Plan: | Groenewoud 2008, 3e herziening (Vogeltjesbuurt) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2012013-e001 |
Het gemeentelijk woonbeleid (zowel kwalitatief als kwantitatief) volgt primair uit de vierjaarlijkse WoonVisie. Hierin komen thema's en trends in het wonen aan de orde, worden actuele knelpunten geduid en worden de woonopgaven voor de komende jaren benoemd. Het centrale thema in de WoonVisie is het streven naar een 'stad in balans' , een stad waarin voldoende mate van differentiatie in het woningaanbod is zodat iedereen passende woonruimte kan vinden. Om meer aansluiting te vinden bij de huidige en toekomstige woonbehoeften is de gemeente in de WoonVisie ingedeeld in vijf woonmilieus: Centrum-stedelijk, Stedelijk-buiten-centrum, Groen-stedelijk, (Centrum)-dorps en Landelijk. Daarbij wordt per gebied aangegeven in welke richting het zich moet ontwikkelen om aan het gewenste woonmilieu te voldoen. Bij (woningbouw)ontwikkelingen in een bepaald gebied dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met deze woonmilieuopgave.
Woonvisie Groenewoud / Jeruzalem
De kwaliteit van de woning en de woonomgeving wordt in de WoonVisie onder andere benaderd door het benoemen van woonmilieus. Groenewoud/Jeruzalem kan getypeerd worden als een buiten-centrum woonmilieu. In dit gebied liggen kansen voor transformatie naar een groenstedelijk woonmilieu. De WoonVisie geeft aan deze transformatie met name via kwaliteitsverbetering van woningen en woonomgeving, alsmede via enige mate van verdunning op termijn te willen realiseren. Daarnaast geeft de WoonVisie aan dat Groenewoud/Jeruzalem een te eenzijdige woningvoorraad kent. Het is wenselijk meer differentiatie in het woningaanbod te brengen, door meer koopwoningen aan de voorraad toe te voegen. Als belangrijke strategie om deze differentiatie te bereiken, geeft de WoonVisie sloop en vervangende nieuwbouw en verkoop van huurwoningen aan.
Uit de Nota Wonen en de Monitor Woningbouw 2009 blijkt dat de aandacht van de gemeente en de bouwprocespartners gericht moet blijven op kwaliteitsbevordering van de woningmarkt. De verleiding bestaat om een woonproduct aan te bieden dat minder toekomstbestendig is. Om aan te sluiten bij de structurele wens van consumenten een kwaliteitsslag te maken, dient de beleidsfocus van de gemeente en andere partijen zich te richten op een gedifferentieerd aanbod naar woningtypen en woonmilieus. Met name groenstedelijke en dorpse woonmilieus zijn populair. Onder kwaliteit wordt ook verstaan levensloopbestendigheid, duurzaamheid en vormen van (particulier) opdrachtgeverschap.
De gemeente heeft vanwege het surplus aan plannen voor de bouw van appartementen besloten nadrukkelijker sturing te geven aan de nieuwbouw van appartementen in Tilburg door bouwplannen te prioriteren. Prioritering zal plaatsvinden aan de hand van het in 2006 door de raad vastgestelde toetsingskader. Plannen worden getoetst aan het gewenst woonmilieu, ruimtelijk-stedenbouwkundige inpassing, consumentgerichtheid en de vraag of het plan onderdeel uitmaakt van een voor de gemeente prioritaire gebiedsontwikkeling.
De gemeente Tilburg voert iedere vier jaar een woningbehoefteonderzoek uit. Het meest recente onderzoek is uitgevoerd in 2008, waaruit blijkt dat de Tilburgse woningmarkt in kwalitatief opzicht nog niet in evenwicht is. Als de vraag naar woningen wordt afgezet tegen het aanbod, dan blijken de tekorten zich vooral voor te doen in de koopsector. Het gaat dan om een tekort aan (dure) vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap-woningen, (goedkope) rijtjeshuizen en (middeldure) flats/appartementen met lift. In de huursector is behoefte aan meer flats/appartementen met lift en bestaat vooral een tekort aan goedkope rijtjeswoningen.
Woningbehoefte voor Groenewoud
Uit het Kwalitatief Woningbehoefteonderzoek (Gemeente Tilburg, 2008) is gebleken dat de bevolkingssamenstelling in Groenewoud niet veel afwijkt van het Tilburgse gemiddelde. Het gemiddeld besteedbare huishoudinkomen is het laagst van alle wijken. De wijk wordt gekenmerkt door veel (eengezins) huurwoningen met een lage huurprijs. Het aandeel van de woningvoorraad dat geschikt voor ouderen is, is met 28% hoger dan het Tilburgse gemiddelde van 19%.
Verder blijkt uit het Kwalitatief Woningbehoefteonderzoek dat de tevredenheid met de woning in de wijk Groenewoud laag is en dat de tevredenheid met de woonomgeving het laagst is van alle wijken.
Het gaat bij de herstructurering van de Vogeltjesbuurt om de sloop van 121 woningen waarvoor 112 woningen worden teruggebouwd, allemaal in het sociale segment. Het gaat hier niet om uitbreiding van de woningvoorraad.
Volkshuisvestelijke uitgangspunten
De raad heeft op 26 september 2011 de Vogeltjesbuurt aangewezen als herstructureringsgebied en daarbij de stedenbouwkundige- en volkshuisvestelijke uitgangspunten vastgesteld.
De volgende volkshuisvestelijke uitgangspunten en randvoorwaarden ten aanzien van de herstructurering van de Vogeltjesbuurt zijn van toepassing:
Conclusie
Op 10 april 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het stedenbouwkundig plan voor de Vogeltjesbuurt (d.d. 3 februari 2012) en bijbehorend woonprogramma. Tiwos gaat naast sloop en nieuwbouw een aantal omliggende huurwoningen in de wijk verbeteren door middel van groot onderhoud. Met deze ingrepen krijgt de woningvoorraad een stevige impuls en voldoet het weer aan de woon- en bouwtechnische alsmede energetisch eisen van deze tijd. Er wordt bewust terug gebouwd voor de buurt; alle nieuwbouw wordt sociale huur en grotendeels grondgebonden. Er worden seniorenwoningen toegevoegd aan het woningaanbod. De sfeer en de structuur van de buurt worden gerespecteerd en er wordt door verdunning van de voorraad meer licht, lucht en ruimte gecreëerd. Ook PolitieKeurmerk Veilig Wonen wordt toegepast.
Het stedenbouwkundig plan voldoet daarmee aan de volkshuisvestelijke uitgangspunten zoals deze eerder door het college zijn vastgelegd.