direct naar inhoud van 6.3 Watertoets
Plan: Noordwesttangent (Dalem Zuid - Vossenberg West)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2006012-e001

6.3 Watertoets

Beleidskader

De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzamer waterbeheer. Het Rijk heeft met het Kabinetsstandpunt Anders omgaan met Water, Waterbeleid 21ste eeuw (2000) het advies van de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw omarmd. Het waterbeheer moet veranderen om Nederland in de toekomst, wat water betreft, veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Belangrijk in de nieuwe aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.

Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen mogen de lidstaten en regio's zelf vaststellen. Voor grondwater gelden aparte normen voor chemische stoffen. Ook moet de grondwatervoorraad stabiel zijn en mogen natuurgebieden niet verdrogen door een te lage grondwaterstand.

In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt simpel gezegd in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21) en kwaliteit en ecologie (KRW).

Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in het Waterplan (1997) en verder uitgewerkt en ruimtelijk vertaald in het Waterstructuurplan (2002). In het Waterplan zijn algemene doelstellingen geformuleerd voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte. Het Waterstructuurplan koppelt het actieprogramma uit het Waterplan aan ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente en geeft hiermee onder andere invulling aan water als ordenend principe. In het Waterstructuurplan zijn de volgende hoofddoelstellingen voor het gemeentelijk waterbeleid opgenomen:

  • Streven naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem;
  • Optimalisatie van de waterketen; zuinig en efficiënt gebruik van water;
  • Vergroten van de belevings-, ecologische, economische en recreatieve waarde van water.

De principes van duurzaam waterbeheer zoals verwoord in het Waterplan en het Waterstructuurplan zijn nog steeds actueel. Ze zijn ook meegenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan 3 dat in 2005 is vastgesteld. In bestaand stedelijk gebied kan het vasthouden van gebiedseigen water een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van het natuurlijk watersysteem. Afkoppelen van het regenwater van de riolering en infiltratie in de bodem leidt tot herstel van de grondwateraanvulling. Het ambitieniveau ligt op ongeveer 5 ha per jaar.

Bij het formuleren van de bovengenoemde gemeentelijke beleidsstukken zijn de waterpartners betrokken. De paragraaf waterhuishouding en riolering is gebaseerd op gemeentelijk waterbeleid, en dan ook impliciet op het rijks-, het provinciale en het regionale beleid. Het concept is eerst voorgelegd aan de waterbeheerders.

Proces

De waterbeheerder, waterschap Brabantse Delta is betrokken bij de planvorming en bij de bovengenoemde onderzoeken en studies. In het kader van het proces van de Watertoets heeft op 26 oktober 2004 en 24 februari 2005 overleg plaatsgevonden tussen waterschap Brabantse Delta en gemeente Tilburg. Tijdens deze overleggen zijn de waterhuishoudkundige uitgangspunten vastgesteld. In het oorspronkelijke traject van de planvorming is het plan in het kader van de eerste fase van het bodemkundig-hydrologisch onderzoek uitgebreid besproken met de toenmalige waterbeheerders, de waterschappen De Dommel en toen bestaande waterschap De Dongestroom en Hoogheemraadschap West-Brabant.

De eisen en wensen van de waterbeheerder zijn in de verschillende overwegingen meegenomen, geïntegreerd in de resultaten en vervolgens omschreven in de voorliggende concept waterparagraaf. Dit concept is voorgelegd aan de waterbeheerder de Brabantse Delta. Conform eerder gemaakte afspraken wordt Rijkswaterstaat vertegenwoordigd door het waterschap. In het overleg van 6 november 2007 zijn de ingrediënten besproken voor deze waterparagraaf. In het bijzonder de afstemming van dit deel van de geprojecteerde weg op de natuurontwikkeling en de relaties met het watersysteem. De op- en aanmerkingen zijn verwerkt in de gemaakte afwegingen en keuzes in deze waterparagraaf. De Brabantse Delta heeft daarop een voorlopig wateradvies aangeleverd, als reactie op het concept. Dit wateradvies is verder verwerkt in de definitieve waterparagraaf. Concreet zijn haar opmerkingen aangaande de dimensionering van de duikers en de combinatie met eco-duikers uitgesproken. Deze zaken worden uitgewerkt tijdens de ontwerpfase, waarbij het waterschap blijft betrokken.

De Brabantse Delta stemt verder in met deze waterparagraaf, met de voorwaarde het verstrekte wateradvies te verwerken en het omschreven watersysteem te realiseren aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten. Het wateradvies van de Brabantse Delta is verwoord in de brief met kenmerk 08U001758, d.d. 18 maart 2008. Het waterschap beroept zich op het wettelijk vooroverleg artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, om haar definitieve wateradvies te formuleren, op basis van een oordeel over het voorontwerp bestemmingsplan.