direct naar inhoud van 6.1 Bestaand watersysteem
Plan: Spoorzone, uitwerkingsplan deelgebied Hart van Brabantlaan (TTS)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011022-e001

6.1 Bestaand watersysteem

6.1.1 Gebiedskenmerken

Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Beneden Dommel en Zandleij en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van Waterschap de Dommel. Het plan omvat een oppervlakte van ongeveer 1,2 hectare. In de bestaande situatie is een oppervlakte van ongeveer 2.000 m² groen ingericht; de resterende oppervlakte circa 10.000 m² is dak / verharde terreinen.

Het plan is onderdeel van de Spoorzone. In het ka der van het globaal bestemmingsplan Spoorzone is het nieuwe watersysteem vastgesteld.

Terreinhoogten

Het bestaande terrein in het plangebied ligt ongeveer op 14,55+ NAP. De spoorweg, ten noorden van het plangebied, ligt ongeveer op 18,00+ NAP.

6.1.2 Bodem en grondwater

In verband met het structuurplan Spoorzone, zijn verschillende bodemkundig / hydrologisch onderzoeken gedaan. Hieruit blijkt dat de bodemopbouw over het algemeen bestaat uit een deklaag van ongeveer 8 - 9 meter dik. Deze deklaag betreft slecht doorlatend lemig zand. Onder de deklaag bevindt zich het eerste watervoerende pakket, met een dikte van ongeveer 45 meter. Deze laag is goed doorlatend, en bestaat uit grindhoudend grove zanden. Daaronder ligt de eerste scheidende laag, bestaande uit fijn zand en klei. Uit de boringen blijkt dat de eerste meters van de toplaag bestaan uit matig fijn, matig siltig zand. Op 1 - 1,5 m diepte ligt een mogelijk aaneengesloten, 1,5 - 2m dik, zwak tot sterk zandige leemlaag. Aangezien het bovenste deel van de deklaag relevant is voor de plaatselijke waterhuishouding, kan gesteld worden dat de ondergrond zich matig leent voor infiltratie van hemelwater.

In de hele Spoorzone bevinden zich diverse (potentiële) bodem- en grondwaterverontreinigingen. Uit historisch onderzoek blijkt de noodzaak voor nader onderzoek. De regionale grondwaterstroming is overwegend noordoostelijk, in het eerste watervoerende pakket ter plaatse van het plangebied. Uit beschikbare gegevens, blijkt de gemiddelde hoogste grondwaterstand ongeveer 2,50 meter onder het maaiveld te liggen. Hiermee is de ontwatering in de bestaande situatie voldoende.

6.1.3 Oppervlaktewater en riolering

Er bevindt zich geen oppervlaktewater in of in de nabijheid van het plangebied. In de bestaande situatie ligt riolering van het gemengde stelsel in en rond het plangebied. Het vuilwater stroomt af naar de afvalwaterzuiveringinstallatie Tilburg, in beheer van waterschap De Dommel. Het regenwater stroomt in de huidige situatie af samen met het afvalwater richting de bestaande gemengde riolering. Het regenwater afkomstig van daken in het oostelijk deel van de Spoorlaan wordt verzameld in een doorlatende leiding. Het regenwater infiltreert in de bodem; het overtollige regenwater stort tijdelijk over op het bestaande gemengde rioolstelsel. Deze leiding ligt tussen de Heuvelring en het bestaande busstation.