direct naar inhoud van 5.6 Geur
Plan: Bakertand Oost 2010
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010016-f001

5.6 Geur

5.6.1 Industriƫle geur

In en om het plangebied wordt geen zware industrie toegestaan. Hier zal dus ook geen sprake zijn van industriƫle geurhinder.

5.6.2 Agrarische geur

Op bedrijven die tot de agrarische sector behoren (veehouderijen) is ten aanzien van het geurbeleid de Wet geurhinder en veehouderij (5 oktober 2006) en de bijbehorende Regeling geurhinder en veehouderij van toepassing. Deze regelgeving geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. De geurbelasting wordt berekend en getoetst aan de hand van een verspreidingsmodel (V-Stacks model). Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden minimaal aan te houden afstanden. De wet geeft de mogelijkheid om op lokaal niveau gemotiveerd af te wijken van de wettelijk norm met een verordening. De gemeente Tilburg heeft vooralsnog geen verordening met afwijkende normen vastgesteld.

Hoewel sprak is van een agrarisch gebied zijn er op dit moment geen veehouderijen binnen het gebied aanwezig. Er zijn in het gebied wel enkele paardenstallen aanwezig die gebruikt worden door particulieren om hun paard in te stallen. Er is geen sprake van een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven is niet zonder meer mogelijk omdat in het bestemmingsplan geen agrarische bouwvlakken zijn opgenomen.