

5. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders de verkeersveiligheid wordt gewaarborgd;

6. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders de ruimtelijke uitstraling aanvaardbaar is en passend in de omgeving;

7. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders sprake blijft van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en voldoende gewaarborgd is dat overlast voor de omgeving wordt voorkomen.