direct naar inhoud van 6.2 Duurzaam waterbeheer
Plan: Bosgebied Reeshofdijk 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011003-e001

6.2 Duurzaam waterbeheer

Beleidskader

De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er, in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzamer waterbeheer. Belangrijk in deze aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.

Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen zijn regionaal vastgesteld in het stroomgebiedbeheersplan Maas. De grondwatervoorraad moet stabiel zijn en natuur gebieden mogen niet verdrogen door een te lage grondwaterstand. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt simpel gezegd in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21), -kwaliteit en ecologie (KRW).

Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in de Structuurvisie Water en Riolering (SWR), met daarin opgenomen het GRP voor de periode 2010 - 2015, met een visie voor de komende 30 jaar. Bij de totstandkoming van dit beleid zijn de waterbeheerders nauw betrokken. De SWR vervangt het Waterplan (1997), het Waterstructuurplan (2002) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009), en werkt de nieuwe wet- en regelgeving uit, voornamelijk wat de nieuwe zorgplichten betreft voor het regen- en grondwater, en het actuele rijks-, het provinciale en het regionale beleid.

De visie hanteert de in het Waterplan (1997) vastgestelde algemene doelstellingen voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte:

  • Streven naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem;
  • Optimalisatie van de waterketen; zuinig en efficiënt gebruik van water;
  • Vergroten van de belevings-, ecologische, economische en recreatieve waarde van water.

Deze visie is samengesteld op basis van bijdragen van burgers, gemeenteraad, en betrokken waterbeheerders. Uit de visie vloeit de opgave voort voor de komende jaren. Als uitwerking van de visie zijn er opgaven geformuleerd en strategische keuzes gemaakt, die gelden als randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Tilburg. Deze randvoorwaarden geven onder andere invulling aan het water als ordenend principe.

Afwegingen

De mogelijkheden om doeltreffend en duurzaam met het hemelwater om te gaan, zoals omschreven in het gemeentelijk Structuurvisie Water en Riolering (SWR) en het regionale beleid, zijn nagegaan. Het plan betreft een geringe uitbreiding van bestaand verhard oppervlak. De toename van de verharde oppervlakte heeft een verwaarloosbaar effect op de waterhuishouding, waardoor er geen maatregelen noodzaak worden geacht. Het vrijkomende vuil- en regenwater kunnen het beste gescheiden verzameld en afgevoerd worden via het bestaande rioleringssysteem. Het plangebied bevindt zich overigens buiten een afkoppelgebied.

Het plangebied ligt voor het grootste deel binnen het volgens de Keur volledig beschermd gebied. Dit zijn gebieden waarin een strikte waterhuishoudkundige bescherming wordt nagestreefd en dan ook de waterhuishoudkundige situatie zo min mogelijk veranderd moet worden. Voor het plangebied betekent dit dat verdroging bij uitbreiding zo veel mogelijk afvoer van grond- en regenwater voorkomen moet worden. Het eventueel verzameld water moet dan ook geretourneerd worden in de bodem, door middel van een nader uit te werken infiltratievoorziening in bijvoorbeeld een verlaging van het maaiveld binnen het perceel waar het regenwater vrijkomt.

Watersysteem

Voor rekening van de ontwikkelende partij, dienen de volgende randvoorwaarden in acht genomen te worden bij de uitbreiding die gaat plaatsvinden.

  • a. Bij de inrichting van het plangebied dient men rekening te houden met de bestaande terreinhoogte van het openbaar gebied en de aangrenzende percelen.
  • b. De water- en vochtdichtheid van ondergrondse bouwdelen moeten voldoen aan het gebruik van het bouwdeel.
  • c. Het toepassen van uitloggende materialen is uitgesloten.
  • d. Eventueel vrijkomend vuil- en regenwater worden inpandig gescheiden ingezameld. Het vuilwater wordt afgevoerd richting de bestaande drukrioolaansluiting.
  • e. Vanaf de perceelgrens wordt de vuilwaterafvoer aangesloten op de bestaande drukriolering in de Reeshofdijk; het regenwaterafvoer wordt verwerkt op eigen terrein.
  • f. Het verzamelde regenwater wordt geïnfiltreerd op eigen terrein.
  • g. Bij de ontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de op het terrein aanwezige drukriool-unit met afvoerende persleiding en voedingskabel. In geval de ontwikkeling verplaatsing van de drukriool-unit en afvoerende persleiding noodzakelijk maakt, dient overleg met de gemeente plaats te vinden.